Kitty Huysman werkt sinds een aantal jaar bij de Natuurschool. Die organisatie verzorgt actieve schoolreisjes en excursies naar de natuur, op verschillende locaties langs de Nederlandse kust en op het Duitse Waddeneiland Borkum. Bijna dertig jaar geleden is haar man hiermee begonnen, tegenwoordig runnen ze de organisatie samen.
Huysman studeerde psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en werkte jarenlang als psycholoog in verschillende banen. De ene keer was ze betrokken bij onderzoek, dan weer werkte ze meer in de praktijk. Ook tijdens haar studie twijfelde ze al tussen de onderzoeks- en praktijkkant. Aanvankelijk wilde ze afstuderen in de functieleer, maar die richting was haar te veel op modellen gericht. Geïnspireerd door Lex Kalverboer, in die tijd hoogleraar bij Ontwikkelings en Experimenteel Klinische Psychologie aan de RUG, stapte ze over naar ontwikkelingspsychologie.
Dat beviel. Na een praktijkstage bij het Universitair Medisch Centrum Groningen (MCG) waar ze zich toelegde op kinderen met gehoorproblemen, deed ze een onderzoeksstage in Florence. Ze onderzocht het still face-paradigma, waarin wordt gekeken hoe baby’s reageren op hun moeder als ze opeens ophoudt met reageren op haar baby. De meeste baby’s doen van alles om hun moeders aandacht weer terug te krijgen en raken uiteindelijk van slag. Na haar studie kreeg ze een baan als wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit in Oldenburg in Duitsland. Ze werkte mee aan onderzoek bij kinderen met gehoorproblemen.
Na anderhalf jaar solliciteerde ze met succes op een vacature voor een aio-plek in Groningen over sociale netwerken van kleuters. Ze ontwikkelde een interviewmethode voor jonge kinderen, maar promoveerde niet. ‘Het onderzoek vond ik interessant, maar op een gegeven moment kwam ik ofwel te veel bij open deuren uit als “het netwerk vergroot zich als kleuters naar school gaan” en “ook de juf wordt belangrijk”. Of ik was heel abstract met modellen bezig die ver van de werkelijkheid af staan. Het lastige is: ik vind onderzoek doen interessant en neem geen genoegen met oppervlakkige antwoorden. Maar op een gegeven moment verlies ik toch mijn interesse en wil ik weer door naar het echte leven.’
Huysman solliciteerde bij het Audiologisch Centrum Friesland in Leeuwarden en kwam zo in de praktijk terecht. Ouders kwamen met kinderen bij het centrum als er een vraag was over hun gehoor of spraak-taalontwikkeling. ‘We deden onderzoek met een multidisciplinair team en dan volgde een adviesgesprek met de ouders.’
Interessant en leuk werk, maar toch ging ze na zo’n zes jaar weer rondkijken. Het werd een beetje onrustig in de organisatie, er kwam een nieuwe directeur, dingen moesten veranderen en niet altijd ten goede. Al snel kon ze aan de slag als coördinator van het SON-R normeringsonderzoek. (De SON-R 6-40 niet-verbale intelligentietest.) Die test kende ze al goed. Ook dat vond ze een leuke klus, het was bovendien ook handig om in Groningen te werken, omdat ze het zo makkelijker kon combineren met de zorg voor haar nog jonge dochter.
Rolverdeling
Huysman hoorde haar man veel vertellen over de Natuurschool, maar ze zette zich in de loop der tijd zelf ook steeds meer in voor deze organisatie. Toen het normeringsonderzoek was afgerond, hield haar werk aan de universiteit op. Toen stond ze voor de keuze: een nieuwe baan zoeken of fulltime voor de Natuurschool gaan werken. Het was inmiddels een flinke organisatie geworden, waar schoolreisjes voor zo’n twintigduizend kinderen per jaar worden verzorgd en waar in het seizoen zo’n 35 gidsen bij zijn betrokken. ‘We hebben er vooral over getwijfeld of het slim was om samen te werken als je ook getrouwd bent,’ zegt Huysman. Toch waagde ze de stap. Aanvankelijk was het wennen, maar inmiddels is er een goede rolverdeling gevonden. ‘Mijn man is het creatieve brein, hij ziet de mogelijkheden en is goed op de hoogte van de natuur, kunst en architectuur. Ik ben meer de organisator en breng structuur aan. Het verzorgen van onze schoolreisjes is ook een logistieke operatie. Het seizoen loopt van mei tot de zomervakantie en van de zomervakantie tot de herfstvakantie. In die tijd moeten alle materialen die we gebruiken op de juiste locaties terechtkomen, de gidsen moeten goed voorbereid zijn en er moeten voor alle groepen die komen gidsen gepland staan. Buiten het seizoen moet alles weer terug naar ons kantoor. Ik probeer dat allemaal zo efficiënt mogelijk te plannen.’
Na het seizoen gaan ze nieuwe ideeën ontwikkelen en plannen uitwerken voor het volgende jaar. En voordat het seizoen begint, in februari, moeten er altijd nieuwe gidsen worden geworven. De werving en selectie is een flinke klus. Ze was de afgelopen tijd onder andere bezig met een nieuw systeem voor het toewijzen van gidsen aan de groepen. Samen met een programmeur heeft ze een gidsenplanningssysteem opgezet. Daardoor kunnen gidsen zelf in het systeem inloggen om te zien wanneer ze moeten gidsen, welke groep ze krijgen en welk programma ze moeten verzorgen en kan ze zelf aan het eind van de maand met één druk op de knop een overzicht van de gewerkte uren maken. Huysman wil de processen optimaliseren en de manier van denken die daarvoor nodig is, heeft ze uit haar aio-tijd overgehouden. ‘Er is een probleem: je hebt zoveel gidsen, die wisselend beschikbaar zijn en er zijn veel schoolreisjes. Die moeten aan elkaar gekoppeld worden. Hoe doe je dat zo handig mogelijk? Handigheid met de hulpmiddelen die ik ervoor gebruik, zoals het programma Excel, heb ik ook van mijn aio-tijd overgehouden.’
Los daarvan is de focus op kinderen de link met haar achtergrond. Zo weet ze hoe kinderen informatie opnemen en gebruikt die kennis bij het ontwikkelen van het materiaal. ‘Ik werk nu echt weer in de praktijk. En vooral: iedereen is altijd blij. Ook dat past bij mij, maar dat heeft niets met mijn achtergrond als psycholoog te maken.’