‘Al vanaf jonge leeftijd ben ik bezig met het klimaatprobleem en duurzaam leven. Dat komt vooral door mijn moeder. Zij vond en vindt duurzaamheid belangrijk als het gaat over bijvoorbeeld eten, reizen en kleding. Dat vond ik inspirerend.
Op de middelbare school moesten we een maatschappelijke stage lopen en dat deed ik bij de communicatieafdeling van MUD Jeans, het allereerste bedrijf ter wereld waar je spijkerbroeken kon leasen. Daarnaast was ik als kind erg creatief. Ik hield van tekenen, maakte van alles met origami, strijkkralen en lego. Zo ben ik uiteindelijk bij de studie communicatie & multimedia design beland.
Bij die studie leer je vanuit een communicatievraagstuk een compleet plan maken én uitvoeren. Je doet eerst onderzoek, daarna werk je verschillende creatieve concepten uit en ontwikkel je datgene waarmee je het vraagstuk wilt proberen op te lossen. Denk aan een campagne, een evenement of een app.
Mijn afstudeerstage deed ik bij Pieter Pot, een bedrijf waar je online afvalvrije boodschappen kunt doen, in potten. Het probleem was dat veel mensen zich inschreven, maar vervolgens geen potten bestelden. Waar lag dit aan en hoe konden deze klanten alsnog overtuigd worden boodschappen te bestellen? Ik had bedacht om een srv-wagen, een kleine rijdende supermarkt, langs een aantal steden te sturen. Klanten konden in die bus dan direct hun eerste bestelling doen, zonder verzendkosten. Ik had alles zelf bedacht en ontworpen: de route van de bus, hoe die eruit kwam te zien, wat er in de wagen te doen was. Helaas is het plan nog niet uitgevoerd omdat Pieter Pot in financiële problemen kwam.
Ik wilde graag verder in de richting van gedragsverandering, ook omdat ik er tijdens de opleiding steeds meer achter kwam dat communicatie daarin een krachtig middel is. Zo ben ik uiteindelijk bij de master klimaatpsychologie en gedrag uitgekomen.
Het gaat niet goed met de wereld. Gedragsverandering is nodig om klimaatverandering bij te sturen. Ik wil me daar graag voor inzetten en zorgen dat we allemaal beter met de aarde omgaan. Dat we over vijftig jaar nog steeds kunnen genieten van alle gratis diensten van de natuur en de grondstoffen.
De opleiding klimaatpsychologie en -gedrag is nu pas een paar dagen van start. Vier thema’s lopen als een rode draad door de opleiding: de mobiliteitstransitie, de energietransitie, de transitie naar een circulaire economie en de eiwittransitie. Die laatste is mijn favoriet. Het houdt in dat we allemaal meer plantaardig moeten eten. Ik vind voeding in relatie tot gezondheid en het klimaat altijd erg interessant, en daar verdiep ik me nu ook in. Het idee van de opleiding is dat je parttime bezig bent met studeren en daarnaast een relevante baan hebt waar je meteen toepast wat je hebt geleerd middels een project. Zowel de master als dat project duren twee jaar.
Ik werk bij Flevo Campus, een wetenschappelijk kennisinstituut dat zich bezighoudt met grootstedelijke voedselvraagstukken. Mijn opdracht is na te denken over hoe we de inwoners van Almere meer plantaardig kunnen laten eten. Om daarachter te komen, ga ik eerst onderzoek doen. Hoe eten ze op dit moment? Wat willen ze eten? Waar hebben ze behoefte aan? Afhankelijk van dat onderzoek ga ik misschien wel een nieuw product ontwikkelen, of de omgeving waarin mensen met voeding bezig zijn aanpassen. Ik zal waarschijnlijk meerdere ideeën uitwerken en implementeren om uiteindelijk een advies voor mijn werkgever te schrijven.
Waar ik bij dit vraagstuk meteen aan moest denken, waren de verspakketten in supermarkten. Dit is pure speculatie hoor, ik heb nog geen enkel onderzoek uitgevoerd, maar mogelijk kun je klanten ook laten kiezen uit een paar vegan opties en zo zorgen dat het makkelijker wordt een maaltijd met plantaardige eiwitten te eten.
Ik wil dat we over vijftig jaar nog steeds kunnen genieten van alle gratis diensten van de natuur en alle grondstoffen
Enthousiasmeren
Tijdens de master wil ik hoe dan ook leren hoe je anderen mee kunt krijgen met jouw ideeën. Er is toch vaak weerstand. Ik merkte het zelfs bij mijn stage bij Pieter Pot, intern is dan toch niet meteen iedereen enthousiast, ook omdat het geld kost natuurlijk.
De meeste mensen in mijn directe omgeving zijn trouwens erg nieuwsgierig naar deze master. Degenen die er minder mee bezig zijn gaan het onderwerp eerder uit de weg dan dat ze erg kritisch zijn. Ik merk dat ik het zelf ook lastig vind een gesprek aan te gaan. Bijvoorbeeld als mensen vertellen dat ze met het vliegtuig naar Griekenland op vakantie gaan, terwijl daar veel bosbranden zijn die het gevolg zijn van klimaatverandering. Dat kan ik eigenlijk niet begrijpen. Ik zou willen vragen of ze zich daar bewust van zijn, maar ik weet niet zo goed hoe. Ik wil geen ruzie of iemand aanvallen. Dat hoop ik ook nog te kunnen leren, want ik zou me wel vaker willen uitspreken. Het lijkt me heel bijzonder om mensen die veel weerstand voelen tegen de klimaatmaatregelen uiteindelijk toch te kunnen overtuigen, of mee te krijgen in duurzamer gedrag waar ze zich zelf prettig bij voelen.
Ondanks dat ik ook persoonlijk veel bezig ben met het klimaat en duurzaamheid, denk ik dat ik in mijn werk objectief kan blijven. Ik wil niet alles in één keer veranderen. Maar in stapjes. Iedereen moet doen wat lukt. Het idee van de eiwittransitie is trouwens ook niet dat iedereen direct alleen nog maar plantaardig gaat eten. Het gaat erom dat we minder dierlijke en meer plantaardige producten gaan eten.
Over mijn ervaringen met de master kan ik nog niet veel kwijt. Wel dat er volgens mij veel samengewerkt gaat worden met de docenten. De docenten hebben ook geen sturende rol, meer een coachende. Dat vind ik erg positief en daarom heb ik veel zin in wat er komen gaat.’
Beeld: Peter Valckx