Lees verder
Op de Singel, nummer 7, in Amsterdam, staat het smalste huis ter wereld – nog geen meter breed. Misleidend is het wel, want achter de smalle gevel gaat een huis van normaler omvang schuil.
Rogier A. Kievit

Het huis werd zo geconstrueerd in de gouden eeuw, omdat de gemeentelijke gebouwenbelasting afhankelijk was van de breedte van het ‘huis’. Waar de breedte van een huis in het verleden een redelijke indicatie van de omvang was, vervormde de belastingregel letterlijk en figuurlijk de relatie tussen de maat en het werkelijke doel – de grootte van het huis. Een tastbaar voorbeeld van wat door economen ‘Goodhart’s law’ wordt genoemd: ‘When a measure becomes a target, it ceases to be a good measure.’

De hedendaagse academische wereld kent vele voorbeelden van Goodhart’s law. Een klassiek voorbeeld is de ‘impactfactor’ – een numerieke indicatie van de status van een wetenschappelijk tijdschrift, gebaseerd op hoe vaak een gemiddeld artikel aangehaald wordt. Hoe hoger de impactfactor, hoe beter het tijdschrift, zo luidt de aanname.

Beurzen, banen en prijzen hangen af van de mate waarin wetenschappers hun wetenschappelijk werk gepubliceerd krijgen in deze zogenaamde ‘high impact’- tijdschriften. Zo bestaan er op sommige universiteiten richtlijnen waarin staat hoeveel artikelen, met welke minimale impactfactor, er per jaar geproduceerd dienen te worden.1 Wat erin staat, is schijnbaar van secundair belang. Er worden zelfs geldbonussen uitgereikt op basis van impactfactoren – een artikel in een blad met een hoge impactfactor kan zomaar een bonus ter omvang van een jaarsalaris betekenen.2

De gevolgen laten zich raden. De impactfactor veranderde al snel van een indicator naar een doel op zich. Onderzoeksresultaten worden net even iets spannender beschreven om de kans om in ‘het’ tijdschrift te komen te vergroten. In extreme gevallen wordt weleens net dat ene onwelgevallige datapunt, dat een perfecte bevinding in de weg staat, achterwege gelaten.

Overigens zijn niet alleen mensen vatbaar voor dergelijke ‘incentives’ – een dolfinarium in Mississippi beloonde dolfijnen met vis voor stukken troep die ze aan de verzorgers gaven.3 De vindingrijke dolfijnen leerden al snel stukken troep te versnipperen om zo meer vis te krijgen.

Het is evident dat de doorgeslagen focus op deze indicatoren de wetenschap noch wetenschappers een goede dienst bewijst. Gelukkig begint het tij langzaam te keren. In 2019 publiceerde de Vereniging van Universiteiten (VSNU) het rapport Erkennen en waarderen.4 Dit initiatief beoogt om de prestatiebeoordeling van wetenschappers te baseren op een veel breder scala aan bijdragen, inclusief maatschappelijke relevantie en impact, lesgeven, mentoring, kennisdeling en leiderschap. Deze verschuiving in focus moet ervoor zorgen dat een ‘succesvolle wetenschapper’ veel meer kan en moet zijn dan de optelsom van zijn of haar artikelen en impactfactoren.

Zodat we zorgen dat de ivoren toren geen al te rare voorgevel krijgt. Het is al zo’n merkwaardig gebouw.

  1. www.dcscience.net/2012/06/29/is-queen-mary-university-of-londontrying-to-commit-scientific-suicide/
  2. www.sciencemag.org/news/2017/08/cashbonuses-peer-reviewed-papers-go-global
  3. scubadiverlife.com/dolphins-captivity/
  4. www.vsnu.nl/Erkennen-en-waarderen-van-wetenschappers.html

Beeld: Stijn Rademaker