Lees verder
Ons tbs-systeem is een goed functionerend systeem waar in het buitenland geregeld jaloers naar wordt gekeken. Maar de kritiek is in Nederland niet van de lucht, zeker als het misgaat. ‘Het is onze taak incidenten te voorkomen,’ aldus Martijn Koerhuis, geneesheer-directeur van tbs-kliniek de Kijvelanden, waar in 2017 een steekincident plaatsvond. Maar helemaal geen incidenten, dat bestaat niet. Hoe balanceer je op het slappe koord tussen tbs’ers helpen goed terug te keren in de samenleving en de buitenwereld tegelijkertijd een veilig gevoel geven? De Kijvelanden ontvangt De Psycholoog en laat zien hoe het er binnen de muren van de kliniek aan toegaat.
Geertje Kindermans

Tbs-klinieken doen hun uiterste best om incidenten te voorkomen, maar soms gaat het mis, dat is onvermijdelijk. En dan is het makkelijk om vanaf de kant te roepen dat het niet had mogen gebeuren. Natuurlijk mocht het niet gebeuren, maar soms gebeurt het wel. Tbs-kliniek de Kijvelanden kreeg zo’n incident te verwerken en wil wel wat openheid van zaken geven. Wat gebeurde er? Hoe kon het zover komen? Wat is er na het voorval veranderd? En ook: hoe ga je om met kritiek in deze situatie?

Schaar

Het is vrijdag 3 februari 2017 als Michel T. een schaar vraagt aan zijn sociotherapeut om een draadje van zijn trui af te knippen. Hij krijgt de schaar en vanuit het niets steekt hij zijn therapeut neer. Die zal twee dagen later aan zijn verwondingen overlijden. Dit incident doet veel stof opwaaien, er wordt veel over gespeculeerd. T. zou ritalin hebben gesnoven, er worden in de kliniek sowieso veel drugs gebruikt, dit is niet het eerste incident, er werkt onvoldoende gekwalificeerd personeel in de kliniek en het bewijst maar weer eens dat het tbs-systeem sowieso niet functioneert. Voor de Kijvelanden voelt het ongepast om op dat moment te reageren op het rumoer. Bovendien heeft men het druk om alles intern in goede banen te leiden. Inmiddels is het een paar jaar later en wil men De Psycholoog te woord staan. We spreken met de directeur, een gz-psycholoog en een patiënt.

Psychiater Martijn Koerhuis is directeur van het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden, van Fivoor. De tbs-kliniek ligt in Poortugaal, nabij Rotterdam. Koerhuis werkte pas een maand bij de kliniek toen het steekincident plaatsvond. ‘Ik zat in een ruimte toen het alarm afging,’ vertelt hij. ‘Er gaat wel vaker een alarm af, maar deze keer hield het lang aan. Een alarm wordt afgegeven op een bepaalde locatie, dus liepen we in de richting van de plek. Daar hoorde ik dat er een collega was neergestoken.’

Gz-psycholoog Fleur de Reus, hoofd behandeling bij de Kijvelanden, had de betreffende dag ook dienst. ‘Ik werk al tien jaar bij de kliniek, maar iets met deze impact heb ik nog nooit meegemaakt, niet ervoor en niet erna. Even stort alles in, en dat gebeurde bij iedereen.’ Toch was er voor de medewerkers geen tijd om bij te komen. De Reus: ‘Onze veiligheidsprotocollen werden in gang gezet. Het bedrijfshulpverleningsteam (BHV) werd opgeroepen, er werden hulpdiensten ingeschakeld en alle direct betrokken medewerkers werden naar een vergaderruimte gebracht. Ik bleef, omdat het mijn rol was om te coördineren.’

Na zo’n incident gebeurt er veel tegelijkertijd. Het slachtoffer werd gestabiliseerd en daarna naar het ziekenhuis gebracht. De tbs’er – op dat moment nog verdachte – werd naar zijn kamer gebracht, waar een arrestatieteam van de politie hem kwam ophalen. Hij zou later ergens anders worden geplaatst, zonder dat de Kijvelanden daar verder nog bemoeienis mee had. Ook werden alle andere patiënten ingesloten. ‘Er moest eerst overzicht komen, de veiligheid moest gewaarborgd worden,’ vertelt Koerhuis.

Het behandelteam van de afdeling waar het incident plaats had gevonden, kwam bij elkaar. Ondertussen begon de politie met het verhoren van de medewerkers. Ook de familie werd ingelicht. In de loop van de dag gingen de afdelingen weer open, en werden de patiënten in de kliniek ingelicht over de situatie. Op de betreffende afdeling werden extra medewerkers ingezet.

