Lees verder
Laat je niet kiezen: 99 verhalen van een psycholoog door Danny Mullenders (2022). Zaltbommel, Uitgeverij Haystack, 238 p.
Karel Soudijn

De afgelopen vijf jaar publiceerde Danny Mullenders talrijke verhalen op LinkedIn. Ze vormen de basis van dit boek over coaching van werknemers, werkgevers en organisaties. Mullenders veronderstelt dat nooit volledig verklaard kan worden waarom de ene psychologische interventie werkt en de andere niet. Succes is een combinatie van kennis en betrokkenheid. Kennis wordt in dit boek geleverd door psychologie, filosofie en persoonlijke ervaring. Betrokkenheid betekent voor de auteur dat altijd een sterk accent komt te liggen op persoonlijke relaties. In zijn 99 verhalen combineert hij casuïstiek, vakkennis en tegeltjeswijsheden. De stijl van schrijven lijkt losjes en gezellig, maar Mullenders heeft stevige standpunten. Zoals hij tegen het einde van zijn boek schrijft: ‘Een puur Angelsaksisch organisatieperspectief ligt mij niet’. Hij weigert te werken met opdrachtgevers die een overzicht willen krijgen van de ‘high potentials’ en de ‘poor performers’ om daarna te investeren in de eerste groep en afscheid te nemen van de tweede. Mullenders zoekt liever uit waar alle medewerkers in de organisatie behoefte aan hebben.

Soms is het zinvol mensen in een categorie te plaatsen, maar dat is dan slechts een startpunt voor ontwikkeling. Optimalisering is daarbij afkeurenswaardig, want ontwikkeling kent geen eindpunt. Mullenders bepleit een zekere losheid in het leven: gebruik je mogelijkheden, maar sta open voor variatie en staar je niet blind op een na te streven doel. Ondertussen laat hij duidelijk uitkomen dat wij al dat moois niet uit een boekje kunnen leren. Er zijn huiswerkopdrachten en oefeningen nodig, maar die ontbreken hier meestal. Als coach houdt hij voldoende mogelijkheden achter de hand om zijn eigen praktijk voort te zetten.

Een voorbeeld van de aanpak van Mullenders is zijn beschouwing over mensen die niet tegen kritiek kunnen. Hij geeft als advies eerst eens te leren hoe je kritiek kunt uitoefenen op anderen. Wie anderen op hun fouten durft aan te spreken zal, zo is de veronderstelling, zelf ook gemakkelijker kritiek ontvangen. Elders in het boek adviseert hij in kleine stapjes te denken. Hoe dit in de wereld van kritiek kan gaan, krijgen we helaas niet te lezen.

In dit boek is taal een terugkerend thema. De wereld wordt voor een belangrijk deel bepaald door de woorden die we gebruiken. Mullenders vindt het bijvoorbeeld belangrijk om niet te gauw ‘sorry’ te zeggen, of ons op vergelijkbare wijze te verontschuldigen. ‘Sorry’ geeft weliswaar blijk van sociaal inzicht (we erkennen ons aandeel in een proces), maar we maken we ons vaak onnodig klein ermee. Wie het woord te snel gebruikt, schuift door naar de underdogpositie. Mullekens: ‘Doseer het woord “sorry” en kom zo tot evenwichtigere, assertieve dialogen’. Dit is dan meteen een mooi voorbeeld van een tegeltjeswijsheid.

Vóór de titelpagina van dit boek staan zes pagina’s met niet minder dan 26 uitspraken van hooggeplaatste lieden die vol lof over Mullenders zijn. Zou hij vrezen dat wij hem niet serieus nemen?