Vanaerschot, gepromoveerd op het onderwerp ‘empathie in de belevingsgerichte therapie’ en verbonden aan onder meer de opleidingen psychotherapie in Antwerpen en Utrecht, bijt het spits af ten overstaan van de ongeveer honderdvijftig aanwezigen door het begrip empathie te introduceren. Met empathie wordt in diverse contexten verwezen naar het inlevingsvermogen waarmee men zich in iemand anders verplaatst. In de Van Dale wordt het omschreven als ‘het zich inleven in anderen, het zich kunnen verplaatsen in de gevoelens of de gedachtegang van een ander’. Na deze korte introductie vraagt de Vlaamse professor direct interactie van de zaal. De opdracht is met elkaar een gesprek met een cliënt te bespreken waarin je erg emotioneel werd geraakt. De psychiater naast mij weet direct een casus op te halen en ik stel vast dat zij vast erg empathisch moet zijn: na drie zinnen heeft ze tranen in haar ogen en snikt ze door haar zinnen heen: ‘Nou, ik word er weer helemaal emotioneel van.’