Lees verder
In zijn gastcolumn van oktober 2022 sprak Giovanni Timmermans zijn verbazing uit over het verschil tussen Europese landen ten aanzien van de erkenning en het toekennen van bevoegdheden voor psychologen in het klinische veld. Timmermans haalt hierbij de algemene doelstelling aan van de Europese Unie: economische en politieke samenwerking met de intentie gemeenschappelijk beleid te voeren en overeenstemming in richtlijnen en rechtspraak te realiseren.
Anneloes van den Broek, Francisco Steenbakkers, Yvonne Stikkelbroek

Vanuit dit Europese gedachtegoed werd in 1981 de European Federation of Psychologists’ Associations (efpa) opgericht met de intentie tot een Europese standaard te komen voor het professioneel opleidingsniveau in de psychologie. Volgens Timmermans kan Europsy een grote stap voorwaarts betekenen in het bevorderen van de mobiliteit van psychologen en gelijkwaardige kwaliteit voor cliënten door Europa heen. Tot op heden zijn er echter blijkbaar weinig psychologen die vanuit Nederland deze registratie ambiëren.

Wij onderschrijven Timmermans’ wens tot nauwe samenwerking binnen de eu. Maar naar aanleiding van een recent werkbezoek door P-opleidelingen van twee ggz-instellingen aan Portugal ervaarden we juist ook de waarde van diversiteit tussen deze landen. Verschillende wijzen waarop de gezondheidszorg, opleidingen en de maatschappij als geheel zijn georganiseerd, leveren een kleurrijk pallet op aan uitdagingen en ervaringen die leiden tot verbinding en over en weer tot inspiratie. Zo zijn Portugese psychologen behalve bij klinische activiteiten ook nauw betrokken bij landelijk beleid ten aanzien van het veranderende klimaat en de impact op de bevolking en waren zij ook eerste aanspreekpunt tijdens de covid-pandemie voor het ministerie van Volksgezondheid.

In het najaar van 2022 gingen we met 45 psychologen naar Lissabon om kennis te maken met de beroepenstructuur, het mentale gezondheidszorgstelsel en de maatschappelijke uitdagingen van het National Health System. Er bleken veel overeenkomsten te zijn in interesses, maar de diversiteit qua context en landelijke maatschappelijke ontwikkelingen in het algemeen en qua gezondheidszorg in het bijzonder leidt tot verschillende uitwerkingen en ontwikkelingen. De Portugese maatschappij is in verhouding tot de Nederlandse minder gepsychologiseerd. Bij de focus op psychische klachten is vermindering van stigma vaak impliciet. Zoals het initiatief Manicomio, dat het positioneren van mensen met psychische klachten in de maatschappij tot doel heeft. In Nederland wordt hier juist expliciet op ingezet, bijvoorbeeld met het professionaliseren van ervaringsdeskundigheid.

Het viel op dat de beroepsgroep als geheel in Portugal eensgezinder en slagvaardiger lijkt te zijn op met name beroepsgroep- en maatschappelijk gerelateerde zaken. Ook het zorgstelsel is in beide landen totaal anders georganiseerd, met gevolgen voor de beschikbaarheid van zorg en de wijze van organisatie van de werkplaats van psychologen. Met name behandelinhoudelijk en qua opzet van de opleidingen werden verschillen duidelijk, hetgeen pleit voor het pleidooi van Timmermans. Meer uniformiteit kan immers ook leiden tot meer uitwisseling. De Nederlandse zorgstandaarden beogen een minimale standaard van kwaliteit en beschikbaarheid, waartoe de (post)-academische opleidingen zich verhouden. Afstemming hierover zou evidencebased werken bevorderen en de kwaliteit in de ggz kunnen verbeteren.

We hopen met deze aanvulling vooral ook andere collega’s te stimuleren over de grenzen te kijken.