Carole Thate is algemeen directeur van The World of Johan Cruyff. In de jaren negentig van de vorige eeuw was ze tophockeyster en aanvoerder van de Oranjedames en maakte ze drie Olympische Spelen mee. Daarnaast studeerde ze. Waarom ze voor psychologie koos? ‘Dat had ik al vrij snel in mijn hoofd, zonder dat ik wist wat ik ermee wilde. Het vakgebied sprak me aan. Ik ben geïnteresseerd in gedrag en de invloed van de omgeving daarop. Toen ik hockeyde, was ik gefascineerd door de vraag hoe een team functioneert.’ De eerste vier jaar van haar opleiding deed ze in de VS, aan de James Madison University in Harrisonburg, waar ze via hockey een beurs kon krijgen. Na het behalen van haar bachelor stapte ze over naar de Vrije Universiteit (VU), waar ze haar master haalde met als specialisme kinder- en jeugdpsychologie.
Na haar studie deed ze niets meer met psychologie. Maar dat had ook anders kunnen lopen. Thate: ‘Ik heb stage gelopen in revalidatiecentrum Leijpark in Tilburg. Zeven maanden heb ik tussen Tilburg en Amsterdam heen en weer gependeld, waarna ik dan ’s avonds ging trainen met ons team.’ Die stage was intensief en indrukwekkend, vervolgt Thate. ‘Ik liep stage op de kinderafdeling voor kinderen met niet-aangeboren hersenletsel, ik hielp met het stimuleren van de hersenactiviteit door het prikkelen van de zintuigen, ook om te achterhalen wat er bij de kinderen binnenkwam en of er überhaupt communicatie mogelijk was. Binnen het domein van de psychologie had ik mijn plek wel gevonden. Als ik toen een functie had kunnen krijgen, was ik met mijn hele hebben en houwen naar Tilburg verhuisd. Maar er waren geen vacatures.’
Daarop las ze een bericht in de krant over Johan Cruijff die een eigen stichting had opgericht. Ze nam contact op met de stichting, sprak met bestuursleden in Nederland en vloog daarna naar Barcelona om Johan Cruijff te ontmoeten. Het klikte gelijk. ‘We voerden een ontspannen gesprek over sport en over van alles en nog wat. De Foundation bestond alleen nog op papier, aan mij de taak om die handen en voeten te geven.’
Ze zou achttien jaar nauw met Cruyff samenwerken, een succesvolle stichting neerzetten en een hechte vriendschap met hem ontwikkelen. Thate werkte aanvankelijk alleen voor de Cruyff Foundation, een non-profitorganisatie die tot doel heeft om via sport en spel bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen, met bijzondere aandacht voor kinderen met een beperking of kinderen die anderzijds een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Na zestien jaar was ze toe aan een nieuwe uitdaging. Toen ze dat met Cruyff besprak, bedacht hij ter plekke een nieuwe functie voor haar. ‘Ik zag die radartjes bij hem draaien, hij gaf daar onmiddellijk invulling aan, zo werkte dat bij hem.’ Ze werd directeur van een nieuwe organisatie, The World of Johan Cruyff, waaronder alle Cruijff-initiatieven vallen. Uiteindelijk was het doel dat zijn nalatenschap goed beheerd zou worden. Dat het gezien zijn overlijden op 24 maart 2016 al zo snel noodzakelijk was, had niemand kunnen bevroeden.
Behalve met de Cruyff Foundation houdt ze zich in haar nieuwe functie onder andere ook bezig met het schoenen en kledingmerk Cruyff Classics, met Cruyff Football, de consultancytak, met Cruyff Library, de uitgeverij en Cruyff Institute, de sportmanagement-opleidingen. Het varieert van non-profitorganisaties tot profitbedrijven. En ze overlegt bijvoorbeeld ook over de naamgeving van de Arena. ‘Ik vind het leuk zo breed bezig te zijn,’ zegt ze erover. ‘Als je met Cruijff sprak, dan had alles met alles te maken. Dat geeft een mooie samenhang, maar de praktijk is anders, want het zijn behoorlijk verschillende initiatieven.’
De manier van werken met Cruijff was informeel en organisch. Thate: ‘Johan brainstormde, hij zag overal kansen en mogelijkheden en had veel ideeën.’ Ze zorgde voor de structuur en hakte knopen door. En dat vond Cruijff dan weer prima? ‘Ik voelde een groot vertrouwen.’
Niet alleen hockeyen
Thate voelt zich geen psycholoog. En op de vraag of ze zich tijdens het studeren meer een hockeyer voelde die studeerde of een student die hockeyde, heeft ze geen pasklaar antwoord. Maar het lijkt erop dat ze meer sporter was, want ze zegt: ‘Ik vond het belangrijk om niet alleen te hockeyen.’ En ook: ‘Het afronden van mijn studie was voor mij eigenlijk een soort sportieve prestatie. Dat is wat ik het meest meeneem van mijn studie: het feit dat ik het heb afgerond.’ En in haar werk komt haar belangstelling voor sporten en haar opleiding – de ontwikkeling van kinderen – samen.
Was Cruijff eigenlijk zelf een mensenkenner? ‘Ik denk het wel,’ zegt Thate. ‘Hij was in ieder geval een mensenmens. Hij was benaderbaar en toegankelijk. Als we over straat liepen, spraken mensen hem steeds aan. Dan had hij voor iedereen tijd en aandacht. Als trainer en coach was hij het type dat op de bal ging zitten om mensen te observeren. Hij keek naar hun ogen en wilde weten hoe ze zich voelden. Het spelletje was belangrijk, maar de individuen die het deden waren belangrijker.’
Haar studie heeft haar als mens gevormd. Vooral de tijd waarin ze werkte met kinderen die zulke problemen hebben. ‘Het heeft me relativeringsvermogen gegeven. Als hockey-international wordt alles goed voor je geregeld. Het zet je met beide benen op de grond als je bij die kinderen bent. Het heeft mij als persoon veel gebracht.’