Het is een wereld van verschil hoe iemand zich in die rolverdeling gedraagt en dat frustreerde me. Het ging algauw over problemen die onoplosbaar lijken, omdat er geen ruimte is voor speelsheid. Ik besloot toen dat ik geen behandelend psycholoog in de ggz wilde worden. Daar zou ik doodongelukkig van worden en ik geloof ook niet dat die probleemgerichte benadering werkt.
Liever ging ik me richten op dingen die mensen kunnen verbeteren nog voordat ze in die molen van de ggz terechtkomen. Daarom ging ik door de gemeente gestimuleerde trainingen geven in focuswijken, over hoe je kunt stoppen met piekeren en met stress kan omgaan. Alleen moest ik echt leuren voordat mensen gingen meedoen. Ik wil mensen graag begeleiden in verandering, maar ze moeten het wel echt zelf willen.
Vanuit die functie kreeg ik de kans om trainingen stresspreventie op te zetten voor de zakelijke wereld. Maar op weg naar huis vroeg ik me af hoeveel mensen nu echt de patronen rondom hun werk gingen veranderen. Ik voelde dat ik iets duurzamers wilde neerzetten, geen quick fix, maar een oplossing voor langere termijn. Toen richtte ik mijn eigen bedrijf The SatisFactory Project op.
Natuurlijke units
Ik richt me op het hogere management, op mensen die eigenlijk niet uit kunnen vallen. Als ik die vroeger op een training zag, hadden ze vaak smoesjes waarom ze er niet vol voor konden gaan. Ook ontstonden veel problemen op de werkvloer omdat de baas bijvoorbeeld geen ruimte geeft om verandering mogelijk te maken. En dan kom je geen stap verder.
Eigenlijk is het bizar hoe makkelijk het me afgaat als zelfstandige. Ik heb geen seconde stress gehad of ik wel genoeg klanten zou binnenhalen. Door mijn vorige baan had ik al een groot netwerk en kennelijk wek ik veel vertrouwen. Ik doe dit ook niet omdat ik zo graag eigen baas wil zijn, maar omdat ik echt geloof in hoe ik mijn werk nu vormgeef.
Ik ben van plan een stuk bos te pachten aan de rand van Rotterdam, waar ik mooie, natuurlijke units ga opzetten waar klanten hun dagelijks werk kunnen voortzetten. Doel van mijn bedrijf is het stimuleren van een gebalanceerde werk- en leefstijl, door werkplekken aan te bieden waar je zowel aan je dagelijkse bezigheden en verantwoordelijkheden werkt, als aan jezelf. Door zeven weken lang te ervaren hoe je op een gezonde manier kunt werken, word je gestimuleerd om jezelf nieuwe gedragspatronen aan te leren. Ik ga zowel gebruik maken van sport, natuur en gezonde voeding als van psychologische ondersteuning.
Via nudging wil ik kleine gedragsveranderingen en nieuwe automatismen inslijpen. Bijvoorbeeld alleen een theekan meegeven naar de werkruimte. Wil iemand koffie, dan zal hij een stukje moeten lopen. Zo stimuleer je iemand meer thee of water dan koffie te drinken, zodat het al bestaande stressniveau niet verder verhoogd wordt.
Of nieuwe dingen aanleren. Iets eenvoudigs, zoals een liedje op de ukelele leren, zodat je geheugenfunctie beter wordt. Want door stress krimpt de hippocampus, en door iets nieuws te leren, worden er weer nieuwe hersenverbindingen aangelegd. Zo probeer ik ook inzichten uit de neuropsychologie toe te passen.
Van klanten hoor ik vaak dat ik heel direct en eerlijk ben, maar me ook heel kwetsbaar durf op te stellen. Dat gaat vanzelf, ik ben hoogsensitief en reageer gevoelsmatig op dingen. Dat kan moeilijk zijn, als ik te veel prikkels moet verwerken of in een negatieve sfeer moet werken, maar als ik trainingen geef, krijgen klanten door mijn houding ook de ruimte zich kwetsbaar op te stellen. Alleen zo kunnen ze erachter komen wat hun kernprobleem of -behoefte is.
Werkdruk
Het is erg prettig dat ik in deze fase van mijn loopbaan ook parttime als psycholoog kan werken op de Erasmus Universiteit. Ik begeleid promovendi met burn-out- of depressieklachten, of liever gezegd: ik probeer ze zoveel mogelijk te leren hoe ze die klachten voor kunnen zijn.
Ik deed een voorstelrondje langs alle faculteiten en binnen de kortste keren zat mijn agenda stampvol. Opvallend genoeg meldden zich vooral veel mannelijke en Aziatische promovendi. Misschien omdat die uit een collectivistische cultuur komen en moeite hebben zich aan te passen aan onze individualistische manier van leven. Ze zijn minder gewend om voor hun belangen op te komen en geven niet zo snel hun grens aan als een promotor te veel werkdruk oplegt.
Ik probeer er vooral achter te komen wat hun kernwaarden zijn en of ze wel genoeg tijd besteden aan wat ze zelf willen. Soms vereist dat een andere manier van denken. Veel promovendi kijken me glazig aan als ik vraag wie ze eigenlijk zijn. “Promovendus,” zeggen ze na een tijdje. “Ja, en verder?” vraag ik dan. Vanuit hun achtergrond kwamen dat soort vragen vaak helemaal niet aan de orde, maar je moet er wel een antwoord op hebben als je je staande wilt houden binnen de westerse academische wereld.
Zelf moet ik ook beducht blijven voor een burn-out. Laatst was ik een tijdje heel moe. Toen merkte ik dat mijn manier van functioneren alleen werkt als ik zelf heel scherp ben. Daarom heb ik strakke leefritmes en drink ik niet teveel. En mijn man waarschuwt me als ik teveel bezig ben met wat andere mensen nodig hebben. Als ik toch te ver ga, krijg ik migraine. Dat is voor mij echt stressgerelateerd, het signaal dat ik pas op de plaats moet maken.
Of ik zelf nog wil gaan promoveren? Ik moet er niet aan denken, het past niet bij me. Ik ga me lekker richten op het vormgeven van mijn eigen bedrijf, daar krijg ik energie van.’
Fotografie: 500watt