Log in
Vormen van psychotherapie waarbij een psychedelisch middel als MDMA wordt ingezet zijn in opmars. Zulke middelen worden thans onderzocht voor verschillende indicaties, waaronder angst. Stichting Open in Amsterdam organiseerde daarom een interdisciplinair psychedelica-congres. Wetenschapsjournaliste en redactieraadslid Sarah Prins was erbij.
Sarah Prins

Psychedelicaonderzoekers willen centra opzetten waar psychotherapie en psychedelica gecombineerd worden. Uit allerlei studies, verschenen in (wetenschappelijke) tijdschriften als PNAS, Elsevier, Nature en Human Brain Mapping, komen aanwijzingen naar voren dat zo’n behandelvorm kan helpen.(1) Maar vanwege de beruchte geschiedenis die de tripmiddelen hebben, is het lastig om onderzoeksvoorstellen geaccepteerd te krijgen.

De wetenschappers op het congres klinken hoopvol. Veel van hun patiënten ervaren klachtvermindering na behandeling waarbij ook psychedelica zijn ingezet. Of het nu gaat om mensen met autisme die last hebben van een sociale fobie, mensen met depressie, trauma of verslaving, of ongeneeslijk zieken met letterlijke doodsangst, alle onderzoekers komen tot dezelfde conclusie: mensen staan lichter in het leven, kunnen makkelijker vergeven, voelen zich meer verbonden met hun naasten en oordelen minder hard over zichzelf. Zo vertelde een onderzoekspsycholoog dat haar patiënt opmerkte dat die strenge innerlijke stem uit zijn hoofd verdween, waardoor hij zichzelf niet langer met die woorden identificeerde.