Soms is het als grap bedoeld. Neem de man die in 2006 naar een uitzending keek van Opsporing Verzocht over een Rotterdamse schietpartij. Bij wijze van geintje belde hij even later naar de politie om te melden dat hij de dader – hij noemde naam en rugnummer – hoogst persoonlijk kende. De politie kwam in actie, maar al snel werd duidelijk dat de aangifte kant noch wal raakte. De politie was boos en deed de grappenmaker een civielrechtelijke procedure aan de broek. Daarin werd een schadevergoeding van 1500 euro gevorderd wegens onnodige politie-inzet.[1]
Het is een atypische zaak. Want wie met zoektermen als ‘valse’ of ‘onjuiste aangifte’ speurt in rechtspraak.nl – het gegevensbestand met uitspraken van rechterlijke colleges – komt spoedig tot de conclusie dat het merendeel van de zaken minder onnozel is. Twee soorten problemen zijn sterk vertegenwoordigd. Om te beginnen zijn er de valse aangiften van diefstal of beschadiging, waarbij vervolgens