Lees verder
In Nederland kampen acht miljoen mensen met een chronische lichamelijke aandoening. Deze mensen zouden baat kunnen hebben bij inzichten die de positieve psychologie heeft opgeleverd. Met deze inzichten wordt tot nu toe veel te weinig gedaan.
Iris Dijkstra

Dat stellen althans Ernst Bohlmeijer, Christina Bode en Hester Trompetter van de Universiteit Twente. Zij schreven in opdracht van onderzoeksfinancierder ZonMw de kennissynthese Positieve psychologie en zelfmanagement van chronisch lichamelijke aandoeningen.

ZonMw wilde weten in hoeverre de positieve psychologie zou kunnen helpen de veerkracht en geestelijke gezondheid – concreet gaat het dan om zaken als optimisme, dankbaarheid, compassie en positieve relaties – van mensen met een chronische lichamelijke aandoening te bevorderen.

Bohlmeijer, Bode en Trompetter zijn ervan overtuigd dat zulke zaken herstel en veerkracht in de hand werken. Om met een chronische lichamelijke aandoening te leren omgaan is het namelijk cruciaal om emoties te ervaren en te leren hanteren, stellen zij. Het gaat er dan niet alleen om dat je negatieve emoties als verdriet of boosheid uit; het is vooral ook zaak om positieve emoties ruim baan te geven.

En dat doe je bijvoorbeeld door stil te staan bij wat goed gaat, of je een fijne toekomst voor te stellen. Onderzoek heeft al eerder laten zien dat dit vruchten afwerpt. (ID)

Op 9 maart organiseert de Universiteit Twente het landelijke congres over positieve psychologie. De kennissynthese Positieve psychologie en zelfmanagement van chronische lichamelijke aandoeningen is te downloaden via https://zorgenz.nl/actueel/positieve-psychologie-kijk-op-zelfmanagement/