Lees verder
'Ik was een jaar of acht en herinner me nog heel goed dat ik aan een klein tafeltje zat, net naast de deur. De psychiater schoof me een blad toe en ik moest een tekst voorlezen waarvan de klinkers bij bepaalde woorden waren weggelaten. Ook kreeg ik rekensommen. Hij zal vast hebben geobserveerd hoe en of ik die taken geduldig aanpakte.'
Vittorio Busato

In de klas kon ik moeilijk stil zitten, daarom zat ik bij die psychiater. De school had mijn ouders laten weten dat het zo niet langer ging. Of ze moesten een andere school voor mij zoeken of wellicht zou ritalin mij kunnen helpen. De psychiater diagnosticeerde inderdaad ADHD en schreef dat geneesmiddel voor. Jaren kreeg ik op school elke ochtend een half pilletje, en ’s middags nog eens. Al mijn medeleerlingen konden zien dat ik dat toegediend kreeg.

Het duurde tot mijn veertiende, vijftiende voordat ik besefte wat ritalin met mijn psyche deed. Ik werd heel introvert, lachte weinig, was zeer negatief in mijn hoofd. Allengs werd ik me bewuster van de heftige uitwerking ervan. Alsof ik twee versies van mezelf had, een gedempte en een niet-gedempte persoonlijkheid. Uit mezelf ben ik met ritalin gestopt. De rest van mijn middelbare school gebruikte ik het alleen in blokperiodes voor examens. Dan hoef je niet sociaal te zijn en kwam het mijn concentratie ten goede. Dat het me als kind bijna door mijn strot werd geduwd, vind ik terugblikkend toch moeilijk. Het is wel amfetamine. Nee, ik verwijt mijn ouders niets, die luisterden met de beste intenties naar de gelegitimeerde deskundigen.

Wat ik zelf iemand van tien zou adviseren die is gediagnosticeerd met ADHD en ritalin krijgt voorgeschreven? Als ADHD’er zul je vooral zelf moeten ervaren wat de aandoening inhoudt. Fouten maken, droevig zijn, boos op jezelf, constant reflecteren op jezelf, goed naar je omgeving luisteren en nagaan van wie je constructieve feedback krijgt, het hoort er net als voor iedereen allemaal bij. Ja, misschien moet je een dikkere huid opbouwen dan iemand die meer doorsnee is. Zijn of haar ouders en school zou ik vooral meegeven dat ritalin gevaarlijk kan zijn en je ontwikkeling en psyche beïnvloedt. Als je het gebruikt, moet je selectief moet zijn, bijvoorbeeld als je je diep moet concentreren. Stel dat het mijn eigen kind zou betreffen, dan zou ik vooral de hand toereiken en over mijn eigen ervaringen ermee vertellen en waar ik vandaag sta. Ik zou mijn kind zeker niet dagelijks ritalin laten slikken.

Godzijdank slik ik het zelf al jaren niet meer. Ik kies nu voor zaken waarvoor ik een natuurlijke interesse en passie heb. Die schoolomgeving lag me blijkbaar niet goed. Op school voelde ik me lang gestigmatiseerd door dat label. Daardoor ervoer ik ADHD veel meer als probleem, ik vereenzelvigde mij ermee. Door trial en error en door me met juiste mensen te omringen ben ik erin geslaagd mijn ADHD niet langer als tekortkoming te zien. Ik heb ermee leren leven, ik ben dat label niet. Sterker, ik omarm mijn ADHD nu, het is een deel van me. Dat maakt het makkelijker mezelf te begrijpen.

Als ADHD’er zul je zelf moeten ervaren wat de aandoening inhoudt

De oorzaak? Er zal vast iets genetisch meespelen. Mijn vader is de ratio en rust zelve. Mijn moeder is daarentegen één brok temperament en emotie, een prachtige vrouw met de beste intenties van de wereld en heel behulpzaam. Maar als ze haar dag niet heeft, ga je dat ook echt voelen of horen. Zij is nooit gediagnosticeerd met ADHD, maar ik heb veel van haar temperament en directheid.

Er bestaat een hardnekkig beeld dat veel ADHD’ers een grote mond hebben en brutaal zijn. Misschien dat ze met hun drukke gedrag mensen tegen de borst kunnen stoten of heftige dingen zeggen, maar ze zijn in de regel heel gevoelig en kunnen beslist empathisch en inspirerend zijn. Veel ADHD’ers leven nogal in extremen, veel meer dan de meeste mensen. Schwung kun je hen zeker niet ontzeggen!’

Deze getuigenis van Matthias Vogeleer over zijn ADHD is eerder gepubliceerd in het Vlaamse blad Psyche & Brein en komt uit een serie waarin mensen vertellen over hun psychiatrische aandoening. De serie is een vervolg op het boek What’s wrong with me? Gezichten achter de DSM van psycholoog Vittorio Busato en fotograaf Peter Valckx.

Beeld: Peter Valckx