Lees verder
Het begon als toeval, ergens in de jaren negentig.
Dolph Kohnstamm

Ik logeerde bij een Zwitserse vriend en hij wilde mij een interview uit 1959 tonen met de oude psychiater Carl Gustav Jung.1 Omdat mij bij mijn psychologiestudie was geleerd dat je Freud moest waarderen en Jung negeren, begon ik met enige scepsis aan dit vraaggesprek. Maar dat veranderde al heel snel.

De interviewer vraagt: ‘Do you still remember the occasion when you first felt consciousness of our own individual self?’

Jung antwoordt: ‘That was in my eleventh year. There suddenly on my way to school, I stepped out of a mist. It was just as if I had been in a mist, walking in a mist, not knowing to differentiate myself from things. And I stepped out of it and I knew: I am, I am what I am.’ Na jarenlang bezig te zijn geweest met empirisch onderzoek werd de fenomenoloog in mij wakker. Ik was gefascineerd hoe Jung intuïtief betekenis gaf aan zo’n fundamentele eigen ervaring. Zelfbewustzijn ontstond toch geleidelijk en ongemerkt gaande de kinderlijke ontwikkeling? Hier was een oude geleerde die zich herinnerde dat hij plotseling tot zelfbewustzijn kwam. Wellicht herinnerden zich meer volwassenen zo’n plotseling zelfbesef?

Ik schreef destijds een column in Trouw en daarin legde ik de lezers die vraag voor. Tot mijn verrassing kreeg ik in korte tijd tientallen herinneringen toegestuurd. Ik herhaalde de oproep in Psychologie Magazine, en weer kreeg ik veel reacties. Opvallend daarbij was dat bijna iedereen schreef dat zij dit nog nooit aan iemand hadden verteld. De meesten herinnerden zich dat het plotseling zelfbesef gepaard was gegaan met een gevoel van trots, autonomie, iets van ‘eigen baas’ te zijn. Aan dat gevoel hadden ze later vaak terug moeten denken, vooral op moeilijke momenten hadden ze er dan steun in gevonden. Erover gepraat hadden ze niet. Op basis van deze verzameling van ongeveer 160 herinneringen schreef ik Ik ben ik, de ontdekking van het zelf (2002).

Het fenomeen ‘zelfbesef’ bleef me boeien en ik bleef erover lezen. Zo stuitte ik op het werk van neuropsycholoog Michael Gazzaniga, die probeerde dit soort verschijnselen te verbinden met hersenprocessen. Door hem ben ik me, voor zover dat met mijn alfabrein lukte, gaan verdiepen in de neuropsychologie. En zo maakte ik eerst via het boek Ons Creatieve Brein van Dick Swaab en daarna via de boeken van Antonio Damasio, kennis met het zogeheten default netwerk: het deel van de hersenen waar informatie uit andere delen samenkomt en wordt verwerkt, terwijl het resultaat daarvan pas tot het bewustzijn doordringt als de persoon ‘niets doet’.

voorplat ik ben ik chinees

Gewapend met deze nieuwe kennis begon ik aan een herziening van Ik ben ik, want nu kon ik het verschijnsel van plotseling zelfbesef in verband brengen met hersenprocessen. En zo ontstond afgelopen jaar Plotseling zelfbesef, dat binnenkort in het Engels zal verschijnen als Sudden Self-awareness, met als ondertitel A Phenomenological Approach. Van de Engelstalige editie van Ik ben ik is onlangs bovendien een Chinese vertaling verschenen, gemaakt door een Chinese oudstudent van mij in Leiden.

  1. www.youtube.com/watch?v=2AMu-G51yTY

Beeld: Eva Kohnstamm