Stelling: Tbs is het beste systeem om delinquenten te behandelen en de maatschappij te beveiligen; nergens ter wereld gebeurt dat beter dan in Nederland.
MvdW: ‘Kijk je naar recidivevermindering, dan is het een goed systeem. Veel landen zijn bij ons komen kijken. De Engelsen spreken bijvoorbeeld over “the much envied tbs-provision in the Netherlands”, hoewel ze het niet overnemen. Zij zijn vooral verbaasd dat wij in staat zijn een groot aantal mensen dat door een ernstige persoonlijkheidsstoornis een gewelddadig delict pleegt veilig terug te laten keren in de maatschappij.’
PvK: ‘Ik durf niet hardop te zeggen dat we heel goed zijn, maar heel slecht zijn we evenmin. Als ik aan de borreltafel zeg dat vijftien procent van de tbs’ers recidiveert, dan vindt men dat heel veel. De maatschappij wil nul recidive. Daarom is er steeds zo’n heisa als er iets gebeurt met een tbs’er.’
MvdW: ‘Het is een systeem met een imagoprobleem. Nu komt tbs vooral in het nieuws rond incidenten, dat geeft een verkeerd beeld in de samenleving. Velen associëren tbs met dood en verderf. Deskundigen uit het veld zouden veel meer naar buiten moeten treden, transparantie zorgt voor draagvlak en neemt vooroordelen weg.’
PvK: ‘Voormalig minister Piet Hein Donner zei eens: “Als we nul recidive willen, moeten we tbs’ers de rest van hun leven opsluiten”. Maar dat willen we niet, want we streven ook naar een humaan strafrecht.’
JJL: ‘Tbs is zo beladen. De man die in Groningen twee mensen in de bioscoop vermoordde, had een ggz-geschiedenis. Was hij tbs’er op verlof geweest, waren samenleving en media ontploft.’
PvK: ‘Mensen in de ggz zijn gemiddeld echt niet gewelddadiger dan mensen in de maatschappij.’
JJL: ‘Ok, maar toch vind ik het opvallend dat in geval van die bioscoopmoorden niet zo heftig is gereageerd. Als een tbs’er ontsnapt, wordt direct geschreeuwd om maatregelen. Enkelbanden, het verlofsysteem moet worden aangepast!’
MvdW: ‘Tbs is een politiek onderwerp. Vroeger heette tbs nog tbr: ter beschikking stelling van de regering. Gaat een tbs’er over de schreef, wordt de staat verantwoordelijk geacht. Een ggz-instelling kun je moeilijker verantwoordelijk houden als er iets misgaat.’
JJL: ‘In de afgelopen jaren is het misschien één keer echt misgegaan met een tbs’er. Een incident wordt onterecht op een heel systeem gelegd.’
MvdW: ‘Incidenten tasten de balans in het tbs-systeem aan.’
JJL: ‘Ook problemen met personeel verstoren die balans. De hoofdbehandelaar, de psycholoog onder wie tien, vijftien gedetineerden vallen, is vaak een jonge vrouw die net van de opleiding komt. Na anderhalf jaar stroomt ze door naar een andere baan. Ik hoor van cliënten dat ze in twee jaar tijd soms zes verschillende hoofden behandeling hebben gehad! De praktijk bagatelliseert dat probleem. Verlofaanvragen blijven daardoor onnodig lang liggen omdat een nieuwe hoofdbehandelaar opnieuw naar de zaak moet kijken. Vinden we als maatschappij geen probleem. Als een tbs’er langer vast blijft zitten, dan is dat prima.’
MvdW: ‘Jij baseert je anekdotisch op jouw cliënten. Onderzoek laat zien dat binnen de forensische zorg veel druk op de ketel staat vanwege te weinig personeel. Daarom wordt er minder gekwalificeerd personeel aangenomen. Zelf begon ik begin 2000 als psycholoog-stagiair in een tbs-kliniek. Nog voordat ik mijn stage had afgerond, lonkte al het perspectief van hoofdbehandelaar. Dat is nooit een populaire baan geweest.’
JJL: ‘Het is een hondenbaan!’
