Ooit bracht een sociaal werker een man bij ons. De man was zijn autobiografisch geheugen kwijt. Maar dan ook totaal. Hij wist niet meer wie hij was of waar hij vandaan kwam. Allemaal weg. Zei hij. Hij sprak gebroken Duits, duidelijk niet zijn moedertaal. Jaren daarvoor was hij ergens in een Nederlandse provinciestad ‘wakker’ geworden. De politie had hem naar een opvang voor asielzoekers gebracht, waar hij een tijdlang zou verblijven. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zat met het geval in zijn maag. Hoe beoordeel je of iemand in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning als hij zijn eigen naam, geboorteplaats en leeftijd niet eens kent?
Artsen die zich over het geheugenverlies bogen, constateerden dat er geen sprake was van een hersenbeschadiging of andere medische aandoening. Ondertussen wilde de man erkenning van zijn problemen. Want alleen dan kon hij een identiteit krijgen en administratief gaan meetellen