Na mijn propedeusejaar kon ik weer kiezen: doorstromen naar de universiteit of niet? Ik besloot het hbo af te maken. Dan kon ik bij mijn ouders blijven wonen, ik was nog jong, dan kon het leven gewoon doorgaan: opleiding, hockey, werken, vriendje. Achteraf denk ik: jeetje meid, wat zonde, je had eerder zelfstandig kunnen zijn. Ik heb het echte studentenleven aan me voorbij laten gaan, maar dat ben ik de afgelopen jaren aan het inhalen.
Wat doe ik hier?
Op mijn twintigste had ik mijn hbo-diploma. Ik had een interessante stage bij ggnet in Apeldoorn, daar werkte ik op de afdeling preventie met mensen met licht psychische klachten of met familie van cliënten met ernstige klachten en daar kon ik nog een jaar blijven. In het begin had ik me afgevraagd: wat doe ik hier? Hoe moet een meisje van twintig nu aan vijftigplussers vertellen hoe zij met dingen moeten omgaan? Maar ik kon het loslaten en het werk beviel me. Maar na een jaar kreeg ik het toch benauwd vanhet idee dat ik nooit meer zou studeren en dat ik vanaf nu tot mijn pensioen zou moeten werken… De universiteit leek me een goede aanvulling en van vriendinnen hoorde ik dat de pre-master voor psychologie erg uitdagend was. Daarom ben ik hiermee begonnen aan de Universiteit Twente. Die pre-master sloot als enige aan op mijn hbo-studie.
Dat was even wennen. Het hbo was kleinschalig, op de universiteit zat je met zijn allen in grote collegezalen en was je meer een nummertje. Niemand lette erop of je kwam, niemand zei wat je moest doen, het vergde veel discipline. En het was redelijk zwaar, ze proppen drie jaar in één,maar gelukkig had ik een aantal vrijstellingen.
Statistiek vond ik een moeilijk vak en alles was in het Engels. Gelukkig was ik daar op het hbo al een beetje aan gewend geraakt. Veel mensen vielen af of liepen studievertraging op. Mij lukte het uiteindelijk wel.
Ook persoonlijk
Als een van de weinige studenten koos ik voor de master gezondheidspsychologie, ik zag mezelf toen niet als behandelaar werken. Die keuze bevalt me prima, er is veel theorie, maar in tegenstelling tot wat ik verwachtte van de universiteit, passen we ook veel kennis toe. Ik heb vaak presentaties moeten houden en trainingen moeten geven. Bijvoorbeeld een training voor huisartsen om patiënten te helpen stoppen met roken. Ik heb het altijd interessant gevonden om te zien hoe mensen met een chronische ziekte omgaan. Ik heb bij ggnet een interventie gegeven voor deze doelgroep. Ook persoonlijk ligt het dicht bij me: mijn moeder heeft de ziekte van Parkinson, ik zie hoe ze achteruit gaat, ermee worstelt en zelf worstel ik er ook mee.
De master beviel me bijzonder goed. Een vak is me in het bijzonder bijgebleven, Professional Skills for Health Psychologists, waar je aan je persoonlijke ontwikkeling werkte. We werkten in kleine groepjes– net als op het hbo – moesten ons voor elkaar openstellen. Ik hield daar een presentatie die best goed ging, maar ik was onzeker en na afloop barstte ik in huilen uit. En ik huil nooit!
Medestudenten vroegen waarom ik zo onzeker was, want het ging toch prima? Ik kreeg een negen. Ik was helemaal verbaasd, maar ze zeiden: “Je stelt zulke hoge eisen aan jezelf, het is nooit goed, maar je doet het fantastisch.” Ik had nooit verwacht dat er zoiets ook op de universiteit kon gebeuren.
In september had ik afgestudeerd willen zijn, maar mijn afstudeeronderzoek loopt wat uit. Ik voer nu een opdracht in Tilburg uit bij Medicinfo, een zorginnovatiebedrijf. Ik doe hier onderzoek naar twee eHealth producten: Mijn Gezondheidsplatform en De Diabetescoach. Ik onderzoek de gebruikersvriendelijkheid en persuasiviteit ervan (de manieren waarop je de attitude en het gedrag van mensen kunt beïnvloeden, red.). Mijn masterthesis heb ik nu af en ik verwacht binnen een maand mijn titel te behalen.
Wat ik daarna wil gaan doen? Het is een brede opleiding. Onderzoek doen vind ik leerzaam, maar ik vind het niet erg als het straks is afgelopen. Ik wil praktisch werken en wil graag tussen de mensen staan. Eigenlijk was het baantje dat ik had erg leuk, zoiets past wel bij mij. Alleen was het toen te vroeg.’