Lees verder
eel lezers van dit tijdschrift herinneren zich nog wel een docent die in een hoorcollege aan het begin van het eerste studiejaar vroeg om even goed naar links en rechts te kijken. Vervolgens kwam die docent met een kansberekening: hoogstwaarschijnlijk is een van uw buren weer snel verdwenen, want vanouds kent de studie psychologie veel uitvallers. Victor, hoofdpersoon uit de roman van David Steenmeijer, hoort thuis in die laatste categorie.
Karel Soudijn

Hij legt wel enkele tentamens af, maar zonder succes. Bij zijn werkgroep laat hij zich niet zien. Later in het jaar heeft hij een gesprek met een coördinator die hem adviseert om naar het hbo over te stappen. Victor weet slechts te antwoorden met: ‘Rot toch op met je kutadvies!’ Daarna gooit hij koffie over zijn coördinator. Einde studie psychologie. Victor stapt over naar Spaans, maar dat is vooral om nog even studiefinanciering te ontvangen. Geld geeft hij uit aan drugs.

Deze roman, verteld in de ik-vorm, gaat over een Nijmeegse student die vrij toevallig in aanraking komt met de dance scene in Amsterdam. In die wereld van massaal feesten raakt hij stapje voor stapje steeds verder aan de drugs. De roman leest als een alternatief studieboek farmacologie, waarin de werking wordt beschreven van tabak, alcohol, xtc, cocaïne, ketamine, speed, hasj, lachgas en ghb. Dit alles in wisselende combinaties en oplopende hoeveelheden. Ook leren we hoe je drugsdealers moet benaderen.

Steenmeijer beschrijft het jaar van zijn spookstudent zonder te moraliseren. Heel gedetailleerd is het proces te volgen van gewenning en verlangen naar steeds sterkere hoeveelheden drugs. Effecten op het lichamelijk, cognitief en sociaal functioneren komen uitgebreid aan bod. Victor wordt afhankelijk van een kleine groep, maar terwijl deze een tijdlang heel hecht lijkt, is duidelijk dat de onderlinge band door het middelengebruik gemakkelijk verbroken wordt. Niet iedereen takelt even snel af, maar de kans op psychose is groot.

In flashbacks komen de jeugdjaren van Victor aan bod. Die wijken waarschijnlijk heel sterk af van de gemiddelde spookstudent. Hij groeit op bij een alleenstaande alcoholistische moeder met incestueuze neigingen. Na haar dood, die hij nauwelijks betreurt, is hij enige tijd afhankelijk van een oom die ook al zwaar aan de drank is. Gedurende een flink deel van dit boek vinden zowel vrouwen als mannen Victor zeer aantrekkelijk. Pas aan het eind van het verhaal is hij vervallen tot een wrak dat anderen schrik aanjaagt.

In het slot van deze roman houdt Steenmeijer de studentenwereld nog even een spiegel voor. In een treincoupé ziet Victor een oude schoolvriendin zitten, die zich nu vol afkeer van hem afwendt. Zij is kennelijk op pad met dispuutgenoten. Dat groepje studenten gedraagt zich in de trein op een nogal brallerige manier. Kennelijk wil de auteur ons er tóch nog even op wijzen dat de ene groep jongeren in onze samenleving helemaal niet hoeft neer te kijken op de andere groep. Of je nu junkie bent of corporaal student: al die subgroepen zijn in wezen even asociaal.