Zo’n tien jaar geleden vroeg ik een Vidi-subsidie aan. Ik wilde sociale interacties bij psychose gaan onderzoeken met behulp van spellen uit de speltheorie. Mijn onderzoeksvoorstel werd doorgestuurd naar reviewers en een van hen suggereerde dat mijn onderzoek ermee geholpen zou zijn als we ook met een econoom zouden gaan praten. Zelf was ik er niet opgekomen, maar ik vond het onmiddellijk een heel goed idee.
Ik werkte nog in Maastricht en heb op de website van de universiteit gekeken of er een econoom op de universiteit was die ervaring had met economische spellen. Ik benaderde hem. De gesprekken met hem gaven me totaal nieuwe inzichten over hoe de discipline waarin je zit de manier beïnvloedt waarop je naar iets kijkt. Het gebruik van deceptie bijvoorbeeld, dat was destijds in de psychologie gemeengoed. Dat houdt in dat je bijvoorbeeld zégt dat een proefpersoon tegen een ander mens speelt, maar in het echt speelt hij tegen een computer.