Lees verder
Richard Feynman was een geniaal wetenschapper. Hij droeg bij aan de ontwikkeling van de atoombom, won de Nobelprijs voor de natuurkunde en schreef bestsellers over wetenschap.
Eric-Jan Wagenmakers

Daarnaast was Feynman zelfverzekerd en charismatisch, en dit maakte hem tot internationaal wetenschappelijk idool. Helaas had hij ook een duistere kant. Feynman zag vrouwen vooral als lustobject, en een recente FBI-file onthulde dat Feynman’s ex-vrouw hem voor de rechter heeft beschuldigd van enorme driftbuien: wanneer zij hem onbedoeld stoorde tijdens zijn overpeinzingen zou Feynman dusdanig in woede ontsteken dat hij het meubilair vernielde en haar vervolgens begon te wurgen. Een gegronde reden voor een echtscheiding, vond de rechter destijds. Je kunt je helden maar beter oppervlakkig kennen.

Van mijn eigen helden dacht ik tot voor kort dat ze van onbesproken gedrag waren. Goed, Cicero was een pleitbezorger van martelen om zo een verhoring wat efficiënter te laten verlopen, maar dat is meer dan twee millennia geleden. Toen keek men niet op een ledemaat meer of minder. Maar Adriaan de Groot – voormalig schaker, methodoloog, psycholoog – daar is toch niks mis mee? Toch moest ik recentelijk even slikken bij het lezen van zijn psychoanalytische studie over Sinterklaas.1 Kort gezegd komt het erop neer dat de Sint symbool staat voor het huwelijk en de voortplanting, terwijl Piet de fallische, duivelse lust representeert. De huizen die Sint en Piet aandoen, worden Freudiaans door hen bezwangerd: Piet dringt door de schoorsteen naar binnen om aldaar geschenken uit zijn zak te halen en in de schoen te doen. De verwachting en spanning bij het openmaken van de cadeautjes doet volgens De Groot denken aan de gemoedstoestand van een vrouw die op het punt staat te bevallen. ‘Sinterklaaskadootjes’ als het symbolisch sperma van Zwarte Piet – kom er maar eens op.

Mijn grootste idool is Sir Harold Jeffreys, een inmiddels overleden geofysicus en statisticus. Het meeste van zijn werk is voor mij ondoorgrondelijk; wat ik wel denk te begrijpen, acht ik briljant. Een verlegen Engelse statisticus – een idool van wie je op aan kunt, zou je denken. Maar neen! Ook Jeffreys heeft een psychoanalytische duiding op zijn naam, en dan voor getallen.2 Het getal twee zou geassocieerd zijn met de vrouw (vanwege haar borsten) en het getal drie met de man (twee teelballen plus een penis). Na een reeks wilde speculaties concludeert Jeffreys: ‘De interesse in oneven getallen, en priemgetallen in het bijzonder, is van oorsprong fallisch, terwijl even getallen en vooral die met een groot aantal factoren geassocieerd zijn met ambivalente gevoelens jegens de moeder.’

In tegenstelling tot het Zwarte Piet-sperma van De Groot kan de hypothese van Jeffreys wél empirisch getoetst worden. De moderne psychologie biedt immers een weelde aan technieken om impliciete associaties aan te tonen. Een leuk hobbyproject? Voor de zekerheid deed ik eerst toch even een snelle zoektocht online. En wat blijkt: dit is al onderzocht. En precies zoals Jeffreys suggereerde, worden oneven getallen gezien als mannelijk en even getallen als vrouwelijk.3 Daar zakt je broek toch van af.

  1. De Groot, A. D. (1965). Saint Nicholas: A psychoanalytic study of his history and myth. Den Haag: Mouton & Co.
  2. Jeffreys, H. (1936). The unconscious signifi cance of numbers. International Journal of Psychoanalysis, 17, 217-223.
  3. Wilkie, J.E.B. & Bodenhausen, G.V. (2012). Are numbers gendered? Journal of Experimen tal Psychology: General, 141, 206-210.

Beeld: Peter Valckx