MvdW: ‘Je krijgt te maken met zeer moeilijk behandelbare mensen, waardoor je minder snel eer hebt van je werk. Het is geen kwestie van even EMDR en iemand kan weer de maatschappij in. Daarbij: je krijgt geen gevarentoeslag. En je gaat bedreigende dingen meemaken. Als je daar niet tegen kan, ben je snel weg.’
JJL: ‘In veel rapporten over klinieken staat dat afdelingen eilandjes zijn en dat de afstand tussen directie en werkvloer te groot is. Kernproblemen worden niet aangepakt. Maatregelen zoals invoering van enkelbanden zijn vooral voor de bühne, die knip je zo door. Als ik bij de beklagrechter klaag dat een verlof van een cliënt ten onrechte is afgewezen, bijvoorbeeld omdat nabestaanden niet willen dat hij in een bepaald gebied zijn verloven praktiseert, wordt dat steevast niet-ontvankelijk verklaard. Daar gaat de beklagrechter niet over. Terwijl de kliniek het met me eens is dat de cliënt op die manier vastloopt met zijn behandeling. Een overplaatsing naar een andere kliniek met grote vertragingen tot gevolg is dan de enige oplossing. Dat had voorkomen kunnen worden als bij de plaatsingsbeslissing hier al direct rekening mee was gehouden.’
PvK: ‘Bij dat niet-ontvankelijk verklaren kan ik me wel iets voorstellen.’
MvdW: ‘Het is niet slim van die kliniek die dader te willen laten resocialiseren waar de nabestaanden wonen. Binnen tbs is een enorme daderfocus. Dat staat overigens niet in de stellingen.’
VB: ‘Is zo toegevoegd.’
Stelling: Het tbs-systeem is te dadergericht en heeft te weinig oog voor slachtoffers.
MvdW: ‘Oog voor slachtoffers en nabestaanden kan inderdaad veel beter. Tbs-klinieken kunnen daarin een meer proactieve rol spelen. Het niet verstrekken van informatie aan slachtoffers en nabestaanden omwille van privacy is te ver doorgeslagen.’
PvK: ‘Er is nog niet zo lang aandacht voor slachtoffers en nabestaanden in ons strafrecht. Terecht dat er met hen meer rekening wordt gehouden. Maar als zij gebruikmaken van hun spreekrecht en vertellen over de gevolgen voor hen van het delict, dan heeft dat geen enkele invloed op de rechterlijke beslissing.’
JJL: ‘Ben ik niet met je eens. Zeker bij kleinere zaken zoals mishandeling resulteren slachtofferverhalen in soms twee, drie maanden extra gevangenisstraf.’
MvdW: ‘Slachtoffers en nabestaanden moeten veel meer betrokken worden bij de tenuitvoerlegging van tbs. Te vaak is het eerste wat ze horen: de dader gaat op verlof. Dat valt koud op je dak. Het zou veel beter zijn als ze worden meegenomen met de vorderingen in de behandeling van de dader. Dan kunnen ze zich ook voorbereiden op dat verlof.’
JJL: ‘Voorlichting en uitleg aan slachtoffers moeten inderdaad beter. De eerste keer op verlof stelt weinig voor, maar dat beeld zullen slachtoffers niet hebben. Uiteindelijk willen vrijwel alle nabestaanden het liefst dat daders zo lang mogelijk vast blijven zitten.’
PvK: ‘Dat is niet zo.’
MvdW: ‘Wellicht geldt dat voor de nabestaanden die van zich laten horen. Een hele grote groep blijft op de achtergrond en denkt zo niet. Veel daders durven trouwens de confrontatie niet aan met hun slachtoffers, niet zelden zijn het bekenden van elkaar.’
PvK: ‘Ik heb een zwaar hoofd in het herstelrecht. Het effectonderzoek erover is beroerd. In gesprek gaan met de dader helpt hooguit een heel klein deel van de slachtoffers.’
MvdW: ‘Het is goed als er binnen de tbs meer wordt nagedacht over slachtofferschap. De tbs-behandeling richt zich er vreemd genoeg niet op om iemand zich te laten afvragen wat zijn daad teweeg heeft gebracht bij een slachtoffer. In de tbs denk je niet terug, alleen vooruit aan mogelijk toekomstige slachtoffers. Met de Van Mesdagkliniek zijn we met een pilot bezig daar in de behandeling verandering in aan te brengen.’
