Lees verder
Als jonge onderzoekers pakten we de DSM er wel eens bij om prominente onderzoekers in ons vakgebied te analyseren. We waren vooral verbaasd als we zagen hoe sommigen van hen aan negen van de negen criteria voldeden van de narcistische persoonlijkheidsstoornis. Je prestaties en kwaliteiten overdrijven? Check! Denken dat alleen andere hoge-status onderzoekers slim genoeg zijn om je werk te begrijpen? Check! Jaloers op anderen, of denken dat anderen jaloers zijn op jou? Check!
Daniel Lakens

Narcisme is alleen problematisch als je er last van hebt, bijvoorbeeld in interpersoonlijke relaties. Maar narcistische trekjes worden in wetenschappers juist erg gewaardeerd en beloond. In de wetenschap noemen we jaloezie ‘een competitieve instelling’. Denken dat je speciaal en uniek bent, noemen we een ‘toptalent’ of ‘excellente wetenschapper’. Onderzoek laat zien dat CEO’s bij grote bedrijven persoonlijk wel varen als ze hoger scoren op narcisme.1 Vergelijkbaar onderzoek onder wetenschappers is, voor zover ik weet, nog niet gedaan.
Maar op basis van participerende observatie verwacht ik vergelijkbare of zelfs sterkere effecten.
Een scheutje narcisme mag dan persoonlijke voordelen opleveren, je hoeft geen psycholoog te zijn om in te zien dat narcisme ook nadelen heeft. Interessant onderzoek van Bushman en Baumeister suggereert dat mensen die hoog scoren op narcisme, agressief kunnen reageren op kritiek.2 En laat kritiek krijgen nu net een zeer essentieel onderdeel zijn van wetenschap bedrijven. In de psychologie is er de laatste tijd genoeg werk dat kritiek verdient en krijgt. Tegenwoordig gebeurt dit vaak via het internet, in blogs, tweets, en Facebook-groepen. Sommige wetenschappers vinden deze nieuwe mogelijkheden om ongefilterde kritiek te uiten bedreigend. Er wordt vaak defensief, en zelfs agressief, gereageerd.
Ironisch genoeg is diezelfde zojuist aangehaalde Roy Baumeister zelf één van de mensen die het meest defensief en agressief reageert op recente kritiek op zijn eigen werk.3 Hij haalt uit naar de wetenschappers die kritiek durfden te leveren door ze ‘incompetente onderzoekers’ en ‘destructieve iconoclasten’ te noemen. Dit is precies de manier waarop, volgens zijn eigen onderzoek, narcistische mensen reageren op kritiek.
Misschien is het tijd dat wetenschappers eens goed in de spiegel kijken, en zich afvragen of het beeld dat ze daarin zien wel aantrekkelijk genoeg is om verliefd op te worden.
1 Olsen, K.J., Dworkis, K.K. & Young, S.M. (2013). CEO narcissism and accounting: A picture of ­profits. Journal of management accounting research, 26(2), 243-267; O’Reilly, C.A., Doerr, B., Caldwell, D.F. & Chatman, J.A. (2014). Narcissistic CEO’s and executive compensation. The Leadership ­Quarterly, 25(2), 218-231.
2 Bushman, B.J. & Baumeister, R.F. (1998). Threatened egotism, narcissism, self-esteem, and direct and displaced aggression: does self-love or self-hate lead to violence? Journal of Personality and Social Psychology, 75(1), 219-229.
3 Baumeister, R.F. (in press). Charting the future of social psychology on stormy seas: Winners, losers, and recommendations. Journal of Experimental Social Psychology.