Sven wordt door de huisarts naar mij verwezen omdat hij veel last heeft van doembeelden over de klimaatcrisis. De huisarts vermoedt een depressieve stoornis of een angststoornis. Sven is 35 jaar, hoogbegaafd en docent maatschappijleer op een middelbare school. Hij is getrouwd en heeft een zoontje van drie jaar. Sinds zijn geboorte heeft Sven slaapproblemen en ervaart hij somberheid over de toestand van de wereld. Hij ziet voor zich dat er geen water meer is, dat mensen vechten om voedsel. Hij voelt zich het grootste gedeelte van de dag somber en hopeloos over de klimaatcrisis en heeft weinig energie.
Zo’n vier jaar profileer ik me nu als gz-psycholoog en klimaatpsycholoog en druppelen er cliënten binnen met dit soort klimaat-gerelateerde psychische klachten. In sommige gevallen is het psychisch lijden zo erg dat zij voldoen aan een dsm-5 stoornis. Bij Sven stelde ik na de intake een dysthyme stoornis vast: een neerslachtig en lusteloos gevoel over een lange periode (van minstens twee jaar) dat het functioneren beperkt.
In Engeland ontstonden zo’n vijftien jaar geleden al de eerste discussies over de termen ‘klimaatangst en ‘klimaatdepressie’ door de organisatie Climate Psychology Alliance. Ook ik probeer meer grip te krijgen op deze termen. Hoe moeten we hier in de klinische psychologie mee omgaan? En: hoe verhoud ik mij in de behandelkamer tot deze nieuw ontstane termen?
Volgens de Amerikaanse psycholoog Thomas Doherty kan klimaatverandering op verschillende manieren invloed hebben op de psychische gezondheid (Doherty, 2018; 2022). Hij onderscheidt drie groepen. Allereerst de mensen die direct getroffen worden door klimaatverandering. Bijvoorbeeld door overstroming, droogte of bosbrand en alle gevolgen daarvan. Daarnaast zijn er mensen die indirect worden getroffen doordat ze bijvoorbeeld moeite hebben met het betalen van hogere voedselprijzen als gevolg van mislukte oogsten. De derde groep bestaat uit mensen zoals Sven. Zij worden niet direct getroffen door klimaatverandering, maar ervaren wel psychologische klachten zoals angst en machteloosheid.
Eco-emoties
Met eco-angst of eco-depressie in de DSM of ICD zou ik me zorgen maken dat dit een politiek instrument voor klimaatactie wordt, in plaats van een klinische diagnose
Om psychologen uit alle vakgebieden te helpen in het ondersteunen van mensen die op welke manier dan ook door de klimaatcrisis getroffen worden, bracht de klimaatveranderingswerkgroep van de efpa, de European Federation of Psychologists’ Associations, in mei 2023 een glossary uit. Daarin is een lijst opgenomen met wetenschappelijk beschreven termen en emoties die te maken hebben met natuur, milieu en klimaat (zie kader). Volgens de werkgroep verwijzen eco-emoties naar de ‘affectieve reacties die significant verband houden met de eco-sociale crisis’. Volgens de werkgroep zijn er verschillende factoren die de emoties van mensen op een bepaald moment kunnen beïnvloeden: hun algemene levenssituatie, hun eigen karakter en waarden, dagelijkse gebeurtenissen, sociale dynamiek en de specifieke (acute) gevolgen van een eco-sociale crisis.
De vraag is natuurlijk: waarom zijn hiervoor speciale begrippen nodig? De psychologie kent veel literatuur als het gaat om de begrippen als affect, emotie, gevoel en stemming, is dat niet voldoende? Misschien niet. Sinds ik mij bezighoud met klimaatpsychologie merk ik dat er specifieke kenmerken zijn aan emoties omtrent de klimaatcrisis. De klimaatcrisis is een collectief probleem dat je als individu niet kunt oplossen. Klimaatwetenschappers waarschuwen dat het de verkeerde kant opgaat als we niet ingrijpen; ook zij kampen soms met gevoelens van machteloosheid en somberheid. Aan andere rampen, of de gevolgen daarvan, komt vaker een einde.
Daarnaast is het een crisis die ons allemaal raakt. Er kan een sluimerende staat van machteloosheid, onvrede, angst en of verdriet ontstaan die het functioneren wel degelijk belemmert. Rouwen om verlies van de biodiversiteit en depressieve gevoelens komen ook voor. Daarnaast zijn er ook positieve emoties zoals hoop, optimisme en empathie (Pihkala, 2022).
Zakelijke context
Ik besluit mijn licht op te steken bij de Poolse psycholoog Weronika Kalwak van Jagiellonian University te Kraków in Polen. Zij neemt als een van de dertig psychologen deel aan de efpa working group on Climate Change en publiceert regelmatig over ecologische- of klimaatemoties. Samen met Vanessa Weihgold (Kalwak & Weihgold, 2023) probeerde ze de geschiedenis van de term eco-angst te traceren.
