‘In het begin van haar carrière als A&O-psycholoog kreeg Joke Willems te maken met een kandidaat die op zijn werk was afgebrand. Hij zat al twee jaar thuis en was nu bezig met een outplacementtraject bij een collega van Willems. Omdat de collega meer wilde weten over de mogelijkheden van de man, schakelde ze Willems in, die als psycholoog nog niet zo ervaren was.
Willems: ‘Ik nam een assessment bij hem af. De resultaten zou ik normaal gesproken face to face met de kandidaat doorspreken. Maar als mensen ver moesten reizen, maakten we daar soms een uitzondering op en stuurden we de resultaten per e-mail, om ze daarna telefonisch te bespreken. Dat had ik met hem afgesproken.’
Tijdens het uitwerken van de resultaten kreeg ze bedenkingen bij die afspraak. De man wilde graag direct een leidinggevende functie waar hij geen ervaring mee had. Daarbij had hij net ziek thuis gezeten. Dus haar advies was: ga eerst eens op therapeutische basis aan de slag. ‘Mijn gevoel zei: dit moet je hem niet mailen, dit moet je hem face to face zeggen, zodat je het goed kunt uitleggen. Maar dat gevoel negeerde ik. We hadden nu eenmaal zo afgesproken, hij zou het niet op prijs stellen als hij opeens wel moest komen. Dus ik stuurde hem de feedback per e-mail.’
Vrij snel kreeg ze een boze e-mail terug. Hij was het niet eens met de inhoud van het rapport, het rapport mocht niet naar de werkgever en hij wilde er verder niet over praten. ‘Het rapport heb ik dus niet verstuurd, dat mocht niet vanwege de NIP-richtlijnen. Maar iemand snijdt zichzelf in zijn vingers door dat te verbieden. Zelf liet hij het overigens wel aan iedereen lezen, ook op zijn werk.’
Ze had het gevoel dat ze gefaald had. ‘Dit had me niet mogen overkomen.’ Ze belde met collega’s, overlegde met de directeur, ze was onder andere bang voor een klacht. Maar de omgeving reageerde niet zo geschokt als zij had verwacht. ‘Binnen een re-integratiebedrijf krijg je vaker te maken met boze klanten.’
Toch was het een onprettige ervaring. ‘Ik heb ervan geleerd om op mijn gevoel te vertrouwen. Zelfs al kun je nog niet alles precies beargumenteren, je gevoel geeft aan welke kant je op moet.’