Er is geen enkel slaapmiddel op de markt dat je een natuurlijke nachtrust kan bezorgen. Dat klinkt misschien gek, want het nemen van een slaappil zorgt er echt wel voor dat je niet wakker blijft. Maar het resultaat is iets anders dan slapen. Het lijkt meer op verdoven. Het is niet verwonderlijk om de twee met elkaar te verwarren; je raakt immers in beide gevallen onder zeil. Maar wat er gebeurt in de hersenen wanneer je een slaappil hebt genomen, is hetzelfde als bij alcohol: de hogere hersengebieden worden knock-out geslagen zodat je hersenen minder signalen afvuren. Als je gaat kijken naar de activiteit in de hersenen tijdens de diepe slaap, zul je zien dat de grootste, diepste hersengolven ontbreken en dat maakt de kwaliteit van de slaap ronduit ondermaats.
Bovendien zorgen slaappillen voor allerlei vervelende bijwerkingen: je voelt je suf en vergeetachtig de volgende dag en hebt een tragere reactiesnelheid. Dat kan de rijvaardigheid beïnvloeden. Het zijn dit soort bijwerkingen die voor een vicieuze cirkel zorgen. Als je je suf voelt overdag, ben je geneigd om toch die extra kop koffie te pakken zodat je beter op gang komt. De cafeïne in de koffie maakt het weer lastig om ’s avonds op tijd in slaap te vallen en dat verergert de slapeloosheid. Dan maar een half pilletje extra om de werking van de cafeïne tegen te gaan? Het is al snel duidelijk: de volgende dag is de sufheid nóg erger en de kans op koffieleuten nog groter. Je belandt in een neerwaartse spiraal.
Slaappillen zijn bovendien fysiek verslavend en ze worden in verband gebracht met een grotere overlijdenskans. Denk hierbij aan auto-ongelukken met een dodelijke afloop of een verhoogd risico op kanker. Bovendien blijken deze geneesmiddelen de slaap maar mondjesmaat te verbeteren, en enkel in de subjectieve beleving. Wetenschappers stellen daarom dat het effect van de huidige slaapmedicatie minimaal is en dat we ons zouden moeten afvragen of het een juiste behandelwijze is.
Een kijkje in de slaapkliniek
In de psychologische wereld is er hard gewerkt aan alternatieven. Als je last hebt van slaapproblemen, is de eerste stap die je maakt – nadat je oma’s huis-, tuin- en keukenmiddeltjes uitvoerig hebt geprobeerd zonder succes – om naar de huisarts te gaan. In veel gevallen zal het gaan om slapeloosheid; dan kan de huisarts doorverwijzen naar een psycholoog voor een slaapcursus (CGTi; cognitieve gedragstherapie voor insomnie). Bij twijfel kan er worden doorverwezen naar een slaapkliniek voor gespecialiseerd onderzoek. Hier weten de slaapfysiologen alles over slaap en beschikken zij bovendien over de apparatuur om de slaap objectief te meten.
Om een idee te krijgen van hoe het eraan toegaat in een slaapkliniek, voerde ik een interview met somnoloog Dr. Rachel Sharman uit Oxford (UK). Ik vroeg haar hoe het eraan toegaat in een slaapkliniek.
Sharman: ‘Als mensen worden doorverwezen naar de kliniek, dan gaat het erom een goede polysomnografie (PSG) meting te maken, zodat we kunnen zien wat er gebeurt tijdens hun slaap. We zijn eerst een hele tijd bezig om allemaal elektrodes op het hoofd en gezicht te plakken met tal van draden. Om de borst en buik bevestigen we elastieken banden met meetapparatuur daaraan vast waar al die draden in klikken. Maar we kunnen daarmee ook hartslag, bloeddruk, en allerlei andere zaken meten. Je slaapt dan in een ziekenhuisbed en er zijn allerlei monitors en camera’s aanwezig in de kamer. Het is helaas niet de meest aantrekkelijke opzet om te gaan slapen.’
‘Ik zie maar weinig mensen met insomnie, terwijl dit toch het meeste voorkomt. Dat komt omdat bij insomnie PSG vaak niet wordt aanbevolen. Sterker nog, dit wordt meestal afgeraden en mensen met insomnie worden direct verwezen voor een psychologische behandeling door de huisarts.’
