Nu studeer ik Digital Society aan de Universiteit van Maastricht. Ik ben eerstejaars. De studie bestaat pas twee jaar, dus er zijn nog geen derdejaars, dat is best gek. Digital Society kun je vergelijken met een soort moderne variant van communicatiewetenschappen. We leren onder meer over hoe je mensen online kunt beïnvloeden en hoe ze reageren op wat er online gebeurt. Ik houd van technologie en ook van interacties met anderen. Daarom is deze opleiding eigenlijk perfect voor mij.
Af en toe zit er ook een vleugje psychologie in de vakken. Stel dat je online enkel nog nepnieuws tegenkomt, bijvoorbeeld over dat 5G corona veroorzaakt, dan ga je op den duur daarin geloven. Vervolgens neem je ook de moeite niet meer uit te zoeken wat klopt, en wat niet en ontstaat er een vicieuze cirkel. Zo beland je in een zogenoemde ‘rabbit hole’, of filterbubbel. Grote bedrijven kunnen dus door advertenties met nepnieuws inspelen op wat gebruikers denken. En omdat deze technologieën relatief nieuw zijn, bestaan er amper regels. Volgens mij snappen veel ambtenaren ook niet precies hoe dit alles werkt.
Tot nu toe, maar ik heb pas vijf vakken gehad, vind ik alles wat ik leer erg interessant. We leren bijvoorbeeld over hoe overheden met onder meer bewakingscamera’s steeds meer te weten komen over hun burgers. Is dat nu veilig? Of juist een schending van onze privacy? We hebben het ook over de opkomst van alle technologische ontwikkelingen, waaronder Big Data. En we schrijven essays zoals over hoe we vinden dat we onszelf online presenteren. En over hoe anderen dat doen. Het is leuk dat je daarin een touch van je eigen mening mag geven.
Ik merk dat veel mensen bang zijn voor Big Data, ook als ze er niet veel van afweten. Veel bedrijven gebruiken Big Data, denk ik, vanwege goede redenen, niet om te pesten. Maar goed, ik kijk best positief tegen Big Data aan en denk dat de voordelen opwegen tegen de nadelen. Met Big Data kun je op een gegeven moment bijvoorbeeld gedrag gaan voorspellen.
Polarisatie
Big Data hebben ook nadelen. Zo gebruiken Facebook en andere sociale media algoritmes om hun gebruikers zo lang mogelijk op hun platform te houden. Aan de hand van waar gebruikers naar kijken, waar ze op klikken en wat ze leuk vinden, vullen die algoritmes hun feed (een pagina met berichten waar je doorheen scrolt, zoals de homepagina van Facebook, red.). Arjen Lubach laat dit ook zien in zijn tv-programma Zondag met Lubach.1 Hij bekeek eenmalig een video over complottheorieën rond het coronavirus en krijgt vervolgens enkel nog video’s voorgesteld over andere samenzweringen. Zo ontstaat tunnelvisie en zijn er steeds meer mensen die bijvoorbeeld denken dat de aarde plat is. Het internet zorgt voor polarisatie. Algoritmes versterken jouw mening en online discussies zijn minder genuanceerd dan face-to-face. Er is online minder ruimte voor het perspectief van mensen die anders denken. Big Data spelen een rol in de toename van complotdenkers, daarvan ben ik heel zeker.
Dat Facebook extreemrechtse en -linkse groepen verwijdert, vind ik een goed idee. In zo’n ‘rabbit hole’ zitten, heeft negatieve gevolgen. Zelf probeer ik trouwens de algoritmes die sociale media gebruiken te omzeilen. Tik Tok (socialmedia app waarin korte muziekvideo’s gedeeld worden, red.) houdt bijvoorbeeld bij hoelang je een video bekijkt. Hoewel ik het leuk vind dansvideo’s te bekijken, probeer ik toch snel verder te scrollen. Ik wil niet enkel dansvideo’s te zien krijgen. Het is goed deze kennis te hebben, al leidt het er wel toe dat ik iets minder ontspannen op het internet surf.
Algoritmes kun je ook een beetje storen door op iedere socialmedia-app een andere naam te nemen. Als Facebook en Twitter dan informatie uitwisselen, kunnen hun algoritmes jouw accounts niet aan elkaar koppelen en hebben ze uiteindelijk een minder volledige online identiteit van jou.
‘ Big Data spelen een rol in de toename van complotdenkers, daarvan ben ik heel zeker’
Facebook kan ook advertenties enkel aanbieden aan hele specifieke doelgroepen. Trump heeft dat ingezet tijdens zijn verkiezingscampagne tegen Hilary Clinton. Hij schakelde Russische bedrijven in die allerlei informatie verzamelden van Amerikanen en heeft vervolgens heel gericht advertenties met nepnieuws over Hilary Clinton verspreid. In wijken waar bijvoorbeeld veel niet-westerse Amerikanen wonen, en die dus hoogstwaarschijnlijk niet op Trump stemmen, adverteerde hij dat Clinton een racist is.
Mogelijk wil ik wel socialmediacoördinator worden. Dat heb ik ook weleens als bijbaan gedaan. En ik had zelf een kledingbedrij¦e met vrienden waarin ik die rol ook op me nam. Het lijkt me leuk voor een groot bedrijf te werken, zodat berichten veel mensen bereiken. En ik zoek ook wel interactie met anderen, al is het online. Misschien wil ik wel voor iets als het Europees Parlement werken. Zij kunnen advies van iemand met kennis van digitale tools en gedragsbeïnvloeding prima gebruiken!’
- Zie ook de uitzending De online fabeltjesfuik van Zondag met Lubach van zondag 18 oktober 2020 via https://www.npostart.nl/zondag-metlubach/18-10-2020/VPWON_1314457.
Beeld: Philip Driessen