Dit blijkt uit een grote internationale studie onder ruim 25.000 deelnemers. De onderzoekers bestudeerden het DNA van deze mensen om na te gaan welke genen van invloed zijn op antisociaal gedrag. Voor betrokkenheid van individuele genen bij het ontstaan van antisociaal gedrag vonden ze geen bewijs. Een opmerkelijke bevinding omdat eerder onderzoek aantoonde dat bijvoorbeeld MAOA (monoamine oxidase A) als enkel gen het ontstaan van antisociaal gedrag wel degelijk in de hand werkte. Maar in de huidige studie is zo’n verband tussen één of enkele risicogenen en antisociaal gedrag dus niet gevonden. Wel kunnen de risicogenen als groep een deel van de variantie in antisociaal gedrag verklaren. Ook vonden de onderzoekers een negatief verband tussen deze genen en opleiding: hoe hoger de opleiding, hoe kleiner de kans op antisociaal gedrag.
Nu zijn genen niet zaligmakend, waarschuwen de auteurs. Bij het ontstaan van antisociaal gedrag speelt ook de omgeving een belangrijke rol. Hopelijk wordt er in toekomstig onderzoek meer aandacht besteed aan de wisselwerking tussen beide. (ID)
Bron: Tielbeek, J.J. et al. (2017). Genome-Wide Association Studies of a Broad Spectrum of Antisocial Behavior. JAMA Psychiatry.Published online October 4, 2017. doi:10.1001/jamapsychiatry.2017.3069