Lees verder
Als kinderen iets traumatisch meemaken, verwerken ze dat doorgaans op een natuurlijke manier en zonder professionele hulp. Soms echter leidt zo’n trauma tot een posttraumatische stressstoornis die jaren aanhoudt.
Else de Jonge

Onderzoekers aan de University of East Anglia in het Britse Norwich vroegen zich af hoe dat verschil in reactie te verklaren is en concluderen dat kinderen die hun aanvankelijke stressreacties als abnormaal beschouwen meer kans hebben een PTSS te ontwikkelen. Zij interviewden tweehonderd getraumatiseerde kinderen tussen acht en zeventien jaar en testten hen op PTSS – symptomen zoals nachtmerries, angst en herbeleving. Ze deden dat tussen twee en vier weken na de traumatische gebeurtenis en opnieuw na twee maanden.

Op grond van de uitkomsten daarvan verdeelden ze de kinderen in drie groepen: ‘veerkrachtige kinderen’ hadden op geen van beide meetmomenten stressverschijnselen, ‘herstellende kinderen’ – de grootste groep – alleen bij de eerste meting en ‘volhardende kinderen’ op beide momenten. Van deze laatste groep stelden de onderzoekers vast dat zij veel sterker dan de kinderen uit de ‘herstelgroep’ geneigd waren te reflecteren op hun stressreacties en die als negatief en abnormaal te beoordelen. Terwijl de stress die ze aanvankelijk ervoeren een gezonde reactie op een abnormale situatie is, meenden zij dat die bewees dat er iets ernstig mis was met ze.

Kinderen die goed herstelden, lieten zich niet of nauwelijks hinderen door hun stressreactie en besteedden er minder aandacht aan. Factoren als sociale steun, ernst van eventuele verwondingen en pijn bleken niet voorspellend te zijn bij het ontwikkelen van een PTSS.

Bron: Meiser-Stedman, R. et al. (2019). A core role for cognitive processes in the acute onset and maintenance of post-traumatic stress in children and adolescents. Journal of Child Psychology and Psychiatry. doi.org/10.1111/jcpp.13054