Crisisteam

De dagen erna werden informatiebijeenkomsten georganiseerd voor de medewerkers. Er was een crisisteam dat zich bezighield met de vraag hoe het verder moest. En toen maandag de werkweek weer begon, werd er aan het begin van elke dienst een bijeenkomst gehouden om alle medewerkers op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen en om te zien hoe het met iedereen ging, of er iets was voorgevallen en of er patiënten onrustig waren.

De Reus schetst de sfeer. ‘Er was een grote verslagenheid onder de medewerkers, om de collega en de familie, maar ook om het gegeven dat een ernstig incident als dit kan gebeuren op het werk. Maar na zo’n incident is er ook veel saamhorigheid onder de medewerkers. Iedereen was bereid te doen wat nodig was.’ Er werd ook een traumapsycholoog ingeschakeld. Zelf voerde De Reus een gesprek met haar toen ze aansloot bij een teamoverleg, maar een individuele behandeling was niet nodig. De Reus: ‘Iedereen heeft behoefte aan iets anders, ik wilde vooral mijn werk gewoon kunnen doen. Bij mij is het gevoel misschien pas echt een jaar na het incidentdoorgedrongen. Ik ben eerst gaan handelen en aan het werk gegaan.’

Risico’s

‘Bij patiënten geeft zo’n incident altijd spanning. Niet iedereen ging er even sociaal mee om,’ zegt Koerhuis. ‘Een deel was angstig en dacht: ik had ook het slachtoffer kunnen zijn, een enkeling was verdrietig. En een kleine groep was boos en maakte de kliniek verwijten.’

Bij patiënten moeten de risico’s altijd in de gaten worden gehouden. Omdat een klein aantal patiënten vrij heftig op het incident reageerde en hun profiel er aanleiding toe gaf, waren er zorgen over eventueel copycat-gedrag. Daarom werden er uiteindelijk drie patiënten naar andere tbs-klinieken uitgeplaatst in de week na het incident.

Verder werd er een opnamestop ingesteld, die tot juni 2017 zou duren.

Stabiliteit

In de tweede week na het incident volgen overleggen met de Raad van Bestuur en later ook de ondernemingsraad over hoe de stabiliteit in de kliniek terug te krijgen. Ook het aantal overleggen met de patiëntenraden werd geïntensiveerd, om meer grip te krijgen op de geluiden van onvrede.

Een goed contact met patiënten is van belang voor een veiliger klimaat in de kliniek. ‘We moeten ervoor waken dat er alleen contact is met het hogere echelon als er iets ergs aan de hand is,’ zegt Koerhuis. ‘Daarom willen we investeren in het contact met patiënten. En dan niet alleen door een goede behandeling, maar ook door het creëren van een prettig klimaat binnen de kliniek. Dat kan op allerlei manieren, tot en met het organiseren van leuke dingen aan toe, zoals De Sterkste Man van de Kijvelanden of een sushiworkshop.’

‘Na zo’n heftige gebeurtenis heeft iedereen behoefte aan iets anders. Ik wilde vooral gewoon werken’

De buitenwereld

Dit gebeurde allemaal binnen de muren van de kliniek, maar ook de buitenwereld reageert op zo’n incident. Reactie vanuit de politiek was nog redelijk terughoudend, maar de pers zat er bovenop. Hoe ging de kliniek met bemoeienis van buiten om? Koerhuis: ‘Je leest allerlei berichten, mensen vinden er van alles van en wij vonden wel iets van bepaalde berichten. Maar het is lastig om naar voren te treden, want je wekt snel de verkeerde indruk, bijvoorbeeld dat je weg wilt maken wat er is gebeurd. Als we wijzen op de personeelstekorten die sinds de bezuinigingen zijn ontstaan, kan men denken dat we onze verantwoordelijkheid proberen te ontlopen. Dat is zeker niet wat we willen. Bovendien willen we de nabestaanden dat gevoel al helemaal niet geven. En verder lag onze focus op alles wat we intern moesten doen. Daarom hielden we ons op de vlakte.’

Toch moet de kliniek op een gegeven moment wel naar buiten treden, stelt Koerhuis. Maar hoe doe je dat? En wanneer? Koerhuis: ‘Het gaat erom dat we beter uitleggen wat we doen en hoe relatief veilig het hier al met al is. Zo’n steekincident is verschrikkelijk, dat wil niemand, het is onze taak ook dat te voorkomen. Maar het zijn incidenten. Het lastige is dat die breed worden uitgemeten. En ook dat het risico erop wordt verengd tot: dat had nooit mogen gebeuren.’

