Voor wie gaat bevallen bestaan er talloze boekjes, noteert Weeda, maar voor wie zich voorbereidt op sterven is er niks. In haar moedige en in sobere stijl geschreven boek, dat ook enkele journalistieke krantenstukken bevat, bespreekt Weeda onder meer de symptomen waarmee je op het sterfbed te maken krijgt. Ook geeft ze tips die ze zelf graag had gekregen. Een daarvan is alle hulp af te slaan, behalve praktische hulp waar je echt iets aan hebt zoals iemand die boodschappen voor je doet of een kind naar de voetbaltraining brengt. Of dat je de huisarts vraagt om de lokale apotheek te informeren dat iemand nog maar kort te leven heeft. Diverse pillen (kalmerings- en slaappillen) en pleisters krijg je dan gratis mee, terwijl je die in normale omstandigheden zelf moet betalen; is de apotheker niet op de hoogte, dan moet je alles voorschieten en een administratie bijhouden om die bedragen terug te vorderen. En Weeda geeft ook de tip te bespreken hoe iemand wil sterven.
Steketee had anderhalf jaar lang een getekende euthanasieverklaring van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillig Levenseinde in de la liggen. Maar zowel zijn gevoel hierover als dat van zijn vrouw veranderde. Om het lijden te verlichten viel de keus op palliatieve sedatie, waarbij de arts zoveel pijnstillers en slaappillen geeft dat de patiënt tot zijn dood geen last meer heeft van zijn klachten. Wanneer iemand precies overlijdt, weet je dan niet.
In interviews willen mensen nog wel eens romantisch doen over de tijd die nog resteert –blessuretijd noemde Steketee de tijd na zijn diagnose – maar de werkelijkheid was aanmerkelijk rauwer. Hij wilde alleen nog in de slaapkamer liggen, daar had hij rust en kon hij zijn ogen sluiten wanneer hij dat wilde. Weeda sliep de laatste paar maanden van zijn leven bij de kinderen op de kamer. Achteraf gezien had ze liever gewaakt bij zijn bed en zijn hand vastgehouden toen hij stierf.
Veel later hoort ze van een arts uit een hospice dat veel patiënten en oude mensen sterven op het moment dat de familie er niet bij is. Weeda vindt het een geruststellend idee: ‘Dat Menno niet de enige was die alleen stierf.’
Door: Frederiek Weeda (2018)
Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds, 109 p.