JJL: ‘Tbs is inderdaad erg dadergericht. Mediation-trajecten maak ik bijvoorbeeld niet mee. Het ontbreekt veel cliënten door hun persoonlijkheidsstoornis aan empathie. Je zult ze eerst moeten leren zich in te leven in een slachtoffer.’
Stelling: ‘De maakbaarheidsgedachte in de forensische zorg is te ver doorgeslagen.’ (Psychiater Esther van Fenema naar aanleiding van de zaak Michael P. in Medisch Contact)
PvK: ‘In het hele strafrecht is de maakbaarheidsgedachte te ver doorgeschoten.’
JJL: ‘In het tbs-veld kan men moeilijk accepteren dat iemand niet beter zal worden. Op zich is dat idee van “we moeten deze persoon helpen en zorgen dat hij nooit meer een delict pleegt” prima. Maar als je de gedachte toelaat dat zo iemand nooit een modelburger wordt, en wellicht hier en daar een mishandelingetje of diefstalletje pleegt, dan kunnen tbs-behandelingen minimaal twee, drie jaar korter. Heel veel mannen worden vanwege die maakbaarheidsgedachte langer dan nodig vastgehouden. Je zou ook veel eerder kunnen besluiten dat iemand dusdanig gevaarlijk is, dat hij niet meer terugkeert in de maatschappij. Maar ook met die mensen wordt nog van alles uitgeprobeerd, veel nutteloze behandelingen kunnen worden voorkomen. Zij zouden veel meer baat hebben bij de juiste begelei- ding dan bij behandeling.’
PvK: ‘Ik hoor weleens verhalen uit de penitentiaire kamer dat men na zes, zeven jaar zegt dat de behandeling nog moet beginnen. Wat zijn we dan aan het doen?’
MvdW: ‘Het komt inderdaad best regelmatig voor in de tbs dat iemand lang ongemotiveerd is en zich dan realiseert dat het allemaal wel heel lang gaat duren, en daarom met de behandeling gaat meewerken. De maakbaarheidsgedachte leeft wel, maar ook weer niet zo sterk dat men vooruitstrevend durft te zijn.’
JJL: ‘Veel tbs’ers kunnen onder lossere omstandigheden beter functioneren. Als je mensen met narcistische, borderline en antisociale persoonlijkheidsstoornissen bij elkaar zet, gaan ze vaak ageren en vechten. Onder bepaalde voorwaarden zou je een losser regime kunnen uitproberen, maar men durft dat niet aan. Ik weet niet hoe jullie dat als psychologen zien, maar zouden ze dan inderdaad minder gewelddadig zijn? Het is denk ik ook gevaarlijk als je dit soort mensen onder te grote druk zet.’
PvK: ‘We zijn heel slecht in risicopredictie. Voorspellen wie voor zo’n lossere behandeling in aanmerking komt en wie niet, is heel lastig.’
MvdW: ‘Wetenschappelijk kunnen we stellen dat veel tbs’ers niet gevaarlijk zijn. Maar we weten niet zeker wie, daarom blijven ze allemaal zitten. Waarom geen expliciet onderscheid maken tussen afdelingen waar fors wordt behandeld en afdelingen waar mensen gewoon verblijven zoals in de longstay? Waarom zouden tbs’ers niet van begin af aan op een verblijfsafdeling kunnen worden geplaatst? Juist om ze ontvankelijk en gemotiveerd voor een behandeling te krijgen. Op termijn zal dat de maatschappij ook veel geld schelen.’
Stelling: Wie een lange gevangenisstraf plus tbs krijgt, moet zo snel mogelijk behandeling krijgen.
PvK: ‘Die combinatiestraf vind ik een van de meest bizarre dingen die ooit zijn bedacht. Het idee was: mensen die iets fout hebben gedaan krijgen straf, als ze gek als een duppie zijn straffen we niet maar behandelen we ze. Nu krijgt iemand die verminderd toerekeningsvatbaar is, eerst celstraf, terwijl ik me kan voorstellen dat je dat andersom doet. De maatschappij moet beveiligd, maar dat is zowel met gevangenisstraf als tbs goed geregeld.’
