Voordat ze psychologie ging studeren, was Noks Nauta bedrijfsarts met als specialisme beroepsinfectieziekten. Een apart gebied waarin zij de enige specialist in Nederland was. Ze hield zich bezig met infectieziekten die je tijdens het werk kunt oplopen, zoals Lymeziekte, de ziekte van Weil, tuberculose. Begin jaren tachtig kreeg ze ook veel vragen over hiv en aids. De voornaamste vraag was of mensen uit bepaalde beroepsgroepen – politiemensen of mensen in het gevangeniswezen – een groot risico liepen op aids. Onder andere sprak Nauta op een bijeenkomst van artsen en tandartsen die voor justitie werken en gedetineerden behandelen. Ze hield het praatje, inclusief sheets, en legde aan de hand van allerlei cijfermateriaal uit wat het risico op aids als beroepsziekte was en wat ze konden doen om de kans te verkleinen.
Dat was geen succes, in de pauze bleken de bezoekers boos op Nauta. ‘Ik was op dat moment alleen bedrijfsarts, had nog geen psychologie gestudeerd en vroeg me af wat er aan de hand was. Het was duidelijk dat mijn verhaal niet was overgekomen. De mensen vielen me aan en zeiden: “We zijn gewoon heel erg bang en dan komt u met cijfers aan”.’
Het was duidelijk dat ze iets had overgeslagen. Ze was gelijk met de feiten begonnen die volgens haar heel overtuigend waren. ‘Ik had eerst met de emotiekant moeten beginnen. Ze waren angstig. Met al mijn kennis had ik ze niet gerust kunnen stellen.’
Daarom schortte ze na de pauze haar eigen verhaal op en stelde eerst de angst aan de orde. Ze vroeg aan mensen wat ze ervoeren, luisterde naar hun verhalen en zei dat ze de angst heel goed begreep. ‘Pas toen kreeg ik contact met die zaal.’
Het was een eyeopener voor Nauta. ‘Toen ik een paar jaar later weer iets wilde studeren, kwam ik al snel uit op psychologie. En tijdens die studie kwam ik veel tegen waarvan ik wist dat het heel belangrijk was voor bijvoorbeeld artsen. Met al je kennis kun je mensen niet overtuigen als je de psychologische invalshoek overslaat. Ik ben gepromoveerd op interdisciplinaire samenwerking, omdat ik zag hoe men vanuit verschillende gebieden elkaar zo goed kan aanvullen.