Lees verder
Na bijna elf jaar op de redactie van De Psycholoog realiseerde ik me: ik moet iets anders gaan doen. Niet omdat het niet uit te houden is op die redactie – integendeel– maar de gedachte als freelance journalist aan de slag te gaan gaf nieuwe energie en hield een belofte in van vrijheid en avontuur. Die lonkende toekomst werd gaandeweg steeds meer een nieuwe werkelijkheid die ik alleen nog maar hoefde binnen te stappen.
Jeroen van Goor

Na ampel beraad rond de kerst deelde ik mijn besluit mede aan mijn collega’s. Hoe nu verder, was de eerste reactie. Het zal wel goed komen, stelde ik ze gerust, de band wordt niet verbroken, dat gevoel is heel sterk, een opvolger is zo gevonden, let maar op, en met vragen over de computer kunnen jullie altijd bellen, tegen een uurtarief natuurlijk, haha, enzovoort.

En toen kwam corona. Mark Rutte vertelde ons dat we allemaal thuis moesten werken. Zonder het te beseffen had ik op 12 maart mijn laatste werkdag op de burelen van het NIP al achter de rug gehad. En uiteraard werd mijn geplande afscheidsborrel op 19 maart afgelast. Plotseling was die datum, die steeds meer gewicht had gekregen, betekenisloos geworden. Want die dag is op moment van schrijven (18 maart) in zekere zin al verleden tijd, terwijl hij morgen toch echt zal aanbreken.

Dat voelt alsof je op twee plaatsen tegelijkertijd bent. Zeer vervreemdend, zoals deze hele coronacrisis dat is. Er schuilt iets treurigs in zo’n onbewust afscheid, maar misschien ook een les: een einde laat zich niet altijd aankondigen. Wat ons, zoals elke overweging dezer dagen, onvermijdelijk terugvoert naar de coronacrisis. Wat staat ons te wachten? Hoe lang gaat dit nog duren? Hoe erg wordt het en wat kunnen we doen?

Een van de meer zinnige antwoorden op die laatste vraag las ik in een column in Humo van Wim Derave, professor in de geneeskunde aan de universiteit van Gent (https://bit.ly/33qe1gG). Wij zijn in oorlog met een onzichtbaar virus, schrijft hij, en onze frontsoldaten zijn de zorgverleners. ‘In een normale oorlog hangt de ernst van het gevecht niet af van de discipline van je eigen achterhoede. Nu wel. Hoe meer wij ons nu gedragen, hoe minder de kans dat onze frontsoldaten binnen enkele weken door de knieën gaan.’

Met ‘ons gedragen’ doelt hij op het naleven van de richtlijnen om besmetting te voorkomen, die nog steeds door velen weinig serieus worden genomen. Hoe kun je dat gedrag in goede banen leiden? Een vraag waar gedragswetenschapper Reint Jan Renes vast antwoord op heeft. Het toeval wil dat ik hem heb geïnterviewd voor mijn laatste artikel in dit mooie blad, over gedragsverandering met het oog op duurzaamheid. Dat zal ik deze week afmaken vanuit huis, in alle eenzaamheid.

En die lonkende toekomst? Die ziet er nu een stuk grimmiger uit, vooral voor degenen die de ziekte zullen krijgen, en hun naasten. Handen wassen dus en vooral niet schudden, thuisblijven en geen afscheidsborrels houden.

Gelukkig voor alle (freelance) journalisten betekent het coronavirus ook nieuws, en in die zin: werk.