Lees verder
Else de Jonge

Echtparen die een pact sluiten om, als hun leven ‘voltooid’ is, samen euthanasie te plegen: op het eerste gezicht een uitdrukking van diepe verbondenheid. Maar is dergelijke ‘spousal self-euthanasia’ niet veel complexer?

Onderzoekers aan de Universiteit voor Humanistiek bestudeerden een geval van gezamenlijke euthanasie, waarbij zij de subjectieve ervaringen optekenden van een echtpaar in de zeventig dat samen uit het leven stapte. Een bijzondere aanpak, omdat eerder onderzoek naar zelfdodingspacten meestal gebaseerd was op buitenstaandersperspectieven: medische- en politiedossiers, getuigenissen van naasten.
In deze studie gingen de onderzoekers na hoe de partners het effect beoordeelden van hun situatie op bijvoorbeeld hun identiteit, lichaamsbeleving en sociale relaties. Zij concludeerden dat beide partners gebukt gingen onder een afnemend identiteitsgevoel, schaamte over het eigen lichaam en angst voor verval. Terwijl de man aangaf graag direct uit het leven te willen stappen, verklaarde zijn vrouw de gezamenlijke dood vanwege de kinderen liever nog wat te willen uitstellen. Beiden zeiden het moeilijk te vinden de emotionele kant van hun pact met elkaar te bespreken.
Uiteindelijk stierven man en vrouw gelijktijdig op een zelfgekozen moment en deden daarmee hun onderlinge afspraak gestand. Onduidelijk is of dit voor de vrouw het meest wenselijke moment was. Het onderzoek roept diverse prangende vragen op. Want hoe vrij is een keuze voor de dood als die gemotiveerd wordt door angst en schaamte? Is het wel mogelijk samen in harmonie te beslissen wat het juiste moment is om te sterven? En in hoeverre is er bij zelfdodingspacts, die vrijwilligheid vooronderstellen, toch sprake van innerlijke of externe dwang? (EdJ)

Bron: Van Wijngaarden, E. et al. (2015). Till Death Do Us Part: The Lived Experience of an Elderly Couple Who Chose to End Their Lives by Spousal Self-euthanasia. The Gerontologist. doi 10.1093/geront/gnv06