Voormalig president Trump lustte er pap van. ‘No one has ever…’ en dan kwam er weer iets waarin hij ’s werelds allerbeste was geweest. In overdrijven blonk Trump uit. Maar uit Amerikaans onderzoek blijkt dat we allemáál die neiging hebben. Dat doen we niet expres – ons brein neemt ons in de maling.
De onderzoekers vroegen 29 vrouwelijke proefpersonen om combinaties van plaatjes te onthouden: een mannengezicht werd telkens gekoppeld aan een voorwerp (bijvoorbeeld een paraplu, ballon of rugzak). Sommige voorwerpen waren identiek, alleen verschilden ze licht van kleur. De proefpersonen kregen de plaatjes herhaaldelijk te zien en leerden ze daardoor steeds beter kennen. Alleen maakten ze het kleurverschil bij identieke voorwerpen in hun brein groter dan het was. Hoe meer ze dat deden, hoe accurater de rest van de herinnering. Dat zagen de onderzoekers aan hun fMRI-scan. Waren de voorwerpen verschillend, dan schatten de proefpersonen hun kleuren beter in.
Kennelijk hebben we overdrijving nodig om een gebeurtenis goed in ons geheugen te kunnen opslaan, zeker als prikkels sterk op elkaar lijken. Bij een eeneiige tweeling ga je immers ook vaak direct op zoek naar de verschillen. Grote kans dat je die verschillen in je herinnering groter maakt dan ze echt zijn, om de twee een volgende keer goed uit elkaar te kunnen houden.
Bron: Zhao, Y. et al. (2021). Adaptive memory distortions are predicted by feature representations in parietal cortex. Journal of Neuroscience, 10.1523/ JNEUROSCI.2875-20.2021, https://doi.org/10.1523/JNEUROSCI.2875-20.2021
Beeld: J.K2507/shutterstock.com