Lees verder
Van 5 tot 8 juli vond de 17e editie van het European Congress of Psychology plaats in LjubLjana, georganiseerd door de European Federation of Psychologists' Associations (EFPA). Hans Reijnierse werkt namens het NIP samen met de EFPA en bezocht het congres als deelnemer. 'Psychologen uit verschillende landen werken allen op hun eigen manier, dat maakt zo'n congres zo boeiend.'
Nederlands Instituut van Psychologen

Wat voor werk doe je?

‘Twee dagen per week werk ik als studentenpsycholoog aan de HZ University of Applied Sciences en drie dagen in de week werk ik in mijn eigen praktijk als gz-psycholoog in de basis ggz. Daar voor heb ik lang college gegeven in onder meer ontwikkelingspsychologie en psychopathologie. Ik weet nog goed dat ik zo’n twintig jaar geleden een van mijn eerste congressen bezocht en naar een lezing van de Amerikaanse psycholoog Philip George Zimbardo ging, van het beroemde Stanford Prison Experiment. Voordat hij het podium opkwam stond I’m so excited van The Pointer Sisters keihard op. Plots viel het stil en kwam de man het podium oplopen. Dat was geweldig, hij had meteen alle aandacht. Dat ben ik toen in mijn colleges gaan overnemen, en het werkte. Studenten kwamen zelfs met verzoeknummers.’

‘Het zou zinnig zijn als psychologen uit andere Europese landen hier makkelijker aan de slag kunnen’

Je vertegenwoordigt het NIP in de EFPA Standing Committee Psychology in Education (SC PIE). wat doe je precies?

‘Het NIP werkt op verschillende manieren samen met de EFPA. Ik probeer samen met psychologen uit andere Europese beroepsverenigingen bij te dragen aan het werk en de ondersteuning van psychologen in het onderwijs. We zijn onder meer bezig een position paper te schrijven over inclusiviteit in het onderwijs. Daar hebben we het weekend voor het congres nog twee lange dagen over vergaderd trouwens. Verder werken we aan een standpunt rond de mentale gezondheid van scholieren.’

Wat is je het meest bijgebleven van het congres?

‘De sessie over wat psychologen kunnen betekenen voor het klimaat. En hoe psychologen anderen kunnen overtuigen dat het met de aarde niet goed gaat. In de lezing kregen we te zien dat het kan helpen als mensen met verschillende standpunten elkaar ontmoeten. Volgens mij geldt: onbekend maakt onbemind. Zonder elkaar te leren kennen, is het soms lastig elkaar begrijpen. Het hele congres is daar natuurlijk ook goed voor. Op het congres zat ik ook in een forum over de vraag of alle psychologische ondersteuning op scholen nu beter intern of extern geregeld kan zijn. Omdat ieder land dat op zijn eigen manier aanpakt, leer je de voor- en nadelen van de verschillende opties goed kennen. Uiteindelijk kunnen dit soort congressen eraan bijdragen dat het binnen Europa makkelijker wordt als psycholoog in een ander land te gaan werken. Dat zou, zeker in Nederland met het tekort aan gz-psychologen, zeer zinnig zijn. Ik zou eigenlijk alle psychologen aanmoedigen eens naar een internationaal congres te gaan. Je maakt kennis met andere ideeën, andere nuances en het zet je aan het denken, net als tijdens het maken van een reis, en daar draait het uiteindelijk allemaal om.’