Lees verder
Jeroen van Goor

In het echte leven werken, en niet in de ivoren toren van de wetenschap. Dat zag Ellie Wekking voor zich toen ze psychologie ging studeren. Toch studeerde ze uiteindelijk af in de experimentele klinische psychologie. ‘Ik vond mijn onderzoeksvakken en -stage achter dat onderzoek erg leuk. Ik was jong, en een onderzoeksbaan leek me ook wel veilig. Na mijn afstuderen ging ik de neuropsychiatrische symptomen onderzoeken van mensen met de auto-immuunziekte Systemische Lupus Erythematosus.’

Tijdens dit onderzoek, waar ze ook op promoveerde, vond Wekking het contact met de patiënten zo interessant dat ze in de diagnostische praktijk aan de slag wilde. Zo kwam ze in 1990 bij de afdeling Psychiatrie van het AMC terecht. ‘Ik werd gedwongen om knopen door te hakken: horen deze symptomen nu bij schizofrenie of dementie? Je kunt niet zeggen dat er verder onderzoek nodig is, je moet op dat moment een keuze maken tussen A of B. Dat heeft natuurlijk ook consequenties voor de patiënt. Je moet verantwoording nemen, en dan sta je voor mijn gevoel in de echte wereld.’
Aan de andere kant bleef onderzoek haar aantrekken. ‘Ik had nog weleens weemoed naar de tijd van mijn promotieonderzoek, het gevoel dat je helemaal ondergedompeld bent in één onderwerp.’ In 2005 raakte ze aan de Universiteit Leiden betrokken bij het opzetten van de master klinische neuropsychologie. ‘Ik gaf vooral onderwijs en probeerde iets van onderzoek op te zetten, maar dat kwam niet echt van de grond, ook omdat we zo’n kleine groep waren en ons onderzoek moeilijk in te bedden was. Op een gegeven moment zag ik geen toekomst meer op de academie. Als ik al onderzoek deed, vond ik, moest het toegepast zijn, moesten mensen er iets aan hebben.’
Sinds 2009 is de pendule weer teruggeslingerd, en werkt ze wederom in de klinische praktijk, als teamcoach bij het Centrum voor Neuropsychologie en Psychodiagnostiek van Dijk en Duin in Castricum. ‘Het klinische werk is nu mijn hoofdmoot, al doe ik ook nog één dag per week toegepast onderzoek naar cognitieve interventies bij beginnende dementie. Al met al ben ik blij dat ik mijn intuïtie heb gevolgd. Ik krijg nu in ieder geval meer voldoening van mijn werk; deze praktijksetting is – voorlopig althans – voor mij ideaal!’