Lees verder
Verschillen in schoolprestaties zijn, veel meer dan een indicatie van kwaliteitsverschillen tussen docenten en onderwijsinstellingen, toe te schrijven aan erfelijke factoren, zo menen Britse onderzoekers.
Else de Jonge

Ze baseren hun opvatting op een onderzoek onder ruim vijfenhalfduizend een- en twee-eiige tweelingen van zestien jaar. Op die leeftijd ronden jongeren in Engeland hun leerplichtperiode af met een landelijk examen met verplichte vakken (Engels, natuur- en wiskunde) en keuzevakken waaronder vreemde talen, creatieve en technische vakken en sociale wetenschappen. De onderzoekers brachten de examenresultaten per individu in kaart en vergeleken die per tweeling vervolgens met elkaar. Aanname is dat bij tweelingen verschillen in schoolprestaties niet zijn toe te schrijven aan genetische factoren (die zijn immers – deels of geheel – identiek), maar eerder moeten worden verklaard uit omgevingsfactoren (school, gezin van herkomst).

De onderzoekers concludeerden dat erfelijke factoren van substantiële invloed zijn op verschillen in schoolprestaties. Die bepalen de resultaten, vooral die met betrekking tot de verplichte examenvakken, voor bijna zestig procent. Dat betekent dat zij per tien deelnemende tweelingparen er gemiddeld zes aantroffen van wie de twee ‘helften’ gelijke resultaten haalden en vier bij wie die resultaten verschilden. Bij vreemde talen en muziek ligt dat percentage lager, te weten bij ruim veertig procent.

De onderzoekers benadrukken dat hun bevindingen verschillen in schoolprestaties betreffen. Of een kind in een stimulerende of juist ontmoedigende leeromgeving verkeert, blijft voor individuele schoolprestaties cruciaal. (EdJ)

Bron: Shakeshaft N.G. et al. (2013), Strong Genetic Influence on a UK Nationwide Test of Educational Achievement at the End of Compulsory Education at Age 16. PLoS ONE 8(12): e80341. doi:10.1371/journal.pone.0080341