Dat is niet reëel, vervolgt Koerhuis. ‘Een volledig incidentvrije tbs bestaat niet. Dan zouden we hem helemaal moeten afschaffen. Maar dat is niet per se veiliger. Want dan hou je mensen binnen tot hun straf is afgelopen en dan staan ze in één keer buiten… Wat ik bedoel te zeggen: tbs is een goed systeem. Er valt van alles te verbeteren, dat doen we ook, maar het moet ook binnen een beperkt budget. En dan nog is het lastig om alle partijen recht te doen – de nabestaanden, slachtoffers, patiënten, medewerkers én de maatschappij. Onze focus ligt om te beginnen hier binnen, dat het voor de patiënten en medewerkers zo veilig mogelijk is. En op de omgeving als patiënten met verlof gaan.’

Ter illustratie geeft Koerhuis een voorbeeld van een brand die in 2018 uitbrak. ‘Ik zat op mijn kamer toen het alarm afging en lang aanhield. Ik ging kijken, ik was daar tien minuten, toen ik door justitie werd gebeld: waarom waren zij niet geïnformeerd over de brand? De brand had al binnen een kwartier op internet gestaan. Ik heb geantwoord: “Als hier een brand uitbreekt, is er maar één prioriteit: medewerkers en patiënten in veiligheid brengen en de brand blussen. Daarna komt de rest.”

‘Maar tbs is effectief,’ zegt Koerhuis. ‘De kans op recidive is na een tbs-behandeling twee tot drie keer lager dan bij iemand die met een vergelijkbaar delict geen tbs-behandeling heeft gehad.’

Perspectief

Als we tbs’er Willem spreken (niet zijn echte naam) dan illustreert hij het nut van tbs als hij vertelt over hoe hij zijn tbs-tijd beleeft. ‘Toen ik hier in het begin was, zag ik geen uitweg. Als het eindeloos gaat duren, ga je je ernaar gedragen. Ik was opstandig en had veel issues. Ik werkte niet mee.’

Willem kwam in de kliniek nadat het steekincident zich had voorgedaan. Hij hoorde er wel over van medepatiënten, maar wil daarover niet zoveel kwijt. Voor Willem kwam de omslag in zijn houding toen hij met zijn behandelaren over verlof begon te praten. Vanaf dat moment kreeg hij iets meer perspectief. Willem: ‘Niet dat ik voorbeeldig ben, maar ik doe wel mijn best, omdat ik iets te verliezen heb. Als ik nu ruzie zoek of niet meewerk, krijg ik geen verlof. Daarom ga ik anders met mijn kwaadheid om, ik begin niet gelijk te schelden, maar probeer het op een normalere manier. En als je dat vaker doet, wordt het op een gegeven moment een gewoonte.

Dat iedereen over een kam wordt geschoren, vindt Willem een slechte zaak. ‘Nu is een verlenging van de tbs-maatregel standaard twee jaar. Maar wat voor de één goed werkt, hoeft voor de ander niet te werken. Bij sommigen heb ik dat gevoel ook, die moet je niet meer loslaten. Maar anderen, zoals ik… Ik ben een ruwe diamant, een beetje schuren en dan kan er echt iets moois uitkomen.’

Rapport

In maart 2018 komt het rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid uit over het steekincident1. Daarin concludeert de inspectie dat de leiding onvoldoende heeft gereageerd op de signalen die er waren over zaken die niet goed gingen. Daar kon het nodige aan verbeterd worden. Maar aan de andere kant moet de forensische sector voldoende geld krijgen om hun ingewikkelde werk te kunnen doen, dus er was ook kritiek op de bezuinigingen. Want in 2013 zijn de tarieven voor de forensische zorg met ongeveer vijftien procent teruggebracht, waardoor er gereorganiseerd moest worden. Toen is de bezetting naar beneden gegaan en is er een managementlaag tussenuit gehaald. Achteraf was dat misschien niet de beste keus. Koerhuis legt uit: ‘Die managers waren er om mensen op de afdeling aan te sturen. Door hen te schrappen, was er minder ruimte voor coaching, aansturing en begeleiding. Maar het is cruciaal in dit vak dat er mensen meekijken met de begeleiders, mensen die minder dicht op de patiënten zitten, zodat ze de grotere lijn in de gaten kunnen houden. Begeleiders kunnen in de waan van de dag soms wat te streng worden of juist te soepel. Dan is het belangrijk dat er iemand is met wie een begeleider kan brainstormen over hoe hij het anders kan aanpakken. Die geschrapte managementlaag hebben we opnieuw ingevoerd.’

‘Het gaat erom dat we beter uitleggen wat we doen en hoe relatief veilig het hier al met al is’

Vaste gezichten

De Reus werkt al tien jaar bij de Kijvelanden en stelt dat iedereen altijd al zijn best deed om goede zorg te verlenen. Maar inderdaad was de bezetting ten tijde van het incident krapper, het verloop was hoger en het was lastig nieuwe mensen binnen te krijgen. Alles bij elkaar waren er minder vaste gezichten op de afdeling. De meest ervaren medewerkers werden zoveel mogelijk over alle afdelingen verdeeld, zodat er geen totaal onervaren teams aan het werk waren. Maar daardoor zagen patiënten meer verschillende gezichten.

