Het is een heet hangijzer in de psychologie en andere sociale wetenschappen. Eerdere resultaten, gepubliceerd in gezaghebbende wetenschappelijke tijdschriften, houden niet altijd stand als je een experiment herhaalt. Zorgwekkend, want zowel wetenschappers als beleidsmakers bouwen voort op de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek – een hachelijke onderneming als die uitkomsten niets meer zijn dan toevalstreffers.
Nu kunnen sociaal-wetenschappers best voorspellen welke resultaten repliceerbaar zijn of niet, is eerder al gebleken. Onderzoekers van de UvA wilden weten of ook leken dit kunnen. Ze legden 233 leken hypothesen van 27 sociaalwetenschappelijke studies voor die onlangs aan replicatie-onderzoek waren onderworpen. De proefpersonen voorspelden in 59% van de gevallen correct welke hypothese werd bevestigd en welke niet. Dat deden ze zonder de uitkomsten van het oorspronkelijke onderzoek te kennen. Kregen ze over die uitkomsten wél informatie, en wisten ze bijvoorbeeld dat in het oorspronkelijke onderzoek ‘matig bewijs’ voor een hypothese was gevonden, dan was 67% van hun voorspellingen correct.
Al eerder was gebleken dat saillante resultaten op psychologisch gebied minder goed repliceerbaar zijn dan minder opzienbarende resultaten. De UvAonderzoekers voegen daar nu aan toe dat leken intuïtief aanvoelen hoe groot de kans is dat een sociaalwetenschappelijke hypothese wordt bevestigd. Die intuïtie is niet perfect: leken denken vaker dat een hypothese wordt bevestigd dan gerechtvaardigd is. Maar ook wetenschappers zijn te optimistisch, wat dit betreft. Zij denken vaker wel dan niet dat hun resultaten in toekomstig onderzoek bevestigd zullen worden. En dat onderstreept weer het belang van replicaties.
Bron: Hoogeveen, S. et al. (2020). Laypeople can predict which social-science studies will be replicated successfully. Advances in Methods and Practices in Psychological Science, 3(3), 267-285, doi: 10.1177/2515245920919667
Beeld: fizkes/shutterstock.com