Op 9 maart hield de sector Arbeid en Organisatie van het NIP een congres in de Fabrique. Drie keynote speakers vermaakten de bezoekers in de ochtend, ’s middags waren er diverse workshops. De dag stond vooral ook in het teken van de lancering van een nieuw register voor A&O-psychologen. Een kort verslag.
‘Geen betere plek voor een A&O-congres dan hier,’ opent Fred Zijlstra, voorzitter van de sector Arbeid en Organisatie, het A&O-congres over de verbinding tussen wetenschap en praktijk. Locatie is de Fabrique in Utrecht, een voormalige mengvoederfabriek en inmiddels industrieel erfgoed. Het programma oogt aanzienlijk meer ‘standaard’: reflectie met drie wetenschappers in de ochtend, handen uit de mouwen middels een tiental workshops in de middag.
Al met al een volle dag en een goed bezocht congres. Of de verbinding tussen wetenschap en praktijk ook goed is gerealiseerd, is een tweede. De drie sprekers in de ochtend maken in elk geval duidelijk dat wetenschap van belang is voor een betere praktijkvoering, maar dat het geenszins vanzelfsprekend is dat de praktijk onderzoeksresultaten ook kent en integreert. Voor onderzoekers lijkt hier dan ook een duidelijke opdracht te liggen.
Noblesse oblige
Mogelijk dat de nieuwe NIP Registerpsycholoog A&O daar een belangrijke rol bij kan gaan spelen. Onder het motto ‘Omdat het beter kan’ wordt aan het eind van deze congresdag deze nieuwe registerpsycholoog gelanceerd met twee glossy filmpjes. Jong (Jorg Lescher, masterstudent A&O) en oud (Pieter Drenth) overtuigen de congresgangers van het belang van dat nieuwe register: ‘duidelijk naar cliënt en opdrachtgever’, ‘keurmerk voor kwaliteit en vakbekwaamheid’, ‘andere sectoren gaan volgen’.
Sectievoorzitter Zijlstra licht de lancering als volgt toe: ‘Het register is een logische volgende stap in de professionalisering van de doelgroep. Door het register komt er kwaliteitsborging naar het publiek en naar de markt. Je kunt zo beter de bokken van de schapen scheiden, de beunhazen en de kwakzalvers zichtbaar maken. Er hebben nu al zo’n honderdvijftig mensen belangstelling getoond. Als je jezelf als professional serieus neemt, houd je je vak bij en leg je verantwoordig af over je eigen handelen. Door het register help je de eigen beroepsgroep.’ Of zoals eminence grise Drenth het verwoordt in het promotiefilmpje: noblesse oblige.
Een interessante bijkomstigheid, aldus Zijlstra, is dat de eu streeft naar het bevorderen van internationale mobiliteit: ‘Door het register kunnen we met deze ontwikkeling meegaan. Als we dit nu niet doen, missen we de boot. Samen met de overkoepelende beroepsorganisaties strijden we verder om de psycholoog als beroep erkend te krijgen.’
Een kleine en willekeurige steekproef onder de aanwezigen wijst uit dat de meeste bezoekers zich wel zullen aanmelden voor het register. Men ziet het register vooral als probaat middel tegen beunhazen en kwakzalvers. Of het register levensvatbaar is, zal nog moeten blijken. Over een herregistratie lijkt men minder uitgesproken. Bezorgdheid is er eveneens, en dan vooral bij opleiders die accreditaties aan moeten vragen. ‘Er zijn steeds meer van dit soort clubs en daar moet je allemaal accreditatie aanvragen. Het is niet alleen onoverzichtelijk, maar ook nog eens erg duur.’ Wellicht een mooie opdracht voor het nieuw gelanceerde register om juist de combinatie van wetenschappelijke en praktijkkwalificaties beter zichtbaar te maken in de registratie van A&O-psychologen. Want die integratie kan – inderdaad – beter en moet ook nog veel beter.
Mw dr. E. Spelten is verbonden aan de afdeling Midwiferey Science van VUmc te Amsterdam. Zij is tevens redactielid van De Psycholoog. E-mail: evelien.spelten@inholland.nl