Een goed essay mag heel persoonlijk zijn. Opvattingen behoren niet doodgeslagen te worden met literatuurverwijzingen. Het is belangrijk om in een essay een fraai gezichtspunt te ontwikkelen. Bewijsvoering is hieraan ondergeschikt. De omgevallen boekenkast levert precies het tegenovergestelde op: een losse verzameling ideetjes, ontleend aan wat iemand toevallig is tegengekomen bij een stoet van andere auteurs. Smittenberg is helaas nog teveel de brave leerling die alles documenteert wat ze bij anderen kon vinden.
In de tweede helft van haar boek gaat Smittenberg uitvoerig in op de betekenis van Plato’s begrippen. Zijn ze echt bruikbaar om organisaties van advies te dienen? Concrete voorbeelden komen spaarzaam aan bod. Het Schone wordt voor organisatieadviseurs pas echt helder als de auteur een opdracht voor TNO beschrijft. Een fotograaf portretteerde medewerkers van die organisatie, ‘met een object naar keuze dat voor hen een belangrijke waarde in hun werk symboliseerde.’ Alle portretten werden in een grote galerij opgehangen. Heel beknopt noemt Smittenberg nog enkele van