MvdW: ‘In Duitsland wordt dat wel omgedraaid. En als iemand snel verbetert in de psychiatrie, dan moet de rechter beslissen of iemand nog een gedeelte van de celstraf moet uitzitten – met het risico dat daardoor het effect van de psychiatrische behandeling weer teniet wordt gedaan. Die combinatiestraf is als erwtensoep geven aan een maagpatiënt, om hem daarna te behandelen aan zijn maagzweer. Van een lange gevangenisstraf worden mensen echt niet beter, laat staan meer behandelbaar. Het verschil tussen volledig en sterk verminderd toerekeningsvatbaar kan in het onderzoek flinterdun zijn, maar kan in theorie betekenen dat iemand eerst wel of niet dertig jaar cel krijgt.’
VB: ‘Is dat waarom advocaten cliënten adviseren niet mee te werken aan onderzoek in het PBC, omdat de rechter dan geen uitspraak zou kunnen doen over iemands toerekeningsvatbaarheid?’
JJL: ‘Dat was tot voor een aantal jaar geleden misschien zo. Maar mede door de zaak Michael P. is het sentiment onder rechters om tbs op te leggen nogal gewijzigd. Dat doen ze echt veel sneller, en tegenwoordig ook als verdachten niet hebben meegewerkt aan het onderzoek in het PBC. In het rapport staat dan dat de verdachte wel gestoord is, maar ze kunnen dan niet vaststellen om welke stoornis het gaat, dat blijft dan vaag. De vraag is of dat een goede ontwikkeling is.’
MvdW: ‘Voor advocaten niet.’
JJL: ‘Nee, want waartegen moet je dan ageren als onduidelijk is wat er mis is? Maar rechters nemen die vage adviezen tegenwoordig vrijwel altijd over. Overigens adviseerde ik mijn cliënten ook voor de zaak van Michael P. regelmatig om wel mee te werken aan gedragskundig onderzoek. Want ook aan weigeren zitten soms enorme risico’s verbonden, zeker als de verdachte eerder is onderzocht en aan dat onderzoek wel heeft meegewerkt.’
MvdW: ‘Het probleem met weigeraars wordt zo wel opgelost. Als weigeren niet meer loont, werken verdachten vanzelf meer mee. Met als resultaat een prettigere discussie op de zitting.’
PvK: ‘Ik vind dat een rechter moet oordelen over iemands toerekeningsvatbaarheid, het is immers een juridisch concept. Laat hij zich daarbij adviseren door psychologen en psychiaters, dan is dat meegenomen. Maar per se nodig is dat niet. Bij sommige extreme delicten is de stoornis zo evident dat je als rechter rechtstreeks tbs kunt opleggen.’
VB: ‘Maar iemands mate van toerekeningsvatbaarheid is toch een uitspraak over iemands psychologische toestand?’
PvK: ‘Jawel, maar desondanks vind ik dat psychologen zich er niet mee zouden moeten bemoeien. Ze mogen de rechter wel adviseren of iemand gestoord is.’
JJL: ‘Ook aan iemand die volledig toerekeningsvatbaar is, kan een rechter tbs opleggen. Gebeurt in de praktijk ook regelmatig bij verdachten die gedragskundig onderzoek weigeren.’
MvdW: ‘De wet spreekt via het woord ‘wegens’ van een volledig causaal verband tussen de stoornis en het delict bij ontoerekeningsvatbaarheid. Voor tbs-oplegging is slechts een gelijktijdigheidsverband vereist. Dat is expres gedaan, om niet al te hoge technische barrières op te werpen voor rechters om tbs te kunnen opleggen. Overigens durven rechters heel goed zelf te bepalen of iemand een gevaar voor de maatschappij is.’
Stelling: De rechten van gedetineerden/ tbs’ers moeten te allen tijde worden gerespecteerd, zelfs als dat risico’s voor de maatschappij met zich meebrengt.
