Pauline van Tuyll is filmmaakster. Straks wil ze een film laten zien, zegt ze al in het begin van het gesprek. Maar eerst het verhaal. Ze studeerde psychologie in Groningen en koos aanvankelijk sociale psychologie als afstudeerrichting, maar dat beviel niet. Theorie en Geschiedenis vond ze wel interessant. Daarin studeerde ze af, maar ze is nooit als psycholoog gaan werken. Ze was al amateurfilmer en startte na haar studie een filmbedrijf met een vriendin, die een postdoc opleiding Radio- en Televisiejournalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen had gedaan. Ze leerde het vak vooral al doende in de praktijk.
Van Tuyll doet haar eigen projecten, maar verdient haar geld vooral door in opdracht te filmen. Ze heeft altijd gewerkt voor non profit-organisaties zoals Milieudefensie, onderwijsinstellingen en gemeenten. Van Tuyll: ‘Mijn doel is altijd geweest om maatschappelijke organisaties te helpen hun boodschap naar buiten te brengen.’ Ze heeft nooit opdrachten geweigerd, bepaalde opdrachtgevers komen vanzelf bij haar terecht. Zelden heeft ze iets voor het bedrijfsleven gedaan. ‘Mijn netwerk heb ik bij gemeente, de welzijns- en non profit-sector.’ En daar ligt haar hart ook.
Context
Ze begon vooral met korte, campagneachtige films, waarin het gaat om een gerichte boodschap. Gaandeweg kreeg ze steeds meer behoefte om grotere verhalen te vertellen, de context van een probleem te schetsen. Dat kan ze in haar eigen projecten beter. Zo filmde ze een jaar lang op een bouwplaats. Het was een zogeheten strobouwproject, een manier van ecologisch bouwen. In tegenstelling tot veel ecologische bouwprojecten ging het in dit geval om sociale woningbouw, een woningbouwvereniging financierde het en de toekomstige bewoners bouwden mee. Hier kwamen verschillende werelden bij elkaar.
‘De bouwvakkerswereld was nieuw voor mij,’ vertelt ze. Het was anders dan ze zich vooraf had voorgesteld. Het cliché van de fluitende bouwvakker heeft ze bijvoorbeeld niet meegemaakt. ‘De bouwvakkers waren juist geïnteresseerd en wilden daarnaast ook graag vertellen over hun werk.’ Dat filmproject over strobouw bedacht ze zelf en vervolgens ging ze op zoek naar partijen voor wie zo’n film mogelijk interessant was. In dit geval hadden een bouwbedrijf, de provincie en de woningcoöperatie interesse. Filmmaken heeft veel met psychologie te maken, vindt ze. Hoe breng je iemand in beeld? Iemand van onder of van boven filmen heeft bijvoorbeeld een ander effect. Maar ook de keuzes die je maakt over wat je laat zien en wat niet, heeft een psychologische component. Dat is echter geen psychologische kennis die ze tijdens haar studie heeft opgedaan, benadrukt ze.
Psychologenverhouding
De behoefte om zaken van meerdere kanten te bekijken, ernaar te streven dat mensen meer begrip krijgen voor elkaar, zodat de vooroordelen afnemen, heeft misschien wel met een psychologenhouding te maken. En het schetsen van de context, dat leerde ze zonder twijfel bij Theorie en Geschiedenis van de Psychologie.
Welke van haar films haar zelf het meest zijn bijgebleven? De filmdocumentaire over een vrouw, haar moeder en grootmoeder, die alle drie activist waren – de moeder en grootmoeder zijn inmiddels overleden. Van Tuyll: ‘We hebben geprobeerd de context te schetsen waarom ze activist zijn geworden.’ Ook een recent, nog lopend project maakt indruk op haar: Missing at the borders. ‘Daarin nemen we getuigenissen op van mensen die een familielid in de Middellandse Zee zijn kwijtgeraakt. We willen de overledenen een gezicht geven, maar vooral ook de families.’
Dat is de film die ze graag wil laten zien. Het gaat over Tunesische gezinnen van wie een zoon of broer vermist is. Het dilemma van de gezinsleden komt aan bod, die nooit zeker weten of hun kind toch niet nog in leven is. In de film spreekt ze ook met een man die aangespoelde mensen begraaft en hen de laatste eer bewijst. De film hakt erin, het is zwaar en heftig om te zien. Hoe kijkt zij er zelf naar?
‘Het is niet iets waar ik energie van krijg,’ geeft ze toe. Toch wilde ze deze laten zien, want het een van de meest ingrijpende filmprojecten waaraan ze tot nu toe heeft gewerkt. Het moet getoond moet worden, vindt ze. Omdat ze er niet tegen kan dat jongeren in Nederland zoveel meer opties hebben. Hoeveel achttienjarigen gaan wel niet op wereldreis? De jongeren in Tunesië hebben ook Facebook, die worden geconfronteerd met wat ze allemaal niet kunnen. Ze snapt heel goed dat die jongeren de zee over willen steken en naar Europa willen komen. ‘Dat voelt voor mij altijd als een groot onrecht, ik word er boos van.’ Het is de activist in haar.
Of ze zich verder nog psycholoog voelt? ‘Niet meer,’ zegt ze. ‘Als een opdrachtgever zegt: dan kun jij erbij, voor de psychologische invalshoek. Dan denk ik: maar wat weet ik eigenlijk van psychologie? Behalve hoe diagnoses tot stand komen, en ik weet iets over de DSM-IV. Oh, is het al DSM-5? Ik ben vooral filmer.’