Hoe ouderen met een late diagnose autisme omgaan met zingeving is onontgonnen terrein. Dit artikel behandelt de resultaten van kwalitatief onderzoek onder ouderen met autisme. Deze bevindingen van het kwalitatieve onderzoek werden voorgelegd aan acht ouderen met autisme, waarna zij vervolgens dit artikel weer van commentaar hebben voorzien.
Autisme wordt in de dsm-5 gedefinieerd als een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die zich kenmerkt door beperkingen in wederkerige sociale contacten en beperkte en herhalende patronen in gedrag en interesses (American Psychiatric Association, 2022). Autisme persisteert door de levensloop en aangezien de prevalentie ongeveer 1% van de algemene bevolking bedraagt, zal deze vergelijkbaar zijn bij ouderen (Robison, 2019). In de ggz komt autisme veel meer voor, bij wel 7% tot 16% van de volwassenen met psychiatrische problematiek (Takara et al., 2015). Omdat autisme het aanpassen aan de ouderdom bemoeilijkt, is het aannemelijk dat een vergelijkbaar percentage van de ouderen met psychische klachten ook autisme heeft (