Wie hoort of leest over schizofrenie, zal al gauw denken aan wanen en hallucinaties die patiënten parten spelen. Deze symptomen worden waarschijnlijk veroorzaakt door een teveel aan dopamine in het striatum, een hersengebied diep verstopt in onze schedel. Maar in de prefrontale cortex kampen schizofreniepatiënten juist met een dopaminetekort, zo blijkt uit recent onderzoek. Dat werkt niet alleen problemen met het werkgeheugen in de hand; het verklaart ook waarom antipsychotica niet altijd goed uitpakken.
Een Amerikaanse onderzoeksgroep onderwierp 20 mensen met en 21 gezonde proefpersonen zonder schizofrenie aan pet-scans. Door contrastvloeistof bij ze in te spuiten, kon de hoeveelheid dopamine worden vastgesteld. De prefrontale cortex van schizofreniepatiënten bleek minder dopamine te bevatten dan die van de controlegroep. Vervolgens ondergingen de proefpersonen een fmri tijdens een geheugentaakje. Degenen die tijdens de uitoefening daarvan de minste hersenactiviteit lieten zien, maakten ook de minste dopamine aan.
Het lijkt er dus op alsof het werkgeheugen van schizofrenen hapert doordat hun hersenschors minder dopamine aanmaakt. Laten schizofreniepatiënten nu standaard medicatie krijgen die het dopamineniveau vermindert. Handig om wanen en hallucinaties te onderdrukken, maar misschien niet zo handig voor wie er toch al moeite mee heeft zich dingen te herinneren. Naar het verband tussen antipsychotica, dopamine en werkgeheugen moet wel meer onderzoek worden gedaan. (ID)
Bron: Slifstein, M. et al. (2015). Deficits in prefrontal cortical and extrastriatal dopamine release in schizophrenia. A pet and fmri study. JAMA Psychiatry. Doi:10.1001/jamapsychiatry.2014.2414.
