Lees verder
Anna Roeden

Op 1 november organiseerde Ortho (Orthomoleculair magazine) het congres ‘Voeding en psyche’ in het umc in Utrecht. In de congresfolder staat een citaat van dr. Joseph Hibbeln van The National Institutes of Health: De veranderingen die zich de afgelopen eeuw hebben voltrokken in ons voedingspatroon zijn een omvangrijk en ongecontroleerd experiment dat mogelijk heeft bijgedragen aan de toename van agressie, depressie en hartdood. Voeding is dus belangrijker dan we misschien in eerste instantie denken en verdient aandacht bij de behandeling van psychische klachten.

Het congres was bedoeld voor een breed publiek van artsen, psychologen en psychiaters die in de gezondheidszorg werken, en voor andere betrokkenen ‘die het eens over een andere boeg willen gooien’. Is het bijvoorbeeld voor psychiaters interessant om naast of in plaats van de psychofarmaca aandacht te besteden aan andere stoffen als omega 3-vetzuren, magnesium en B-vitamines? En kunnen psychologen in hun praktijk meer aandacht besteden aan de rol van voeding en zo betere behandelresultaten boeken?
Bij binnenkomst in de ontvangstruimte waan ik me even in een winkel voor bodybuilders. Stands met torens van potjes met voedingssupplementen, met daartussen felgroene appels. Het congres wordt gesponsord door verschillende fabrikanten van voedingssupplementen. Er gaat een wereld voor me open en nieuwsgierig bekijk ik de producten die worden aangeprezen door enthousiaste vertegenwoordigers, sommigen met het logo van hun product geborduurd op hun kleding.

Vergeten factor
De dagvoorzitter is dr. Gert Schuitemaker, hoofdredacteur van het blad Ortho die het congres inleidt en vertelt dat er sprekers zullen zijn uit zowel de wetenschappelijke als de ‘complementaire’ hoek zoals de homeopathie. Doel is verder om het wetenschappelijke aan te vullen met het praktische.
Voeding is een ‘vergeten factor’ binnen de psychiatrie en psychologie vertelt Schuitemaker. Er wordt te weinig naar geïnformeerd door behandelaars en het effect van verkeerde of juist de goede voeding wordt onderschat. Hij legt voorts het verschil uit tussen een voedingssupplement en een medicijn: waar een medicijn solo werkt, werkt een voedingssupplement samen met andere stoffen en systemen, waar een medicijn toxisch kan zijn bij te veel, kan een voedingssupplement toxisch zijn bij zowel te veel als te weinig. Voorts is een medicijn patenteerbaar en een voedingssupplement niet, wat het onderzoek ernaar bemoeilijkt. Een farmaceutisch bedrijf kan het patent op een middel kopen, bij voedingssupplementen werkt dat niet zo: de een doet onderzoek, maar de ander kan met de resultaten aan de slag. Ten slotte is er het probleem van evidence based onderzoek , dat moeilijk is wanneer het op voeding aankomt, want merkt Schuitemaker op: ‘vind maar eens een placebo voor spinazie’.

Commercialisering
De insteek van het congres is dan ook: eerst aan een gezond lichaam werken, dan pas naar de psyche kijken. Oftewel: een gezonde geest huist in een gezond lichaam. Voeding blijkt breed te worden opgevat in dit congres: het gaat ook over energievoorziening, doorbloeding, chemische reacties, hormonale huishouding en neurotransmitters. Na zijn inleidende praatje geeft hij het woord aan prof.dr. Trudy Dehue, bekend door het boek de depressie-epidemie waarin ze onder andere de vercommercialisering van de farmaceutische industrie aan de kaak stelt. Zij schetst de historie van het begrip depressie en de invloed van de politiek, wetenschap en farmaceutische industrie op de behandeling ervan. Met tal van voorbeelden van reclame van psychofarmaca toont ze aan dat het welzijn van de patiënt niet op de eerste plaats komt, maar dat er andere belangen een rol spelen. Zoals de verkoopcijfers van de middelen. Daarnaast benadrukt ze hoeveel aandacht er is voor eigen verantwoordelijkheid, of ‘met je brein aan de slag’, pijnlijk geïllustreerd aan de hand van een slogan van een bekend farmaceutisch middel tegen depressie ‘mama is weer lief’ (na gebruik van middel X). Depressie of somber zijn wordt niet meer geaccepteerd. Blijf je ermee rondlopen, dan is dat je eigen probleem. Het geeft stof tot nadenken.
Dehue krijgt groot applaus uit de zaal, wat ze relativeert door zichzelf te schetsen als iemand met een helicopterview die niet slechts de misstanden van de farmaceutische industrie aan de kaak wil stellen. Haar betoog eindigt ze met de stelling dat een verminderde commercialisering van de gezondheidszorg een betere weg zou zijn. Dehue is veruit de boeiendste spreker van het congres.

