Log in
Als het aan de locatie ligt is de jaarlijkse Dag van de Psychotherapie, georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie (NVP), bij voorbaat geslaagd. In het statige Krasnapolsky hotel in Amsterdam komen op 13 december jl. ruim 450 psychotherapeuten bijeen voor het congres ‘Betere behandeling voor lastige lieden’. Die lastige lieden zijn mensen met persoonlijkheidsstoornissen, van wie men een kwart eeuw geleden nog dacht dat ze onbehandelbaar waren. Inmiddels is dit beeld veranderd.
Inge Brandt

Storende stoornissen

Eerste spreker is prof. dr. Paul Schnabel, socioloog en universiteitshoogleraar bij de Universiteit Utrecht. Hij opent zijn lezing Persoonlijkheidsstoornissen als sociaal verschijnsel met een anekdote over zijn zus die, ‘tot ieders opluchting’, aan de man raakt. Dan leert zij haar schoonfamilie kennen: ‘Niet per se een opluchting.’ Schnabel zegt tegen zijn zus: ‘Jouw schoonmoeder, dat lijkt me een nogal depressieve vrouw.’ Waarop zij antwoordt: ‘Nee hoor, zo is ze altijd.’

Kortom, het syndroom is samengevallen met de persoonlijkheid. Gelach vanuit de zaal en een gedroomde opening voor Schnabel, die enorm weet te boeien met zijn verhaal. Hij bewijst bovendien dat een lezing zonder powerpoint prima kan.

Wanneer wordt gedrag nu een stoornis? Volgens Schnabel bestaan er simpelweg twee soorten persoonlijkheidsstoornissen: die waar andere mensen last van hebben en die waar ze niet of nauwelijks last van hebben. Onder de eerstgenoemde categorie vallen moordenaars, verkrachters en dierenbeulen, de tweede soort zien we op televisie.