Lees verder
Concentratie: gefocust blijven in tijden van afleiding, Door Stefan van der Stigchel (2018), Amsterdam: Maven Publishing, 208 p.
Karel Soudijn

Wedstrijdschaatsen is oneerlijk. Waarom? Omdat degene die het startschot geeft (de starter), niet altijd even lang wacht tussen het woord ‘ready’ en het uiteindelijke schot. Schaatsers vertrekken in paren, maar wedstrijden worden beslist door eindtijden. Het woord ‘ready’ zorgt voor arousal, maar die daalt weer als de starter relatief lang wacht met het lossen van een schot. Schaatsers die met een verlaagde arousal aan de slag gaan, presteren vervolgens net iets slechter dan zij onder optimale omstandigheden zouden doen. Psycholoog Stefan van der Stigchel zocht dit uit in samenwerking met Edwin Dalmaijer en schaatsenrijder Beorn Nijenhuis. Zij publiceerden hierover in een vaktijdschrift. De samenvatting van hun onderzoek vormt in Concentratie de inleiding van een hoofdstuk over het vraagstuk hoe je de concentratie van anderen kunt vasthouden.

Ja, dat wilt u nu natuurlijk meteen weten: hoe kunnen we de concentratie van anderen vasthouden? Aan het eind van het genoemde hoofdstuk vinden we het antwoord in de vorm van een cirkelredenering en een aardige tip. De redenering formuleert Van der Stigchel als volgt: ‘Wil je informatie goed overbrengen? Dan is de enige manier ervoor te zorgen dat de ontvanger geen mogelijkheid heeft om afgeleid te raken door andere informatie’ (p. 110). Gelukkig voegt hij hier direct een tip aan toe: bestudeer computerspelletjes! Kijk eens hoe de ontwerpers van die spelletjes te werk gaan: ‘Direct positieve feedback geven op de prestaties en verschillende levels aanbieden om de gebruiker te motiveren een level verder te komen, waar van alles nieuws en moois wordt beloofd.’

Dit boek begint met het luiden van de noodklok: crisistijd! We gaan ten onder aan een overvloed aan informatie! In korte, gemakkelijk leesbare stukjes vertelt de auteur wat psychologen weten over het onderwerp ‘aandacht’. Met aardige voorbeelden en samenvattingen van experimenten houdt hij vervolgens onze aandacht vast. Het idee van crisistijd wordt gaandeweg flink gerelativeerd. Vroeger – om een voorbeeld te geven – kregen docenten te maken met studenten die verveeld uit het raam staarden. Tegenwoordig kijken ze telkens op hun smartphone. De kunsten die docenten moeten uithalen, verschillen niet zo erg veel van die van vroeger. Eigenlijk hebben ze het tegenwoordig gemakkelijker, want ze kunnen hun studenten met hun eigen middelen verslaan door tijdens de les allerlei grappen met elektronische apparatuur uit te halen.

De belangrijkste boodschappen in dit boek lijken van alle tijden. Om verveling tegen te gaan, moeten we voor afwisseling zorgen. Maar om een taak goed af te ronden, is het verstandig wat langer achter elkaar met hetzelfde bezig te zijn. Korte pauzes zijn daarbij zinvol. Je hoeft niet altijd in stilte te werken. Achtergrondmuziek houdt de concentratie op peil, mits die muziek weinig opwindend is. Kantoortuinen zijn een ramp, omdat we daarin veel te gemakkelijk en veel te vaak worden afgeleid. Gebruik van mobiele telefoons in het verkeer moet sterk worden afgeraden. Maar ook vroeger was het knap lastig om fietsend een boek te lezen.