‘Wat me sterk is bijgebleven? Een overspannen cliënte met paniekaanvallen, die overal gevaar zag. Er kwam veel op haar af, want ze studeerde, ze werkte, had een kind en een man. Als eerste probeerde ik haar te stabiliseren, onder andere door ontspanningsoefeningen met haar te doen. Na een zitting of vier ging het beter, de klachten stonden niet meer zo op de voorgrond en toen konden we dieper graven. Ze was al twee keer eerder overspannen geweest, nu gingen we kijken hoe ze dat kon voorkomen. We gingen na hoe de problemen ontstonden en hoe ze het de volgende keer kon herkennen als ze weer overspannen dreigde te raken.
Dat is het echte psychologenwerk, maar we zijn een islamitische praktijk, we zien de mens als geheel en gaan niet alleen aan de slag met mentale klachten. Het lichaam en de ziel worden eveneens in de behandeling betrokken, we nemen het religieuze karakter van iemand ook mee. En we werken samen met een kliniek die aan aderlaten doet. Dat deed de profeet al, het is goed voor je lichaam en het geeft verlichting van de stressklachten. Iemand alleen maar op de been helpen om weer snel aan het werk te kunnen, dat doen we liever niet.
Alle rollen
Ik wilde haar uiteenzetten welke verantwoordelijkheden ze had in haar leven, welke rollen ze allemaal vervulde. En gaandeweg dacht ik: de basis zit niet goed, ze zorgt niet goed voor zichzelf. Ik schreef al haar rollen op het bord: moeder, echtgenote, buurvrouw, collega. En ik zei: “Nu zijn we nog één rol vergeten.” Zij kwam er niet op, dus legde ik uit: het ging om de zorg voor zichzelf. En die rol vervulde ze niet goed. Ze at vaak niet op tijd of sloeg zelfs maaltijden over, ze deed geen leuke dingen voor zichzelf en vergat het gebed vaak. “Maar ben ik wel verantwoordelijk voor mezelf?” vroeg ze vervolgens.
“Jazeker!” zei ik. Waar het vandaan kwam, weet ik niet eens, maar opeens zei ik: “En dit zeg ik niet alleen als psycholoog, maar ook als moslim.” Voor ons moslims is het heel belangrijk dat je goed voor je lichaam en geest zorgt. Het is eigenlijk een verplichting, het moet van God. Dat had ik me eigenlijk nooit zo helder gerealiseerd. Ik zei: “Je bent moeder, echtgenote, maar je hebt een lichaam en ziel gekregen en daar ben je ook verantwoordelijk voor. Als je niet goed voor jezelf zorgt, kun je ook niet goed voor een ander zorgen.”
Dat had veel impact. Ik zei niet zomaar: je moet voor jezelf zorgen, maar ik zei dat God het van je vraagt, en dat je daar dus ook verantwoording voor hebt af te leggen.
Ik bedacht het ter plekke, maar het argument is heel bruikbaar voor gelovige moslims. Voor hen is het moeilijk om aan zichzelf te denken, maar het mag, nee, het moet zelfs!
Sindsdien zeg ik dit vaker en het werkt. De tweede keer dat ik dit uitlegde, kon ik het al echt brengen, ik wist waar ik naartoe wilde en ook toen kwam het binnen. Die cliënte ging gelijk die middag winkelen en iets leuks kopen voor zichzelf.
Smeekbedes
Een ander inspirerend en emotioneel moment had ik bij een cliënte met een paniekstoornis. Ze had het heel zwaar, ik had haar twee keer gezien tijdens de Ramadan. En die tweede keer zei ik: ‘Het komt goed. Tijdens de Ramadan zal ik extra voor je bidden, ik zal je meenemen in mijn smeekbedes. Die vrouw was na vijf of zes sessies opgeknapt, ze was weer helemaal actief, het ging goed met haar. Tijdens het afscheidsgesprek zei ze: “De therapie heeft geholpen, maar wat me echt goed heeft gedaan, zijn de smeekbedes. Het feit dat je bij de Heer voor mij gebeden hebt, dat iemand dat voor me wilde doen, dat heeft veel gedaan. Ik weet dat je natuurlijk meerdere patiënten hebt.” Voor haar betekende dat veel, voor mij was het vanzelfsprekend en simpel, ik stond er nauwelijks bij stil. Maar dat het haar zo raakte, was voor mij weer heel bijzonder. Het was geen techniek, het oversteeg de therapie, het gesprek met God is heel intiem. Voor mij was het een schok om te zien hoe ze was opgeknapt en dat zoiets zo’n groot verschil kan maken!
We zijn een islamitische praktijk, maar ook niet-moslims zijn welkom. Of we ook niet-moslims in onze praktijk hebben? Eh… nee, dat niet.’
Foto: Herman Wouters