PvK: ‘Daarvoor hebben we ze. Strafrecht is bedoeld om de overheid in de gaten te houden, om te zorgen dat de overheid zich niet misdraagt tegenover burgers. Het is een illusie te denken dat strafrecht er is om criminaliteit te bestrijden. De staat heeft er geen enkele invloed op of jij of ik onze vrouw zullen vermoorden.’
MvdW: ‘Is deze stelling bedacht naar aanleiding van Michael P.? Ik kan niet zo gauw andere situaties verzinnen waarin rechtsbescherming zo tegenover maatschappelijke veiligheid staat.’
VB: ‘Michael P. kon een eerder gepleegd zedendelict vanwege de privacy verborgen houden bij de forensisch-psychiatrische instelling waar hij na de gevangenis terechtkwam.’
JJL: ‘Wat er bij Michael P. allemaal is misgegaan, heeft niet zoveel met het recht te maken, maar alles met verschrikkelijke inschattingsfouten door de verantwoordelijke personen voor zijn traject, eerst in de gevangenis en later in de kliniek. Achteraf gezien had P. nooit in die kliniek in Den Dolder geplaatst mogen worden. De minister heeft, omdat de Kamer dat eist, nu wetgeving gemaakt waarin staat dat je al je informatie moet meegeven als daar om wordt gevraagd. Maar je kon bij een mogelijke doorplaatsing naar een kliniek al tegen een gedetineerde die zijn informatie niet meegaf zeggen dat het dan niet doorging. Hetzelfde met verlof voor tbs’ers, dat hoeft niet gegeven te worden.’
MvdW: ‘Verlof is geen recht, het is een voorrecht.’
PvK: ‘Forensische en penitentiaire instellingen hebben klachtencommissies waar gedetineerden met hun klachten terecht kunnen. Soms gaat dat om kleine dingen zoals gejatte slippers. Maar het kan ook om substantiëlere zaken gaan. Het ministerie had eens bedacht dat op voeding kon worden bezuinigd. Kregen alle gedetineerden gemiddeld drie boterhammen bij de lunch. Maar sommige van die jongens staan de hele dag in de sportschool en hebben wel acht boterhammen nodig. Het feit dat gedetineerden mogen klagen en dat die klachten effect hebben, zorgt dat hun welbevinden in de gevangenis vooruitgaat en dat ze dus beter voorbereid raken op hun terugkeer naar de maatschappij. Gedetineerden hebben dus terecht rechten, en dat is uiteindelijk in ons voordeel als maatschappij.’
MvdW: ‘Je legt het beginsel van minimale beperkingen goed uit. Dat staat ook in de Beginselwet Verpleging Ter Beschikking Gestelden. Pak je mensen alles af in de gevangenis of tbs-kliniek, dan lijkt het binnen al helemaal niet meer op buiten. In Engeland is er bijvoorbeeld discussie over stemrecht van gedetineerden. In Nederland laten we juist gevangenen zoveel mogelijk meedoen met de maatschappij, ook al zitten ze binnen, dus laten we ze stemmen. Het zijn immers burgers. Rechten zorgen dus ook voor veiligheid.’
JJL: ‘Wat in de tbs wel een probleem is: je kunt over van alles klagen, maar niet over de inhoud en kwaliteit van je behandeling. Heeft iemand een behandeling voor autisme gehad, terwijl een behandeling voor een persoonlijkheidsstoornis vereist was.’
MvdW: ‘Met collega’s heb ik die Beginselwet Verpleging Ter Beschikking Gestelden geëvalueerd. Op de balans tussen beveiliging, behandeling en rechtsbescherming is wel wat aan te merken. Je kunt niet klagen over behandeling, omdat het niet opschiet als die constant onderbroken kan worden door allerlei juridische procedures. Er is van alles dat weliswaar inhoudelijk niets te maken heeft met je behandeling, maar wat wel de kwaliteit en de voortgang aantast. Je kunt niet klagen over dat je zes keer een ander hoofd behandeling krijgt, of dat die geen verlofaanvraag initieert. We hebben voorgesteld onnodige behandelvertraging waarover je zelf geen controle hebt beklagwaardig te maken, ook omdat de civiele rechter in zulke zaken gerust schadevergoeding uitdeelt. Waarom dat niet via het penitentiaire recht oplossen? Maar dat advies is niet overgenomen.’
