Tijdens haar studie psychologie dacht Arlette Hazevoet (37) er al over om kinderpsycholoog te worden. ‘Maar toen stond ik niet stevig genoeg in mijn schoenen, ik vond mezelf te jong en studeerde daarom af in sociale psychologie. Na mijn afstuderen ging ik werken bij een bureau dat onderzoek deed op het gebied van verkeer en vervoer. Dat heb ik een paar jaar met plezier gedaan, maar de klinische praktijk bleef heel aanlokkelijk. Ik probeerde in die tijd wel aan de bak te komen als kinder- en jeugdpsycholoog, maar had niet de goede papieren.’
In navolging van een vriendin keerde ze zes jaar geleden terug naar de universiteit. ‘Ik besloot me bij te scholen tot ontwikkelingspsycholoog. Ik wilde met kinderen gaan werken binnen de ggz. Na mijn tweede studie heb ik het moeilijk gehad om vast werk te vinden. Ik heb wel als sociotherapeut gewerkt en als psycholoog op een werkervaringsplek, maar altijd tijdelijk. Nu werk ik ook op tijdelijke basis, bij Rivierduinen ggz, als onderzoeksassistent bij het psychotraumacentrum van de afdeling Kinderen en Jeugd. Dit wil ik graag blijven doen, en zou het willen combineren met werken als psychodiagnosticus en behandelaar.
Omdat ik geen BIG-registratie heb, ben ik niet zo interessant voor werkgevers, ondanks mijn werkervaring. Daarom ga ik beginnen met de opleiding tot cognitief gedragstherapeut. Dus ja, opnieuw de schoolbanken in, om meer kennis en vaardigheden op behandelgebied op te doen, iets wat ik op de universiteit nauwelijks heb geleerd. En het zou mooi zijn als die opleiding een ingang zou zijn tot een gz-opleiding.
Misschien was ik iets te optimistisch over mijn kansen op de arbeidsmarkt toen ik besloot een andere koers te gaan varen. Maar ik heb geen spijt. Het geeft me toch de meeste voldoening om uit te pluizen hoe je het beste een kind en zijn ouders kunt helpen met een bepaalde problematiek. Het leuke van werken met kinderen is dat je gedwongen wordt uit je eigen referentiekader te stappen. En het verveelt niet snel, want je maakt vaak grappige en onverwachte situaties mee. Ik blijf het dus proberen in deze richting, ondanks het onzekere bestaan dat het oplevert.’