Lees verder
Na een klacht van een cliënt omtrent een rapport krijgt Pia een waarschuwing van het College van Toezicht (zie het januarinummer). Over dezelfde situatie komt echter nóg een klacht, nota bene van een ervaren collega. Die stelt onder meer dat Pia het collegiaal appel heeft genegeerd en een slecht rapport heeft afgeleverd.
Henk Geertsema

Wat is er gebeurd?

Na een verkeersongeluk kan Carice, die werkt als zelfstandig gevestigd communicatieadviseur en trainer, haar werk niet meer doen. Zij doet een beroep op haar arbeidsongeschiktheidsverzekering. De verzekeringsmaatschappij laat haar onderzoeken op restverschijnselen. Nora, klinisch neuropsycholoog, verricht dit onderzoek en concludeert onder andere dat er sprake is van beperkingen ten aanzien van aandacht- en geheugenfuncties. Een zeker verder herstel acht zij zeer wel mogelijk.

Na drie jaar wil de verzekeringsmaatschappij een hernieuwd neuropsychologisch onderzoek. Carice wordt uitgenodigd bij een onderzoeksbureau, waaraan Pia als coördinator/neuropsycholoog nip is verbonden.

Over het rapport dat op basis van het onderzoek geschreven wordt is Carice zo ontstemd dat zij tegen Pia een klacht indient bij het College van Toezicht. Over de behandeling van deze klacht schreven we in het afgelopen januarinummer. Het College geeft Pia een waarschuwing.

Maar daarmee is de kous nog niet af. Over dezelfde situatie dient ook Nora een klacht in, de collega die drie jaar eerder een onderzoek met Carice had verricht. Carice vraagt aan Nora of die ook eens naar het nieuwe rapport van Pia wil kijken. Dat wil Nora wel en zij vraagt het rapport bij Pia op. Pia, die inmiddels elders werkte, geeft toestemming en de vraag om het rapport belandt bij het secretariaat. De secretaresse reageert pas als voor de tweede maal om het rapport wordt gevraagd. Dan stuurt zij per ongeluk een verkeerd rapport op.  Uiteindelijk ontvangt Nora het juiste rapport.

De klacht van Nora richt zich op drie onderdelen: Pia heeft het collegiaal appel van Nora genegeerd; Pia heeft een rapport opgestuurd met fouten en onjuiste interpretaties en conclusies en Pia heeft Nora aanvankelijk een verkeerd rapport opgestuurd. Nora vindt dat Pia al met al niet professioneel gehandeld heeft en dat Carice daar de dupe van is.

De reactie van Pia

Pia is het niet eens met de klacht van Nora. Haar reactie op de klacht over het slechte rapport kwam de vorige keer al ter sprake, toen we keken naar de klacht van Carice. Het gaat natuurlijk bij beide klachten om hetzelfde rapport. Verder vindt Pia dat zij niets kan doen aan het gestuntel van het secretariaat.

Wat vindt het College van Toezicht?

Het College van Toezicht oordeelt consequent zeer kritisch over het rapport bij de behandeling van deze klacht. Dit deel van de klacht wordt ook nu weer gegrond verklaard. Het College gaat echter niet mee met de visie van Nora dat Pia niet zou openstaan voor een collegiaal appel. Het heeft ongeveer twee weken geduurd voordat Nora het gevraagde rapport ontving. Dit is geen onredelijk lange termijn. Pia heeft hiermee in voldoende mate laten zien dat zij bereid was om over haar handelswijze verantwoording af te leggen. Daarmee heeft zij voldoende zorgvuldig gehandeld.
En dan de verzending van het rapport. Het was weliswaar de secretaresse, die al die fouten maakte, maar het College vindt op grond van artikel III.1.5.3 (zie kader 1) van de Beroepscode 2007 (Verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van medewerkers) dat Pia vóór verzending had moeten controleren of het gevraagde rapport werd toegestuurd. Daarom wordt ook dit deel van de klacht gegrond verklaard.

Het College komt tot de slotsom dat de klacht gedeeltelijk gegrond is en legt een waarschuwing op. Al met al dus twee waarschuwingen voor Pia voor een rapport waar zowel haar cliënt als een ervaren collega bezwaren tegen hebben.

Wat valt op?

Het gebeurt zelden dat de ene psycholoog tegen de ander een klacht indient. De beroepscode kent een artikel waarin wordt aangegeven hoe te handelen bij ernstige vragen bij het professionele handelen van een collega: artikel III.1.5.5 Collegiaal appel (zie kader 2). Is er in onze casus sprake van een dergelijk collegiaal appel? Het College meent van wel, omdat Pia het rapport aan Nora ter beschikking heeft gesteld. Dat is natuurlijk een eerste stap. Maar we lezen nergens dat er zoiets als een collegiaal gesprek heeft plaatsgevonden. Heeft Nora haar kritiek op het rapport ook rechtstreeks aan Pia laten weten? Heeft er een serieuze uitwisseling van visies plaatsgevonden? Dat is immers de kern van een dergelijk appel. Uiteraard in de veronderstelling dat de aangesprokene, Pia in ons geval, de kritiek serieus wil overwegen.

We lezen wel dat Carice met een beroep op het inzage- en correctierecht geprobeerd heeft wijzigingen in het rapport tot stand te brengen. Het zou kunnen – maar dit staat er niet expliciet – dat Carice dit gedaan heeft op basis van adviezen van Nora, die immers het rapport bekeek op verzoek van Carice.

Dit zou dan in de lijn liggen met wat ooit beschreven is door Leo de Nobel: in plaats van zelf een klacht in te dienen tegen een collega proberen psychologen cliënten bij te staan in het opkomen voor hun rechten door bijvoorbeeld het indienen van een klacht. Of zoals in de situatie van Carice door een beroep te doen op het correctierecht. Dit beroep op het correctierecht heeft echter niet gewerkt. Feitelijke onjuistheden moet worden gewijzigd, maar kritiek op de methode of de conclusies van de zijde van een cliënt worden niet altijd overgenomen. Hierbij gaat het om de inhoudelijke deskundigheid van de psycholoog. Kritiek van een collega die deskundig is op het betreffende gebied is natuurlijk van een andere orde en dient door de psycholoog ter harte te worden genomen.

Ook het oordeel van het College over de verantwoordelijkheid van Pia voor het versturen van het juiste rapport is belangwekkend. Je hoeft heus niet alles zelf te doen, maar je dient wel zorgvuldig en voorzichtig te zien in de samenwerking met anderen.

Twee klachten resulterend in twee waarschuwingen voor een slecht rapport: het moet wel een harde les geweest zijn voor de masterpsycholoog Pia. Zo iemand gun je toch eigenlijk het onderwijs van de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog, waarin plaats is voor een begeleide leersituatie.