Stelling: Bij het opleggen van tbs moet er veel meer onderscheid worden gemaakt in stoornissen die volgens huidige wetenschappelijke inzichten wel en (nog) niet effectief te behandelen zijn; bij onbehandelbare stoornissen moet een rechter ter bescherming van de maatschappij de mogelijkheid hebben direct long stay op te leggen.
JJL: ‘Ik vind dat verdachten die onbehandelbaar zijn als zij een ernstig delict plegen een lange gevangenisstraf moeten krijgen. In de praktijk leggen rechters iemand die onbehandelbaar is ook vaak lange, kale gevangenisstraf op van 28 of 30 jaar.’
MvdW: ‘Dan moet iemand een heel ernstig delict hebben gepleegd, en ook alleen als iemand eerder tbs heeft gehad. Dan is feitelijk vast komen te staan dat behandeling niet aanslaat. Bijna alle stoornissen in de tbs zijn chronisch, maar dat wil niet zeggen dat ze onbehandelbaar zijn. In tbs wordt een set van protheses om een psychisch gestoorde gebouwd, zodat hij zich veilig gedraagt. Je geneest niet door tbs. Ik ben er niet voor op voorhand te zeggen dat iemand onbehandelbaar is. Soms doet iemand het tegen alle verwachtingen in ontzettend goed.’
VB: ‘Pas las ik dat Marc Dutroux psychiatrisch gaat worden onderzocht voor een mogelijk vervroegde vrijlating. Zijn mensen zoals hij, of iemand als Roberts M. van de Amsterdamse zedenzaak, te behandelen?’
PvK: ‘Volgens mij worden er nu twee dingen door elkaar gehaald. Iemand heeft iets vreselijks gedaan en wordt daarvoor gestraft en behandeld. Die behandeling moet gericht zijn op de toekomst: wat kunnen we nog met iemand doen? Dan moet je op bepaald moment ook kunnen zeggen: we kijken niet meer terug op wat iemand heeft gedaan. Daarom zijn die delictscenario’s die tbs’ers moeten opstellen zo curieus. Iemand heeft vijf jaar tbs gehad, en moet dan vooral gaan praten over wat er vijf jaar geleden is gebeurd. Natuurlijk kun je het delict niet ontkennen, maar dat delict is maar voor een beperkt deel relevant voor wat er met iemands toekomst gebeurt.’
MvdW: ‘Het idee achter het delict-scenario is achterhalen onder welke omstandigheden iemand tot zijn daad is gekomen, om dat in de toekomst met vroeg-signalering en terugvalpreventie te voorkomen. Dat veronderstelt wel enigszins dat zo’n scenario de enige route zou zijn tot een ernstig delict. Daartoe dient natuurlijk verder gekeken te worden.’
JJL: ‘Ik heb bij cliënten zeker soms het idee dat tbs niet gaat helpen, wat in de praktijk dan ook uitkomt. Ook haal ik de mensen eruit bij wie de tbs snel zal gaan en bij wie niet. Dat zeg ik ook, maar dat heeft weinig nut. Veel psychiaters en psychologen zeggen, en rechters nemen dat over, dat tbs een langdurig proces zal worden met vallen en opstaan, maar dat ze nog wel perspectief zien. Dat perspectief zie ik niet altijd.’
JvG: ‘Wat vinden jullie ervan dat een rechter direct longstay zou moeten kunnen opleggen?’
MvdW: ‘Er moet te allen tijde goed in de gaten worden gehouden of er qua behandeling een keer iets mogelijk wordt, zeker als iemand geen delict heeft gepleegd waarvoor levenslang kan worden geëist. Ook bij levenslang moet iemand tegenwoordig trouwens altijd perspectief op vrijlating houden, zo heeft het Europese Hof bepaald.’
JJL: ‘De praktijk tussen de duur van gevangenisstraf en die van tbs loopt extreem uiteen. Stel je bent voor een pedoseksueel delict veroordeeld tot alleen gevangenisstraf. Krijg je maximaal vier jaar, sta je bij goed gedrag na drie jaar weer buiten. Krijg je ook nog tbs, dan kan het zo zijn dat je dertig jaar op een longstay-afdeling komt. De maatschappij klaagt daar niet over, maar ik vind dat dat voor een vergelijkbaar delict te ver uit elkaar ligt.’
