Lees verder
Etje Verhagen, gz-psycholoog en geestelijk verzorger bij Praktijk De Beken, www.debekenzwolle.nl.
Geertje Kindermans

Lange tijd was ik gz-psycholoog en werkte ik vooral in de oncologie. Ik werkte volgens het protocol en hielp herstelde kankerpatiënten terugkeren naar hun gewone leven.

Maar op een dag kwam een cliënte bij mij met de mededeling dat ze uitzaaiingen had. Daardoor viel ze niet meer in het protocol. Ik voelde me ongelofelijk onthand, hiermee omgaan had ik niet geleerd.

Het gevoel dat ik niet was opgeleid voor wat ik tegenkwam, kreeg ik vaker. Zoals met een cliënt met een meervoudig gehandicapt kind. Hij worstelde met problemen en ik vroeg: hoe is het voor u, met zo’n kind dat veel zorg nodig heeft? Het moet toch een teleurstelling voor u geweest zijn. Maar de man was heel gelovig – mijn praktijk in Zwolle zit op de rand van de Biblebelt – en hij zei: “God houdt het meest van hen die hij het hardst kastijdt.” Ik was bijna gechoqueerd en vroeg me af: kun je het echt ook op die manier beleven? Dat zoiets ook een soort eer kon zijn, was volstrekt nieuw voor mij.

Aan de andere kant trof ik een vrouw wier kind was overleden aan een hersentumor. Ze zat vloekend en tierend in de spreekkamer, want dit mócht niet! Tussen die twee polen moest ik me heen en weer bewegen.

‘Als geestelijk verzorger moest ik vooral veel afleren’

Ik ging op zoek naar een studie die me met dit soort vraagstukken kon helpen en ik kwam uit bij de master algemeen geestelijke verzorging aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daar leerde ik ‘erbij te blijven’, minder een behandelplan of -doel te hebben, maar naast mensen te gaan staan in hun lijden. En leerde geen aannames te doen, maar heel precies te vragen hoe het voor iemand zelf is. Ik moest eigenlijk vooral veel afleren.

Voor die studie heb ik stage gelopen bij de marine. Ik wilde mijn stage niet in het ziekenhuis doen, daar werk ik al, dat was te bekend terrein. De marine is een totaal andere wereld. Mariniers maken veel heftige dingen mee en daar leerde ik: heftige gebeurtenissen blijven je altijd bij. Zo kwam ik in contact met iemand die vn-waarnemer in voormalig Joegoslavië is geweest en die daar nog steeds de gevolgen van ondervindt en snel uit zijn evenwicht is. Door de oorlog in Oekraïne is hij weer helemaal terug bij af. Als geestelijk verzorger kun je naar de verhalen luisteren, er niet voor weglopen. En erkennen dat het erg is en dat je daar niets anders van kunt maken.

Als geestelijk verzorger is er voor mij geen onderwerp dat niet aan bod mag komen. Aan het einde van het leven moeten alle mogelijke losse eindjes voorbij kunnen komen, dan moet je alles kunnen bespreken, zonder terughoudendheid of schaamte. Je hoeft van mij nooit te accepteren dat je vroeg dood gaat. Maar het is wel goed om het te erkennen, zodat je je kunt voorbereiden op het uiteindelijke afscheid.

Levensvragen

Het verschil tussen een psycholoog en een geestelijk verzorger is in mijn idee dat de eerste psychische problemen behandelt, terwijl een geestelijk verzorger begeleidt bij levensvragen. Als iemand woedend is, zal ik dat nooit veroordelen. Ik zeg alleen: het lijkt me moeilijk om zo boos te zijn, terwijl ik tegelijkertijd weet dat daardoor niets verandert.

Ik gebruik de gesprekstechnieken die ik als psycholoog geleerd heb, maar ik ga nauwkeurig in op de inhoud van wat iemand zegt, omdat mensen heel verschillend tegen de dingen kunnen aankijken. Ik hoef als geestelijk verzorger niet per se veranderingsprocessen op gang te brengen. Zeker in de palliatieve zorg heb je vaak niet meer een groot veranderingsdoel.

Maar soms kan het opeens anders zijn. Zo was er een cliënt die zich al voorbereidde op het sterven, tot ze immuuntherapie kreeg die aansloeg en het tumorweefsel verdween. Ik heb het vaker gezien: mensen hadden zich op hun sterven voorbereid, hun werk opgezegd, huis verkocht, afscheid genomen; en dan blijkt het opeens toch weer verder te gaan. Hoe doe je dat? Wat wil je dan nog? Vooral omdat je weliswaar genezen bent, maar je weet nooit voor hoelang. De behandelingen zijn in dit soort gevallen vaak experimenteel. In dit voorbeeld legde het een grote druk op de cliënte, ze had het gevoel dat ze beter was en dat ze dat nu moest waarmaken. Als psycholoog kan ik dat begrijpen, maar heb ik niet zoveel in handen om te helpen. Als geestelijk verzorger kun je er bijblijven, vrijuit over de dood en alle andere onderwerpen spreken en verder hoef je niet veel te bereiken. Je zoekt samen met de cliënt een weg in het moeras dat het leven soms kan zijn.

Nieuw zorgaanbod

Ik vind dat geestelijk verzorgers niet alleen aan ziekenhuizen of verpleegtehuizen verbonden zouden moeten zijn, maar dat ze juist in de eerste lijn thuishoren. Ik schreef ooit een pleidooi hiervoor en ik kwam erover te spreken met twee Kamerleden en toen is het balletje gaan rollen. Inmiddels is er geld uitgetrokken voor geestelijk verzorgers in de eerste lijn en hebben alle burgers van boven de vijftig en alle palliatieve patiënten en hun systeem recht op vijf gesprekken met een geestelijk verzorger per jaar, kosteloos en zonder verwijzing. Het bestaat nu zo’n drie jaar. Inmiddels bestaan er in het hele land centra voor levensvragen, waar geestelijk verzorgers werken die aan kwaliteitsstatuten moeten voldoen. Daarmee is het nieuwe zorgaanbod buiten de ggz ontstaan.

Soms is er een strijd tussen psychologen en geestelijk verzorgers over wie wat mag doen en wie over zingeving gaat, wie mindfulnesstrainingen mag geven, enzovoorts. Dat vind ik jammer, want we kunnen elkaar zo goed aanvullen. Het kan bijvoorbeeld helpen voor mensen die op de wachtlijst bij de ggz staan. Veel psychologen weten niet dat dit bestaat, overbruggingszorg wordt het wel genoemd. Maar ook mensen met solk, angstklachten of lichamelijke aandoeningen kunnen veel hebben aan vijf gesprekken. We kunnen dus veel voor elkaar betekenen.

Ik ben psycholoog en geestelijk verzorger, soms kan ik binnen een behandeling of zelfs een zin van pet wisselen. In mijn houding ben ik wel steeds meer geestelijk verzorger geworden. Maar misschien was dat altijd wel het geval.’

Beeld: Marieke Wijntjes