Hoe belangrijk goede en vaste bezetting van personeel is, blijkt ook uit het verhaal van Willem. Hij vertelt: ‘Het is belangrijk om als je ongenoegen voelt, je dat bijtijds kunt ventileren. Want als je het opkropt, loop je het risico op escalatie. Boosheid mag geen haat worden.’

Dat heeft hij moeten leren en dat kan alleen als er voldoende personeel rondloopt dat de tijd heeft naar hem te luisteren. Verder zegt Willem over vaste gezichten op de afdeling: ‘Het is prettig als je met vaste begeleiders werkt, want die kennen je, die herkennen het wanneer je boos bent. Iedereen reageert anders als hij niet lekker in zijn vel zit. Bij mij kun je het merken als ik stil word en me terugtrek. Van anderen weet ik dat ze juist drukker worden en bijvoorbeeld om alles gaan lachen. Er was een man op een afdeling die overmatig parfum ging spuiten en met folie van snoeppapiertjes zat te rommelen als hij zich niet goed voelde.’ Zoals er in de pers werd gesuggereerd, was de verdachte van het steekincident inderdaad onder invloed geweest. Het binnenkomen van drugs was al langer een probleem binnen tbs-klinieken, maar ook binnen psychiatrische inrichtingen en gevangenissen. Daartegen zijn maatregelen getroffen. Koerhuis: ‘We hebben de intensiteit van de controles verhoogd, we maken vaker gebruik van drugshonden, waardoor bezoek in meer gevallen wordt geweigerd. En voor bezoek en personeel zijn verschillende ingangen gemaakt, alle bezoekers worden gecontroleerd en het personeel krijgt incidentele controles.’

‘Als tbs eindeloos duurt, ga je je ernaar gedragen…’

Rommelen met drugs

Helemaal waterdicht kan het systeem nooit worden. De Reus: ‘Natuurlijk kunnen er nog drugs binnenkomen, dat is niet uit te bannen. Aan de andere kant is dat in de maatschappij ook het geval. Patiënten krijgen behandeling voor verslavingsproblematiek. Een deel van de behandeling gaat erover dat ze leren omgaan met hun verlangen of zucht, ook al zijn drugs soms voorhanden.’

Iets van die worsteling blijkt uit een tweegesprek tussen tbs’er Willem en zijn begeleider, die bij het gesprek aanwezig is. Willem gebruikte vroeger, maar is gestopt en koopt of verkoopt niets meer. Er wordt met drugs gerommeld, weten beiden. Vooral op risicodagen zoals met Kerst of op 31 december, is het onrustig in de kliniek. Dan roepen de begeleiders alle patiënten ter verantwoording en dat irriteert Willem. Want hij houdt zich buiten het gedoe met drugs. ‘Persoonlijk vind ik dat je het alleen tegen diegenen moet zeggen die erbij betrokken zijn.’ ‘Het is voor de veiligheid van ons allemaal,’ zegt de begeleider. ‘Ik zie daar van alles gebeuren en mijn handen jeuken. Ook al koop of verkoop jij niets, jij ziet hetzelfde gebeuren. En jij bent daar getrainder in dan ik.’

Willem: ‘Jawel, we staan er samen voor, maar ik doe het wel op mijn manier, ik laat iemand weten dat ik hem in de smiezen heb. Ze moeten niet naast mij gaan zitten. Maar als ze van me weg blijven, is het goed.’ Als hij naar de staf zou gaan, zou hij zich een verrader voelen. ‘Het is niet mijn pakkie an. Bajescode.’

Lang niet alles gaat goed, maar er zijn ‘stappen gemaakt’ aldus Koerhuis. Dan blijkt ook dat het lastig balanceren is. Want er moet inmiddels weer bezuinigd worden en daarom moet er weer een reorganisatie plaatsvinden. ‘Ik zeg niet dat de geschiedenis zich herhaalt,’ zegt Koerhuis, ‘maar het is de harde realiteit dat we de kosten moeten terugbrengen en dat is wrang, omdat we hard hebben gewerkt om het beter te maken. We staan er nu beter voor dan toen en doen de reorganisatie zoveel mogelijk in overleg, om tot zo verantwoord mogelijke keuzes te komen. Feit is wel dat we met beperkte middelen een ingewikkelde klus te klaren hebben. En het is ons aardig gelukt: we hebben na het steekincident de rust kunnen bewaren en maatregelen genomen om terug te keren naar stabiliteit.’

 

Beeld: De Kijvelanden

1. Het rapport is te vinden op de Rijksoverheid: https://tinyurl.com/s4tlnzj