In de rij voor vette vis
Die helicopterview, weer eens op een andere manier tegen dingen aankijken en hele eenvoudige zaken als voedsel meenemen in een behandeling is dan ook de winst van dit congres. Er volgen nog vele sprekers die een breed scala van onderwerpen behandelen: van schildklierafwijkingen, depressie, schizofrenie tot chronische vermoeidheid. Prof. dr. Witte Hoogendijk vertelt over een onderzoek naar de rol van Vitamine D, lichttherapie en de biologische klok bij depressie en dementie. Hoewel zeer interessant, is zijn betoog voor de gemiddelde gz-psycholoog erg gedetailleerd en vol wetenschappelijk jargon.
Tijdens weer een andere lezing van dr. John Kamsteeg waarin een zeer gedetailleerde beschrijving over de behandeling van bijnierschorsproblemen wordt gegeven, dwalen mijn gedachten dan ook af naar hoe de lunch eruit zal zien.
Deze is gelukkig zeer geslaagd met tal van gezonde producten. Al vang ik een discussie op over de voors en tegens van koemelk. In de rij voor de salades en broodjes met vette vis blijkt het congrespubliek inderdaad zeer gevarieerd: psychiaters, psychologen, maar ook natuurgenezers en mensen in opleiding tot orthomoleculair arts.
De pauze is lang genoeg om nog even langs de stands te struinen en wat folders over voedingssupplementen te verzamelen. Hoewel ik een leek ben op dit gebied en niet de helende werking van de supplementen kan inschatten, bekruipt me toch het gevoel dat er hier hetzelfde gaande is als waar Dehue tegen protesteert in haar boek.
De farmaceutische industrie heeft een grote vinger in de pap in het wetenschappelijk onderzoek waarbij de verkoop van de middelen op de eerste plaats staat, maar de voedingssupplementenindustrie sponsort een congres over voeding en psyche. Ik bespeur enige overeenkomst.

Gezonde kost
Ik verlaat het congres met een aantal eye-openers en simpele adviezen die ik mijn eigen cliënten kan meegeven. Zo is het betoog van arts en acupuncturist Annelies van Ommering zeer helder en verfrissend. Verkeerde of gezonde voeding kan zowel een oorzaak als oplossing zijn voor psychische klachten. Door stress raakt ons hele systeem ontregeld en met onder andere voeding kan de balans teruggebracht worden. Te veel suiker, alcohol en vet hebben een negatieve invloed op de stemming en een gezonder dieet kan een hele hoop leed voorkomen. Op zich logisch, maar hoe vaak informeren we er nu echt naar bij onze cliënten? Ommering illustreert haar verhaal aan de hand van tal van duidelijke casussen. Wat zij eigenlijk vooral overbrengt, is dat je als hulpverlener moet informeren naar de eet- en drinkgewoonten van mensen.
De weken na het congres betrap ik mezelf erop dat ik bij mijn cliënten meer inga op hun eetgewoontes en ze erop attendeer dat goed voor je geest zorgen ook betekent dat je goed voor je lichaam zorgt. Ik ben ervan overtuigd dat de invloed van hoe we eten doorwerkt op onze psyche. Voeding & psychologie hebben meer met elkaar te maken dan we op het eerste gezicht zouden denken. Of we daarvoor nu dure potjes voedingssupplementen voor nodig hebben, betwijfel ik. Met ‘gewoon’ gezond eten kom je een heel eind denk ik. Laat het onderwerp dus niet liggen, vraag ernaar en zoals de Zweedse dr. Bo H. Johnson opmerkt: ‘people like talking about fruit’.

Mw drs. A. Roeden is gz-psycholoog/ cognitief gedragstherapeut in een eerstelijnspraktijk (Peters Psychotherapie in Nijmegen). E-mail: annaroeden@hotmail.com.