MvdW: ‘Onderhavige stelling miskent dat tbs niet allereerst om behandeling gaat maar juist om beveiliging. Behandelbaarheid kan in de praktijk een criterium worden als daarmee de beveiliging niet in het geding is.’
Stelling: De keuze voor tbs moet louter zijn gebaseerd op het recidiverisico van een delinquent.
JJL: ‘Dat is de heersende gedachtegang. Maar je zou toch tenminste het gestoorde gedrag moeten willen behandelen.’
PvK: ‘Risicotaxaties hebben zoals gezegd nauwelijks voorspellende waarde. Je moet ze wel gebruiken, maar als beginpunt voor verdere behandeling. Nu is het een soort circus waarvan iedereen denkt: daar houden we ons aan vast, terwijl die instrumenten helemaal geen houvast bieden.’
VB: ‘Geven ze een illusie van beheersbaarheid?’
PvK: ‘Ja.’
MvdW: ‘Of van waarachtigheid. Overigens is er bij rapporteurs die risicotaxaties doen veel discussie over de waarde van de instrumenten, die taxaties worden hen ook wel van bovenaf opgelegd. Vanuit mensenrechtelijk perspectief ben ik er niet rouwig om dat we nu nog steeds wel een stoornis moeten vaststellen. Dan heeft iemand immers recht op behandeling. En behandeling, dat weten we uit onderzoek, is op de korte termijn duur maar betaalt zich op de lange termijn terug doordat de samenleving minder risico’s draagt.’
JJL: ‘Feitelijk maak je dan geen verschil meer met een gevangenisstraf. Die is ook ter beveiliging.’
MvdW: ‘En om iemand leed toe te voegen, ter vergelding. Opsluiten in de tbs is in de praktijk ook leedtoevoeging, maar dat is anders dan bij de straf in theorie niet beoogd. Dat is wel een heel theoretisch onderscheid, wat een tbs’er niet zal voelen of begrijpen.’
JJL: ‘Zou je aan tbs-behandeling een vaste termijn kunnen koppelen? Als behandeling toch alleen ter beveiliging is?’
MvdW: ‘Dat is jouw voorstel.’
JvG: ‘Zien slachtoffers een tbsoplegging in dezelfde mate als een vergelding als een gevangenisstraf?
MvdW: ‘Dat heeft allemaal met communicatie te maken. Neem de voorwaardelijke invrijheids – stelling. Daarvan is altijd gezegd dat je een derde van de straf niet hoeft uit te zitten. Was er gecommuniceerd dat het laatste deel van de straf wordt aangewend om iemand veilig te laten terugkeren in de samenleving, dan was een heel ander frame ontstaan. De onbepaalde duur van tbs is een hele belangrijke stok achter de deur en de enige manier om een heleboel terbeschikkinggestelden in beweging te laten komen.’
JJL: ‘In de gevangenis zitten veel mensen die tbs hadden moeten krijgen. Die mensen wordt behandeling onthouden. Als je die groep een tbs-behandeling van zoveel jaar in een tbs-kliniek aanbiedt, dan is dat qua veiligheid alleen maar winst voor de maatschappij. Ook verdachten zullen dan eerder gemotiveerd zijn om mee te werken aan gedragskundig onderzoek. Dat verhoogt de kans op het slagen van een tbs-behandeling.’
MvdW: ‘Dat klinkt nobel, maar niet iedereen in de gevangenis zal daarvoor openstaan. Terwijl je in een tbs-kliniek niet ontkomt aan behandeling.’
PvK: ‘Wat in gevangenissen wel gebeurt, is dat men iets doet met het laaghangend fruit. Met gedetineerden met enig perspectief worden activiteiten ondernomen. Gedetineerden van wie wordt gedacht dat het toch nooit wat wordt, mogen vooral in hun cel blijven zitten. En dat is nu net de groep waar de meeste winst is te behalen door erin te investeren.’
Beeld: Shutterstock