Met angst en beven zat ons zoontje (6) voor de iPad omdat daar de resultaten van zijn laatste toets tevoorschijn zouden komen. We konden ons niet aan het idee onttrekken dat dit niet de bedoeling was van de toets. Zo kan iedereen wel voorbeelden noemen van uitwassen van een maatschappij waarin het meten van prestaties een te belangrijke plaats inneemt – een meetmaatschappij. Over zo’n maatschappij heeft bedrijfskundige Berend van der Kolk, universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit Amsterdam, een boeiend boek geschreven.
Het is bij dit onderwerp eenvoudig om in een ellenlange klaagzang te verzanden. De menselijke maat is weg, mensen worden vermalen door de machinerie van getallen en alleen je prestaties bepalen wat je waard bent. Gelukkig blijft dit boek veilig uit de buurt van deze valkuil en geeft het een evenwichtig beeld van de voor- en nadelen van op cijfers gericht te zijn. Met aansprekende voorbeelden belicht het waarom meten zo populair is geworden. Zo geven cijfers namelijk een gevoel van grip en kun je ze gebruiken om mensen mee motiveren. Er wordt helder uitgelegd tot welke uitwassen cijfers kunnen leiden als ermee geprobeerd wordt meer grip te krijgen op de werkelijkheid. Dit krijgt in het boek de welluidende naam indicatorisme. Er worden verschillende soorten van indicatorisme beschreven, die worden samengevat in een overzichtelijke tabel. De metafoor van een ziekte wordt doorgezet, door de psychologische en maatschappelijke bijwerkingen van meetsystemen onder de loep te nemen. Ook hier blijft de nuance overeind, niet alleen de negatieve, ook de positieve bijwerkingen worden toegelicht. De nuance zoeken is een, steeds terugkomend, sterk punt van het boek.
Het boek is doorspekt met een rijk gevoel aan humor, voorbeelden uit literatuur, film, media en leuke anekdotes, gaandeweg heb ik een paar leestips opgedaan. Het punt dat je niet alles wat waardevol is kunt meten en niet alles wat je kunt meten waardevol is, blijft bij mij sterk hangen als centraal thema. De negatieve gevolgen van prestatiedoelen waren mij goed bekend, maar dit boek schetst een breder, ook maatschappelijk beeld en laat mooi zien hoe de fixatie op cijfers is ontstaan, in stand blijft en dat verandering meer dan nodig is. Met de nodige ironie sluit het boek af met zeven tips voor een gezonde meethouding.
In het voorwoord staat dat het boek als doel had meer aandacht te besteden aan de onderbelichte kanttekeningen en (negatieve) bijwerkingen van metingen. Daar is het boek goed in geslaagd. Voor iedereen die de meters in onze samenleving ontwerpt, ophangt en afleest is dit boek verplichte kost. Voor iedereen die geïnteresseerd is hoe we doorgeschoten zijn in willen meten en wat dit met ons doet is dit boek een aanrader. Voor degenen die bezwijken onder de druk van de gemeten prestaties geeft dit boek in ieder geval inzicht waarom de prestaties zo zwaar drukken.