‘Het lijkt dat de term in 1980 in de vs voor het eerst gebruikt is,’ zegt Kalwak. ‘Waarschijnlijk ontstaan in een zakelijke context, niet in een klinische.’ Na een radiostilte won de term weer aan populariteit om gevoelens van machteloosheid te omschrijven, zo rond 2009 na de klimaatconferentie cop (Conference of Parties) in Kopenhagen. ‘Ik denk dat de toenemende populariteit van eco-angst en klimaatdepressie in de media, in alledaagse taal en hierdoor in academisch onderzoek, een sociaal-politiek discours kent.’ Geen termen die in de klinische praktijk ontstaan zijn dus.
Het onderzoek is nog niet klaar, Kalwak geeft aan dat ze meer tijd en diepgaander onderzoek nodig heeft om te begrijpen hoe deze klimaatangst en somberheid past in de geestelijke gezondheid en de behandelpraktijk. Evenmin weet ze hoe vaak klimaatangst voorkomt. ‘We zijn niet eens zeker van de prevalentie van depressie en angststoornissen buiten de klimaatcontext, omdat dit niet in alle landen wordt bijgehouden. Er zijn slechts enkele schattingen.’
Nieuwe diagnoses zoals klimaatdepressie zonder een degelijke fundering uit klinisch wetenschappelijk onderzoek lijken mij niet opportuun
Wel geeft ze aan dat er enkele onderzoeken naar angst voor klimaatverandering zijn gedaan, met de recent ontwikkelde vragenlijsten. ‘Deze laten meestal zien dat hoge niveaus van deze negatieve klimaatemoties zeer zeldzaam zijn. Al gaan deze onderzoeken meestal in op relaties tussen klimaatemoties of angst voor klimaatverandering en betrokkenheid bij milieuvriendelijk gedrag of collectieve klimaatactie. Ze gaan niet over het mentale gezondheidsaspect van klimaatemoties.’
Als het gaat om klimaatangst of -depressie opnemen in de dsm of icd maant Kalwak dan ook tot voorzichtigheid. Niet dat ze denkt dat er geen mensen lijden of gezondheidsproblemen ervaren naar aanleiding van de klimaatcrisis. Ze gelooft zeker dat deze problemen soms onderwerp zijn van diagnose en behandeling. Maar op dit moment weten we volgens Kalwak gewoonweg nog niet genoeg. ‘In de psychologie van klimaatverandering staan we aan het begin van het proces van het genereren van evidencebased kennis over deze kwesties. Onze concepten zijn nog erg algemeen en voorlopig. Belangrijker nog, ze zijn sterk beïnvloed door het besef van de urgentie van klimaatactie en gerelateerde politieke en morele ideeën.’
Ze vertelt dat ze zich er altijd van bewust is dat er een politieke en morele ondertoon zit in kennis en praktijk op het gebied van geestelijke gezondheid. ‘In dit geval geloof ik echter dat ons bewijs zo voorlopig is dat alles wat we weten over eco-angst overwegend moreel en politiek is. Met eco-angst of eco-depressie in de dsm of icd zou ik me zorgen maken dat dit op de een of andere manier een politiek instrument voor klimaatactie wordt, in plaats van een klinische diagnose.’
Anxiety
Voor een Nederlands perspectief spreek ik met Jaap van der Stel, emeritus lector geestelijke gezondheidszorg aan de Hogeschool Leiden. Ook hij heeft bedenkingen bij het opnemen van eco-emoties in de dsm. ‘Ik denk dat een klimaatdepressie geen ‘stoornis’ is maar wel dat klimaatissues een rol kunnen spelen bij de affectieve toestand of ontwikkeling van iemand. Iets voelen ten aanzien van de klimaatcrisis, zoals bezorgdheid of somberte, is een normale reactie op een abnormale situatie.’
Ook erkent hij dat de vertaling naar het Nederlands wat troeblerend kan werken. ‘De term anxiety kent een hele brede betekenis in diverse landen, zo wordt het soms ook vertaald als bezorgdheid of ongerustheid. In Nederland hebben we het steeds over ‘angst’. De term ‘klimaatangst’ ligt daardoor heel dicht aan tegen een angststoornis.’
Daarnaast ziet hij nog het probleem van de (zelf)stigmatisering die op de loer ligt zodra we termen als klimaatdepressie gaan normaliseren en plakken op bezorgde mensen. ‘In de ggz zijn zat verhalen bekend waaruit blijkt dat dit soort etikettenplakkerij fnuikend werkt op het functioneren van mensen. Doe het dus niet!’