Op mijn vraag waarom PSG wordt afgeraden bij insomnie, vervolgt Sharman: ‘In het lab gebeurt er bij insomnie vaak iets heel tegenstrijdigs: patiënten slapen heel goed in het lab terwijl ze thuis niet kunnen slapen. Dan hebben we dus niks aan de metingen. Ik herinner mij een vrouw met insomnie, die hier al vele jaren last van had. Bij insomnie spelen er vaak factoren die iemand kwetsbaar kunnen maken voor het ontwikkelen van insomnie, zoals de genen. Dan gebeurt er meestal iets verontrustends, een negatieve levensgebeurtenis die het leven op de kop zet en de slaap verstoort. Hierdoor ontwikkelt iemand slechte slaappatronen, die vervolgens aanhouden zelfs als de initiële stressor allang weer voorbij is. Het zijn die gedragingen die ervoor zorgen dat de slapeloosheid aanhoudt. Dat was typisch te zien bij deze vrouw. Zij was zo bang geworden dat ze niet zou kunnen slapen, omdat ze al zo lang zo slecht sliep, dat ze haar bed tragisch genoeg omschreef als een ‘bed van doornen’. Ze was erg gestrest om erin te gaan liggen, vond het een verschrikkelijke, onaantrekkelijke plek, die oncomfortabel was om in te liggen. Het trauma van niet-slapen bracht haar ertoe haar bed te zien als een doornenstruik.’
Deze vrouw zei tegen Sharman in het lab (die het monitoren van haar slaap overnam zodat zij dit zelf niet meer hoefde te doen) dat dit zorgde voor het verdwijnen van de slapeloosheid die nacht. Doordat ze de controle kon loslaten, kon ze eindelijk ontspannen…. En slapen.
‘ Er is geen enkel slaapmiddel op de markt dat je een natuurlijke nachtrust kan bezorgen’
Het klinkt alsof he gaat om mensen die zich erg bezorgd of angstig voelen. Hoe zorg jij ervoor dat je je werk goed doet?
‘In het lab zien we vooral heel veel geweldige en fijne mensen, die vaak inderdaad erg angstig zijn. De beste slaapfysioloog is degene die beseft dat je iets enorm invasiefs doet, terwijl je handelingen compleet non-invasief zijn. Ik lijm immers hooguit wat plakkers op je hoofd. Maar je bent in een kliniek die toch veel lijkt op een ziekenhuis, je hebt een camera op je neus, je bevindt je niet op een eigen veilige plek, er zijn allemaal mensen om je heen die dichtbij je zijn twee uur voordat je naar bed gaat. Dat is allemaal heel onprettig. Voor mij bestaat 99% van mijn werk uit ervoor zorgen dat een patiënt zich zó veilig en op zijn gemak voelt bij mij dat hij kan gaan slapen, ook al weet je natuurlijk dat je in een ziekenhuisbed ligt in een klinische omgeving. Een goede slaapfysioloog is net als de kapper, de buurvrouw, de tante, degene met wie je gewoon kunt zitten en kletsen, en bij wie je je ontspannen voelt. En daarom slapen mensen met slapeloosheid prima in het lab, want jij neemt de stress weg.’
Wat is de kern bij het behandelen van slaapproblemen?
‘Je kunt iemands slaap behandelen met pillen of een fles tequila. Met andere woorden, je kunt mensen gemakkelijk in slaap krijgen, maar het gaat allemaal om de persoonlijke ervaring. Het is een biologisch proces dat gedreven wordt door de psyche. Je lichaam moet klaar zijn voor slaap, maar ook jij moet klaar zijn voor slaap. Je kunt tegen je slaap vechten zelfs als je lichaam erom schreeuwt. Als ik aan mensen vraag hoe ze hun persoonlijke dag ervaren, dan hoor ik dingen als: “Ik ben altijd aan het rondrennen in een mist.” Of: “Ik voel me als een mislukkeling omdat ik niet kan slapen, want dat is toch het meest simpele wat er is.” Waar het in de kern om gaat, is het doorbreken van al deze foutieve overtuigingen.’
‘Het is heel fijn om te zien wanneer je met deze mensen spreekt die met CGTi bezig zijn, dat ze zich beter gaan voelen als ze hun slaap herstructureren. En ze beschrijven het als een mist die weggetrokken is. Of soms gebruiken ze zelfs de bekende analogie uit de depressie: als de zwarte hond die weg is. Ze voelen zich lichter, vrijer, en beter om met andere mensen sociaal te zijn. En dat is erg mooi.’
Beeld: Sergey Mironov/shutterstock.com