Log in
Vrouwen zouden er meer van hebben dan mannen en ook mensapen beschikken erover: empathie. Het ‘vermogen tot inleven in een ander’ lijkt een onmisbaar concept voor elke hulpverlener, maar tijdens de opleiding tot psychotherapeut of psychiater wordt er amper aandacht aan besteed, poneert prof. dr. Greet Vanaerschot. Zij is co-auteur van het boek Empathie, het geheime wapen van psychotherapeuten en psychiaters, dat centraal stond tijdens een studiedag van Benecke in Amersfoort (zie ook: www.benecke.nl).
Tessa Vogelaar

Vanaerschot, gepromoveerd op het onderwerp ‘empathie in de belevingsgerichte therapie’ en verbonden aan onder meer de opleidingen psychotherapie in Antwerpen en Utrecht, bijt het spits af ten overstaan van de ongeveer honderdvijftig aanwezigen door het begrip empathie te introduceren. Met empathie wordt in diverse contexten verwezen naar het inlevingsvermogen waarmee men zich in iemand anders verplaatst. In de Van Dale wordt het omschreven als ‘het zich inleven in anderen, het zich kunnen verplaatsen in de gevoelens of de gedachtegang van een ander’. Na deze korte introductie vraagt de Vlaamse professor direct interactie van de zaal. De opdracht is met elkaar een gesprek met een cliënt te bespreken waarin je erg emotioneel werd geraakt. De psychiater naast mij weet direct een casus op te halen en ik stel vast dat zij vast erg empathisch moet zijn: na drie zinnen heeft ze tranen in haar ogen en snikt ze door haar zinnen heen: ‘Nou, ik word er weer helemaal emotioneel van.’