Besluit
Na deze gesprekken en nader onderzoek is mijn voorlopige conclusie dat ik de termen klimaatdepressie en klimaatangst in de klinische praktijk liever wil vermijden. Nieuwe diagnoses zoals klimaatdepressie, zonder een degelijke fundering uit klinisch wetenschappelijk onderzoek lijken mij niet opportuun. Vooral doordat deze termen in het Nederlands gerelateerd zijn aan stoornissen en daarmee niet erg helpend in het bevorderen van veerkracht. Voorlopig kunnen we prima uit de voeten met de bestaande klinische kaders (en classificaties) die er nu liggen, waarbij beschrijvende diagnoses in mijn ogen duidelijker en behulpzamer zijn dan classificaties uit de dsm-5.
Toch kunnen sommige termen uit de klimaatpsychologie wel nut hebben. Het is essentieel om emoties en gevoelens in de huidige context van de klimaatcrisis te erkennen. Een parapluterm als eco-emoties kan ik makkelijk omarmen, alhoewel hier ook wel meer wetenschappelijke onderbouwing nodig lijkt. Het zou mooi zijn als we emotionele processen gerelateerd aan de klimaatcrisis beter kunnen doorgronden. Zaken als rouwprocessen, engagement, klimaatrechtvaardigheid, sociale ongelijkheid, informatieverwerking lijken sterk van invloed, dus complex is deze zoektocht wel. Gedachten en gevoelens over klimaatontwrichting en somatische effecten (bijvoorbeeld het effect van hitte bij bepaalde psychofarmaca) kunnen op iemands psychische gezondheid van invloed zijn. Ook kunnen we ons in de ggz nog meer voorbereiden op traumaproblematiek na het meemaken van daadwerkelijke klimaatgerelateerde rampen, zoals de overstromingen in Limburg in 2021.
Daarnaast denk ik, net als de American Psychological Association (apa, 2022) en de World Health Organization (who, 2022), dat er ongelofelijk veel werk voor psychologen te doen is. De subdisciplines klimaatpsychologie en omgevingspsychologie verdienen daarom wat mij betreft de volle aandacht zodat zij zich verder kunnen ontwikkelen. Het is ongelofelijk boeiend en belangrijk om de processen van collectieve gedragsverandering en emotieregulatie in een tijd van klimaatontwrichting goed te begrijpen vanuit meerdere vakgebieden tezamen. Het delen van informatie, zowel uit wetenschappelijk onderzoek als de praktijk, kan helpen eco-emoties, of klimaatgerelateerde psychische klachten verder te doorgronden. Ultrakort en ongenuanceerd ziet het er nu zo uit in mijn feilbare brein: klimaatdepressie en klimaatangst: nee. Eco-emoties en klimaatpsychologie: ja, meer onderzoek graag! Ik heb de wijsheid niet in pacht, dus hoor heel graag wat mijn vakgenoten vinden van deze gedachten.
Sven volgde uiteindelijk drie sessies therapie na de classificatie dysthyme stoornis. Met één emdr-sessie lukt het ons om spanning en sensaties bij zijn doembeelden te verminderen. Sven vertelt ook dat hij het lastig vindt gelijkgestemden te vinden, en dat hij van plan is deze te gaan zoeken binnen een milieuorganisatie. In de derde sessie meldt Sven dat hij verder kan zonder therapie. Hij geeft aan dat hij nieuwe inzichten heeft gekregen in hoe zijn gedachten werken. Hij maakt zich nog wel druk om het klimaat, maar voelt zich er minder somber bij. Hij heeft zich aangesloten bij een milieuorganisatie. Hoewel hij hier op dit moment nog niet zo veel doet, wordt hij er wel vrolijker van.
Literatuur
- American Psychological Association, A. T. F. on C. C. (2022). Addressing the climate crisis: An action plan for psychologists (Issue February). https://www.apa.org/science/about/publications/ climate-crisis-action-plan.pdf.%0AII.
- Doherty, T. J. (2018). Individual impacts and resilience. In Psychology and Climate Change (pp. 245–266). Elsevier.
- Doherty, T. J., Lykins, A. D., Piotrowski, N. A., Rogers, Z., Sebree, D. D., & White, K. E. (2022). Clinical Psychology Responses to the Climate Crisis. In Comprehensive Clinical Psychology (pp. 167–183). Elsevier.
- EFPA Expert Reference Group – Climate Change and Psychology – Glossary
- Kalwak, W & Weihgold, V., The Relationality of Ecological Emotions: An Interdisciplinary Critique of Individual Resilience as Psychology’s Response to the Climate Crisis. Front. Psychol., 27 April 2022.
- Sec. Environmental Psychology Volume 13 – 2022 |
- Pihkala, P. (2022). Toward a Taxonomy of Climate Emotions. Frontiers in Climate, 3(738154).
- World Health Organization. (2022). Mental health and climate change: policy brief. 1–16.
Illustratie: Chiara Arkesteijn