Lees verder
Met de fusie tussen het NIP en de NVGzP zijn de krachten weer gebundeld. Voor de buitenwereld is duidelijk wie het aanspreekpunt is en leden krijgen nog meer ondersteuning. Uit de losse pols zijn nu zo ongeveer 50-60% van alle psychologen lid, mogelijk trekt dit alles nog meer leden aan.
Nederlands Instituut van Psychologen

Het zijn enkele bekende voordelen van fusies. Wat ikzelf vooral hoop is dat de nieuwe vereniging het vanzelfsprekende ‘huis’ wordt voor alle psychologen in Nederland. Het huis dat staat voor het vak(manschap) van de psychologie en waar je graag vertoeft. Zoals dat bij mij ook het geval was destijds.

In 1986 werd ik in het laatste jaar van mijn studie ‘aspirant-lid’ van het NIP. Als de dag van gisteren herinner ik me de grote enveloppe met een wat diploma-achtige brief waarmee mijn lidmaatschap officieel werd. Ik was er maar wat trots op: het lidmaatschap onderstreepte voor mij dat ik nu een echt beroep had, een vakman was geworden, dat gaf me een sterk gevoel van verbondenheid. Ik verbaasde me erover dit niet gold voor al mijn medestudenten. Zoals het me ook verbaasde dat niet al mijn medestudenten de column ‘Signalement’ lazen van Piet Vroon in de Volkskrant. De hoogleraar stipte in zijn column een veelheid aan (maatschappelijke) onderwerpen aan die hij vanuit een psychologische invalshoek van commentaar voorzag. Populariseren van de psychologie met scherpte en humor. Dat was vrij uniek voor die tijd. Voor mij vanzelfsprekend dat je dit las. Waren ze altijd even boeiend? Dat niet, maar je las het omdat het over jouw vak ging en je dus de ‘plicht’ voelde om er kennis van te nemen. Dat ‘vakgevoel’ bij mij zat er al vroeg in.

Ik heb een groot deel van mijn carrière vertoeft tussen de dokters en altijd met jaloezie gekeken naar hun onderlinge gemeenschapszin, ondanks hun grote diversiteit van werkzaamheden en belangen. Hoed je als werkgever, verzekeraar of ministerie maar als je het gesloten en stevig bewapende front van artsen tegemoet moet treden als zij zich ten onrechte beknot voelen in hun beroepsuitoefening. Dat wil ik meer zien voor ons beroep. Ook wij delen meer dan dat ons verdeeld, al is dat met de vele registraties en verenigingen niet altijd zichtbaar of voelbaar. Wij zijn als psychologen bezig met het begrijpen en in positieve zin veranderen van gedrag en emoties bij individuen en groepen in veel verschillende contexten. Diagnostiek en leertheorie (en afgeleide therapieën en interventies), beide in de meest ruime zin van het woord, zijn daarbij de belangrijkste kennisdomeinen die we hebben ontwikkeld en op basis waarvan we het meeste van ons werk doen (vrij naar Hofstee). En wellicht hoort daar nu ook de neurowetenschap bij.

We hebben inmiddels een indrukwekkend vak ontwikkeld en spelen niet voor niets een belangrijke rol op veel speelvelden. Maar dat besef is er vaak onvoldoende. Dat is jammer want het zou het gevoel van een gedeeld vakmanschap zoals ik dat destijds ervoer versterken.

Het is mijn ambitie dat het trotse gevoel dat ik had bij de NIP-enveloppe in 1986 terugkomt bij de psychologen van nu en de psychologen in spe. Misschien wel de allerbelangrijkste opdracht voor de nieuwe vereniging.

Rudolf Ponds was voorzitter van de NVGzP en is nu vicevoorzitter van het NIP. Daarnaast is hij klinisch neuropsycholoog, hoogleraar Medische Psychologie en hoofd van de afdeling Medische Psychologie van Amsterdam UMC.

Beeld: Merlijn Janssen Steenberg